scooptheaters vertoonen buitenlandsche films. De Metro heeft in Nederland jarenlang als onderne- ming gewerkt en was steeds een behoorlijke leve rancier. Reeds drie jaar lang heeft zij getracht haar standpunt op een faire wijze duidelijk te maken en aan te toonen, dat verschillende besluiten in haar nadeel waren. Laat men daarom wel de vergaande consequenties overwegen, die aan eventueel te tref fen maatregelen vastzitten. Spreker herhaalt nog maals, dat de Nederlandsche maatschappij geen enkele overtreding van de Statuten of de Regle menten heeft begaan. De Voorzitter antwoordt, dat, ook al gaat een aan de Metro gelieerde onderneming een begin maken met den bouw van een bioscoop, dit in strijd moet worden geacht met het betreffend reglement. Dit zal het Hoofdbestuur tot het laatst toe verdedi gen. Het bouwen of het huren van een bioscoop be hoort vanzelfsprekend tot het exploiteeren van deze bioscoop, aangezien anders het bouwen im mers geen zin zou hebben. Het Hoofdbestuur is breed genoeg van blik, om in te zien, dat behoor lijke samenwerking met het buitenlandsche bedrijf wenschelijk is, maar het past er voor om zijn voor schriften te krijgen uit welk 'land dan ook. De organisatie van het Nederlandsche film- en bioscoopbedrijf is volkomen capabel om zijn eigen belangen te behartigen. Het is vanzelfsprekend, dat het Hoofdbestuur bereid is alle consequenties van zijn optreden te aanvaarden. Er zijn wel meer leden, die het met sommige maatregelen niet eens zijn, doch het Hoofdbestuur heeft de te nemen maatregelen te bekijken uit een oogpunt van alge meen belang. Spreker acht het voorts vreemd, dat de Neder landsche Metro eenerzijds betoogt, dat zij met de maatschappij, welke gaat bouwen, niets uitstaande heeft, terwijl zij anderzijds aan eenige leden doet weten, dat zij over de productie niet verder kan onderhandelen, omdat de plannen van den nieuw bouw niet van de baan zijn. Het Hoofdbestuur ziet overigens nog steeds niet in, waarom de Metro over deze aangelegenheid geen overleg zou kunnen plegen met dit college. Spreker zal geenszins beweren, dat de Metro, die altijd een van de beste leden van den Bond is ge weest, een slecht lid is, doch hij kan de houding van deze onderneming niet bewonderen. De Bondsdirecteur doet hierop voor lezing van de met de Metro gevoerde correspon dentie en deeld mede, dat het tot nog toe bij den Nederlandschen Bioscoop-Bond gebruikelijk is om zijn eigen besluit zelf te interpreteeren, zonder tusschenkomst van den Nederlandschen rechter. De heer TerLinden (Den Haag) verklaart naar aanleiding hiervan, dat de brieven van de Metro hem niet bevredigen. De eenmaal genomen besluiten, daarover zijn allen het wel eens, dienen geëerbiedigd te worden. Het is thans duidelijk, dat men van plan is te bouwen. De plannen daartoe zijn reeds bij het gemeentebestuur ingediend en het is bovendien duidelijk, dat men een bioscoop bouw i om deze als bioscoop te exploiteeren. Het zou ove rigens een vreemde toestand worden, wanneer iedereen, die daartoe plannen had, een bioscoop zou gaan bouwen met de bewering, dat hij deze slechts ging bouwen en niet exploiteeren. Spreker wekt de vergadering op als één man achter het Hoofdbestuur te staan en dient een motie van orde in van den navolgenden inhoud: ,,De Buitengewone Ledenvergadering van den Nederlandschen Bioscoop-Bond, te Amsterdam bijeen op Maandag, 12 Juli 1937; gehoord het antwoord, hetwelk het Hoofdbe stuur ingevolge vragen van de vergadering heeft gegeven op den zoogenaamden „Open Brief", wel ken de heer F. D. L. Strengholt te Amsterdam op 8 Juli 1937 aan de leden van den Nederlandschen Bioscoop-Bond heeft doen toekomen; van oordeel zijnde, dat het Hoofdbestuur met de gevoerde correspondentie betreffende het plan van de N.V. Metro-Goldwyn-Mayer Filmmaatschap pij of wel van de personen en zaken, die aan deze N.V. verknocht zijn, om in Amsterdam een bio scooptheater te bouwen, een plicht heeft vervuld, welke aan het Hoofdbestuur statutair en regle mentair is opgelegd; spreekt de verwachting uit, dat het Hoofdbe stuur den, ten opzichte van de betreffende Metro- plannen ingeslagen weg zal blijven volgen; besluit aan het Hoofdbestuur op te dragen, om ingeval de N.V. Metro-Goldwyn-Mayer Film maatschappij te Amsterdam of een of meer aan haar verknochte personen en ondernemingen uit voering zou (zouden) gaan geven aan plannen tot het bouwen van een bioscooptheater te Amster dam zonder de daartoe vereischte toestemming van het Hoofdbestuur te hebben verzocht en verkre gen aan de ledenvergadering onverwijld voor stellen te doen toekomen, strekkende tot het tref fen van maatregelen, waarin statuten en regiemen en voorzien; en gaat over tot de orde van den dag." Na eenige discussie wordt deze motie, welke door een groot aantal leden werd onderteekend, met op 7 na algemeene stemmen aangenomen. De vergadering is hierna verdaagd. PENNINGMEESTER AFDEELING DEN HAAG In een buitengewone ledenvergadering van de afdeeling Den Haag, gehouden op Zaterdag 26 Juni is ter voorziening in de vacature J. A. M. Bakker tot penningmeester der afdeeling benoemd de heer D. Siem Sr., Directeur van de N.V. Thea ter Mij. van de Nederlandsche Bioscooptrust te Den Haag, als exploitante van het West-End Theater aldaar.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1937 | | pagina 11