WIJZIGINGEN NAAM- EN ADRESLIJST Pag. 31 Correspondentie-adres Harmonie-Bio scoop, Tilburg, thans: Bredascheweg 308, Tilburg. Pag. 40 R.K.O. Radio Films, thans gevestigd: Keizersgracht 698 Amsterdam, telefoon nummer wordt 30294. UITSPRAKEN RAAD VAN BEROEP De Eerste Kamer van den Raad van Beroep heeft in haar zitting van Woensdag 16 Juni 1937 in hoogste instantie o.m. nog de navolgende uit spraak gedaan: INSCHRIJVING IN HET NAAMREGISTER 12 De Raad van Beroep (Eerste Kamer) van den Nederland- schen Bioscoop-Bond, volgens de Statuten en het Arbitrage Reglement van dien Bond benoemd en aangewezen als „Com missie van Arbitrage" in hooger beroep in geschillen, waarin de Commissie van Geschillen van den Bond in eersten aan leg vonnis heeft gewezen; in aanmerking nemende: dat de N.V. Oostra Toonfilm, gevestigd te Amsterdam, (nader te noemen appellante) op 31 Mei 1937 hooger beroep heeft aangeteekend tegen de uitspraak van de Commissie van Geschillen in het door de N.V. Filmfinancieringsmaat- schappij „Alpha", in liquidatie, (nader te noemen geïntimeer- de) op 24 Februari 1937 aanhangig gemaakt geschil contra voornoemde N.V. Oostra Toonfilm, welk vonnis is gewezen in de zitting van de Derde Kamer der Comissie van Ge schillen d.d. 5 Mei 1937 en aan partijen medegedeeld op 18 Mei 1937; zitting van 16 Juni 1937 op het Bureau van den Nederland- schen Bioscoop-Bond, Achtergracht 19 te Amsterdam. Biosoop-Bond, Ahtergraht 19 te Asterda; dat aldaar op den gestelden tijd namens appellante ver schenen zijn de heeren Max en Michael Kesten, directeuren van de N.V. Oostra Toonfilm, alsmede de heer Mr. M. E. Levenbach, raadsman van appellante en de heer Mr. A. de Leeuw, gemachtigde van geïntimeerde, alsmede de heer E. Noëls, getuige; dat geïntimeerde bij haar schriftelijk verweer voorop heeft gesteld, dat appellante ten onrechte in beroep is gekomen, aangezien zij, geïntimeerde, geen lid is van den Nederland- schen Bioscoop-Bond en zich ook nimmer aan de reglemen ten van den Nederlandschen Biosccop-Bond heeft onderwor pen, doch zich wel en dan uitsluitend heeft verplicht alle geschillen te zullen onderwerpen aan de Commissie van Geschillen van den Nederlandschen Bioscoop-Bond, zonder dat daarbij van hooger beroep op den Raad van Beroep sprake is; dat geïntimeerde mondeling tijdens de zitting van den Raad van Beroep heeft verklaard den Raad van Beroep niet competent te achten om dit geschil in beroep te be handelen; overwegende: dat aan den Raad gebleken is, dat beide contracten van 6 December 1935 tusschen partijen de bepaling inhouden, dat „alle geschillen zullen onderworpen worden aan de Commissie van Geschillen van den Nederlandschen Bioscoop- Bond"; dat echter artikel 1 van het Arbitrage Reglement van den Nederlandschen Bioscoop-Bond bepaalt gelijk de Com missie van Geschillen terecht heeft overwegen dat met uitsluiting van den burgerlijken rechter aan de Bondsarbitrage zijn onderworpen: (c) alle geschillen, waaromtrent door het daarbij betrokken lid met de andere partij is overeengekomen, dat zij ter beslechting zullen worden onderworpen aan de Bondsarbitrage; dat artikel 2 van het Arbitrage Reglement van den Ne derlandschen Bioscoop-Bcnd bepaalt, dat de Bondsarbitrage twee instanties heeft, t.w. de eerste instantie, waarvoor is aangewezen de „Commissie van Geschillen" en de tweede, tevens hoogste instantie, waarvoor is aangewezen de „Raad van Beroep"; dat voorts zoowel in de Statuten als in het Arbitrage Reglement van den Nederlandschen Bioscocp-Bond regelen zijn gesteld voor de benoeming en de functionneering van het Arbitrage-instituut van dien Bond, waarvan de Com missie van Geschillen een deel uitmaakt; dat de Commissie van Geschillen dus niet is een zelfstandig instituut, hetwelk opdrachten tot arbitreeren kan aanvaarden, doch gehouden is aan de door den Bond met betrekking tot het Arbitrage-instituut als zoodanig vastgestelde reglemen teering; dat partijen bij het aangaan der overeenkomsten, waarin de clausule is opgenomen, dat „alle geschillen zullen onder worpen worden aan de Commissie van Geschillen van den Nederlandschen Bioscoop-Bond", deze Commissie van Ge schillen of derzelver leden, die overigens daarin niet is (zijn) gekend, een last tot arbitreeren niet heeft (hebben) aan genomen; dat, waar uit de door geïntimeerde opgeworpen exceptie valt af te leiden, dat partijen, althans geïntimeerde, bij het aangaan van bedoelde overeenkomsten kennelijk de bedoe ling hebben (heeft) gehad uitsluitend de Commissie van Geschillen voor uit deze overeenkomsten voortspruitende ge schillen te erkennen, zonder er rekening mede te houden, dat, gelijk hiervoor is overwogen, de Commissie van Geschillen niet is los te maken van het Arbitrage-instituut, d.w.z. zoowel de Commissie van Geschillen' als de Raad van Beroep dit instituut zich onbevoegd moet verklaren van het geschil, hetwelk tusschen partijen is gerezen, kennis te nemen; dat uit het voorgaande volgt, dat ook de Commissie van Geschillen niet bevoegd was van het onderhavig geschil kennis te nemen, als hoedanig zij zich ook zeer zeker zou hebben verklaard, indien zij had geweten, dat partijen, althans geïntimeerde, met de betreffende contractsbepaling kennelijk de bedoeling hebben (heeft) gehad hooger beroep van de beslissing van de Commissie van Geschillen uit te sluiten, temeer waar zij hetgeen ook niet anders mogelijk was heeft verklaard uitspraak te doen als arbitragecommissie, wier beslissingen vatbaar zijn voor hooger beroep bij den Raad van Beroep van den Bond; verklaart: dat de scheidsgerechten van den Bond onbevoegd zijn om van de ingestelde vordering kennis te nemen en mitsdien het vonnis van de Commissie van Geschillen als niet gewezen en dus nietig moet worden beschouwd; verstaat: dat de arbitragekosten a 20.ten laste komen van ge- intimeerde (eischeres). Ingevolge art. 4 van het Reglement op het Naamregister, zijn de navolgende verzoeken tot inschrijving van titels in het Naamregister gedaan. Voor het indienen van bezwaren tegen de verlangde inschrijving, welke vóór 26 Juli e.k. schriftelijk bij het Hoofdbestuur moeten worden ingediend, raadplege men art. 6 van het Reglement op het Naamregister. Datum waarop in schrijving ver zocht is Titels waaronder de films in Nederland wordeij uit gebracht Naam van den houder der ex ploitatie-rechten 6 Juli 7 8 13 13 13 13 1937 Colosseum Als d2 lente komt Alles aus Liebe zu Dir Ridders zonder vrees óf blaam Stcrmduivels Een goeie lobbes He; lied van de haven Ufa Warner Melior Films Metro

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1937 | | pagina 14