INSCHRIJVING IN HET NAAMREGISTER is bekabeld en dat bij een poging om deze beschadiging te herstellen eenige dupes in de film moesten worden aange bracht; dat een en ander zich echter heeft voorgedaan, vóór dat de overeenkomst inzake genoemde film met eischeres werd aangegaan; dat er niettemin van dit negatief vele, alles zins bruikbare copieën zijn vervaardigd; dat de film nimmer in strijd met eenige bepaling van de overeenkomst is ver toond en dat de vertooning er van te Leeuwarden voor een gesloten gezelschap is geschied; dat de film te Oostenrijk uitsluitend is vertoond in een besloten voorstelling voor het Corps Diplomatique en andere genoodigden te Weenen; dat gedaagde terzake van de door eischeres gevorderde schadevergoeding aanvoert, dat eischeres haar verschillende malen heeft medegedeeld, dat het haar niet mogelijk was een redelijken prijs voor deze film in het buitenland te maken; dat de Commissie van Geschillen van oordeel is, dat de beschuldigingen van eischeres als zou de film „Neder land" in strijd met eenige bepaling van de overeenkomst dd. 10 December 1934 door of vanwege gedaagde in Neder land of in het buitenland zijn vertoond en gedaagde in ge breke zou zijn gebleven aan eischeres het origineel negatief van de film „Nederland" beschikbaar te stellen door het verweer van gedaagde volkomen worden weerlegd en eische res er niet in geslaagd is haar beweringen (behoudens voor wat de kwestie-,.Living in the Netherlands" betreft), ook maar eenigszins met bewijzen te staven; dat uit het door de Commissie ingesteld onderzoek is ge bleken, dat er geen grond bestaat om aan de goede trouw van gedaagde, ook in de affaire van de film „Living in the Netherlands", te twijfelen, maar dat gedaagde verzuimd heeft (al moge dit verzuim onopzettelijk zijn geschied) de ver- eischte toestemming van eischeres te vragen voor het afstaan van eenige gedeelten der film „Nederland" aan de firma Visonor te Londen en derhalve aansprakelijk is voor alle gevolgen, welke het afstaan dezer gedeelten met zich brengt (waarbij echter de vertooning der film „Living in the Nether lands" in Engelsche scholen, waardoor hoegenaamd geen schade aan eischeres kan zijn veroorzaakt, buiten beschou wing kan blijven) dat immers uit het feit, dat de film „Living in the Nether lands" op 2 Juni 1937 in een zgn. trade-show in Londen is vertoond, volgt, dat het voornemen bestaat deze film in het openbaar in Engeland te vertoonen, waardoor, voor wat betreft de in genoemde film opgenomen gedeelten der film „Nederland", inbreuk zou worden gemaakt op de rechten van eischeres; dat echter de Engelsche firma Visonor heeft aangeboden voor het gedeelte der film „Nederland" (circa 100 Meter), dat in de film „Living in the Netherlands" is verwerkt, een bedrag van fte betalen, welk aanbod door gedaagde schriftelijk ter kennis van eischeres is gebracht, en hetwelk eischeres niet heeft willen accepteeren; dat ingeval de in de film „Living in the Netherlands" ver werkte gedeelten der film „Nederland" desondanks in het openbaar in Engeland zouden worden vertoond, (hetgeen de Commissie niet waarschijnlijk acht) gedaagde, die onrecht matig deze gedeelten aan de Engelsche firma Visonor heeft afgestaan, gehouden is de daaruit voor eischeres voortvloeien de schade aan eischeres te vergoeden; dat de Commissie, die de wijze, waarop eischeres haar klacht heeft samengesteld, en de daarin gebruikte „kracht termen" allerminst gewettigd acht door de feiten, waarop zij haar vorderingen vermeent te kunnen steunen, (waarbij erop gewezen dient te worden, dat eischeres wel terugvordert hetgeen zij aan gedaagde voor de firm heeft betaald, maar niet aftrekt datgene, wat de film haar heeft opgebracht), evenmin voor toewijzing vatbaar acht de vordering van eischeres tot ontbinding der overeenkomst tusschen partijen, maar van oordeel is, dat, waar de tusschen partijen aan gegane overeenkomst noch in artikel 1 inzake het alleen- vertooningsrecht der film „Nederland" voor de gebieden Nederland, Ned. koloniën en België, noch in art. 10 inzake het alleenverkoopsrecht der film voor de geheele wereld aan geeft voor welken tijdsduur deze rechten door gedaagde op eischeres zijn overgedragen, deze tijdsduur geacht moet wor den te zijn vijf jaren sinds het aangaan der overeenkomst, zijnde de usantieele tijdsduur voor het overdragen van ver- tooningsrechten van films; Ingevolge art. 4 van het Reglement op het Naamregister, zijn de navolgende verzoeken tot inschrijving van titels in het Naamregister gedaan. Voor het indienen van bezwaren tegen de verlangde inschrijving, welke vóór 20 Augustus e.k. schriftelijk bij het Hoofdbestuur moeten worden ingediend, raadplege men art. 6 van het Reglement op het Naamregister. Datum Titels waaronder de films Naam van den waarop in schrijving ver zocht is in Nederland worden uit houder der ex gebracht ploitatie-rechten 14 Juli 1937 Hoogspanning! Levensge vaarlijk Warner Bros 14 Mysterie van de Blauwe Vaas 17 Verloren Paradijs L.C.B. Filrndistr. 22 San Quentin Warner Bros 23 De zwarte Ruiter .i 28 Om de heerschappij der zee L.C.B. Filrndistr. 28 Zes uur verlof 30 't Begon in Parijs Paramount 30 Brandende dollars 30 Bruiloft in Waikiki 30 Cassidy's offer 30 Gebrandmerkt 30 Onder Cassidy's banier 30 Paramount Follies 1938 30 De terugkeer van Sophie Lang 30 De verborgen bruid 31 Arzt aus Leidenschaft Europa-Film 31 Madame Bovary 31 De Dochter van den Samurai 31 Liebe gcht seltsame Wege 2 Aug. Vlucht voor het verleden Tobis 2 De dorpsrechter 2 Parade der Sterren 2 De Stem uit den Aether 2 De afgod van Parijs 2 Manege 2 Het vrouwtje van Papa 2 Kareltje op dwaalwegen 2 De Koralenprinses 2 Het signaal in den nacht 2 De tweede vrouw '2 Danton's dood 2 Das Land des Laechelns 2 Kleine en groote liefde 2 Na middernacht 2 Driekoningenavond 2 Met geheime orders 2 Einmal werd' ich dir qefallen 2 3 'X Gabrielle 2 Yvette 2 De Citadel van Warschau 2 De dertiende gezworene 2 De tijger van Eschnapoer 2 Die fromme Luege 2 Het vergif 2 ii Circusreizigers 2 5.000.000 zoeken een erf genaam 2 De onweerstaanbare 2 Het kattenbruggetje 2 Een beetje comedie 2 Ik heb je lief

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1937 | | pagina 14