Het amendement van de Afdeeling Den Haag
op art, 8 wordt overgenomen.
Eveneens wordt overgenomen het amendement
van de Afdeeling Den Haag op art. 12, nadat het
door het Hoofdbestuur gewijzigd is in dezen zin,
dat voor de woorden „individueele leden" in
de plaats komen de woorden „individueele per
sonen".
Het amendement van de Afdeeling „Het Cen
trum" op art. 12 wordt ingetrokken.
De amendementen van de Afdeelingen Amster
dam en Den Haag en van de Metro, om het derde
lid van art, 14 te doen vervallen, wordt door het
Hoofdbestuur overgenomen.
De overige amendementen op dit artikel worden
ingetrokken.
Eveneens worden ingetrokken de amendemen
ten van de Afdeeling „Het Centrum" op artikel 15.
Artikel 15 wordt op voorstel van het Hoofdbe
stuur zoodanig gewijzigd, dat het verhoor als in
dit artikel bedoeld kan geschieden door of van
wege het Hoofdbestuur.
De Directeur deelt daarna mede, dat het nieuwe
art. 16 in de praktijk tot complicaties zou kunnen
leiden, weshalve het Hoofdbestuur voorstelt artikel
16 te doen vervallen en artikel 15 dienovereenkom
stig te wijzigen.
Aldus wordt besloten.
De Directeur deelt mede, dat het Hoofd
bestuur tegen het principe van het amendement der
Afdeeling Den Haag op artikel 22 inzake het gel
delijk beheer geen bezwaar heeft. Het eerste lid
van dit amendement, hetwelk beoogt het beheer
der geldmiddelen te reglementeeren, wordt door
het Hoofdbestuur ontraden. Dit zou immers tot
verstarring leiden.
De heer Alter handhaaft daarentegen het
amendement van de Afdeeling Den Haag. De be
grooting moet volgens spreker door de algemeene
ledenvergadering worden goedgekeurd. De wijze,
waarop het geldelijk beheer dient te geschieden,
moet volgens hem worden gereglementeerd.
De Directeur zegt. dat 't Hoofdbestuur zich
hiertegen blijft verzetten, omdat vooral in het gel
delijk beheer geen starheid mag intreden. De
alinea van het amendement, waarin wordt voorge
steld, dat aan de jaarlijksche algemeene leden
vergadering rapport wordt uitgebracht door een
door de algemeene vergadering aan te wijzen ac
countant, welke lid moet zijn van het Nederlandsch
Instituut van Accountants, wordt overgenomen, na
dat hieraan zijn toegevoegd de woorden „zoo dit
instituut bestaat".
Besloten wordt artikel 22 in dien zin te wijzigen.
De amendementen van de Bedrijfsafdeeling
Filmverhuurders en van de Afdeeling Den Haag
op artikel 24 wordt ingetrokken.
De heer Boekraad (Eindhoven) vraagt, of
in artikel 23 onder afdeelingen ook wordt verstaan
de Afdeelingsraad.
De Directeur antwoordt bevestigend.
Ingetrokken wordt het amendement van de Be
drijfsafdeeling Filmverhuurders op artikel 25.
Overgenomen wordt het amendement van de
Afdeeling Den Haag op artikel 27 om de rekening
en verantwoording, zoowel als de begrooting te
onderwerpen aan de goedkeuring van de verga
dering.
In behandeling komen hierna de amendementen
op artikel 29.
De Directeur betoogt, dat het Hoofdbestuur
tegen overneming van deze amendementen ernstig
bezwaar maakt, in het bijzonder van dat van de
Afdeeling Amsterdam, waarmede wordt beoogd,
dat ook een of meer leden voorstellen bij de alge
meene ledenvergadering aanhangig kunnen maken
tot het vaststellen van bedrijfsbesluiten. Voor zoo
ver het betreft bedrijfsbesluiten en bedrijfsregle-
menten behoort het initiatief daartoe uit te gaan
uitsluitend van het Hoofdbestuur, dat de conse
quenties, verbonden aan het nemen van zulke be
sluiten kan overzien. Daarom mogen de betreffen
de besluiten slechts genomen worden op voorstel
van het Hoofdbestuur.
De heer Strengholt deelt mede. dat de
Metro haar amendement op art. 29 intrekt.
De heer Du Mée (Amsterdam) betoogt, dat
alleen de algemeene ledenvergadering het wetge
vend lichaam is in den Bond. Zij is souverein en
daarom behoort zij bevoegd te zijn tot het nemen
van besluiten en het maken van voorschriften
en niemand anders en moeten de leden indi
vidueel het recht hebben het initiatief daartoe te
nemen.
De heer Kinsbergen (Den Haag) deelt
mede, dat de Afdeelingsraad het amendement van
de Afdeelinq Amsterdam ondersteunt.
De heer Gelder (Amsterdam) bepleit voor de
leden afzonderlijk het recht om. indien zij een af
wijkende meening hebben, deze in den vorm van
een initiatief-voorstel in de algemeene vergadering
ter tafel te brengen.
De heer B. D. O c h s e (Haarlem) acht het een
groote fout, indien het amendement van de Afdee-
link Amsterdam wordt gehandhaafd. Indien men
de figuur „ledenraad" accepteert, moet men con
sequent blijven en niet door een achterdeur een
willekeurige meerderheid in de algemeene leden
vergadering in het leven roepen.
De Voorzitter wijst erop, dat ook in deze
Statuten de souvereiniteit van de ledenvergadering
gehandhaafd blijft. De kwestie betreft hier het
maken van bedrijfsbesluiten. Bepaalde zaken kun
nen nu eenmaal beter door het Hoofdbestuur wor
den overzien. Daarom dienen voorstellen te dezen
opzichte slechts te komen van het Hoofdbestuur.
Het Hoofdbestuur beoogt overigens niets nieuws.
Het is slechts een consolideering van een bestaan
den toestand, want ook de bestaande Statuten la
ten niet toe, hetgeen de Afdeeling Amsterdam wil.