de N.V. Zevende Bou y Maatschappij „Nieuw Rustenburg",
noch bij een andere gt.jgenheid;
dat de Commissie voorts als getuige heeft gehoord den
heer H. Maurits voornoemd, die verklaard heeft, dat toen
partijen op het kantoor van den heer Mr. H. Ligtenberg
voornoemd bij elkaar kwamen om het contract gereed te
maken, het tusschen partijen reeds vaststond, dat in totaal
dcor gedaagde aan eischeres een bedrag van fzou
worden betaald en dat daarover op het kantoor van den
heer Mr. Ligtenberg slechts terloops en zeer in het kort
tusschen partijen is gesproken op een tijdstip, toen de heer
Mr. Ligtenberg eenigen tijd de kamer, waarin de besprekin
gen werden gevoerd, had verlaten;
dat gedaagde erkend heeft, dat de heer Mr. Ligtenberg
inderdaad bij de vorenbedoelde besprekingen eenige minuten
niet aanwezig is geweest;
dat uit het' vorenstaande volgt, dat de schriftelijke verkla
ring van den heer Mr. H. Ligtenberg niet in tegenspraak is
met die van de heeren Van Tol, Ncëls van Wageningen
en Maurits voornoemd;
dat eischeres gesteld heeft, dat reeds onmiddellijk bij het
aangaan der overeenkomst tusschen partijen, waarbij ge
daagde zie. accoord heeft verklaard met een koopsom van
f voor de zaak van het Casino Theater, tusschen par
tijen vaststond, dat de rechten op de projectie-reclame van
dit theate- 'et aan gedaagde zouden worden overgedragen;
dat ge ^e deze' stelling niet heeft betwist, zoodat aan-
genomèr -rt te worden, dat die stelling juist is;
dat de lissie van oordeel is, dat de vordering van
eischer. c verklaringen van de getuigen, althans de
heeren '- ai) i "n Maurits werdt gestaafd en derhalve ge
grond moet wt, en eacht;
dat mitsdien dsjfvordering van eischeres moet worden toe
gewezen en gedaagde moet worden veroordeeld om aan
eischeres tegen ben ..rlijk bewijs van kwijting te betalen
een bedrag van
dat gedaagde voorts verplicht moet werden geacht, in
dien zij na 15 Juni 1939, door gebruik te maken van het in
het huurcontract voorzien optierecht, de exploitatie van het
Casino Theater te 's-Gravenhage voortzet of aan derden
overdraagt, aan eischeres te betalen een bedrag van
dat gedaagde moet worden veroordeeld in de geschilkosten,
welke 'de Commissie, in aanmerking nemende de uitvoerige
behandeling, welke aan deze zaak is gewijd, heeft bepaald
op ƒ60.—.'
Inzake het door de firma H. Bedak en E. Coppel, geves
tigd te 's-Gravenhage op 5 Augustus 1937 aanhangig ge
maakt geschil contra de firma Splendid Film, eveneens ge
vestigd te 's-Gravenhage, dat aan eischeres (Bedak en
Coppel) haar vordering moet worden ontzegd met hare
veroordeeling in de geschilkosten, bedragende 20.—, zulks
op grond van de overweging:
dat eischeres in hoofdzaak stelt, dat zij de firma Splendid
Film heeft aangewezen om met den heer A. G. van Tol
te 's-Gravenhage voor eischeres te onderhandelen over de
overname van het Casino Theater aldaar: dat volgens over
eenkomst gedaagde te dier zake bij reusite van eischeres
een belooning zou genieten van dat gemelde over
name van het Casino Theater daadwerkelijk heeft plaats
gehad en dat eischeres aan gedaagde de overeengekomen
f heeft aangeboden; dat eischeres inmiddels heeft ver
nomen, dat gedaagde van den heer Van Tol een remuneratie
of provisie voor diens bemoeiing in voormelde aangelegen
heid heeft genoten, terwijl haar voorts werd bericht dat het
Casino 1 heater aan anderen was aangeboden voer bedragen
van en van terwijl zij daarvoor een veel hooger
bedraq heeft moeten betalen; dat eischeres zich door ge
daagde benadeeld acht, daar zij van de tegenpartij gelden
heeft aangenomen, ondanks dat zij zich verplicht had in
het belang van eischeres te werken om het Casino 1 heater
zoo goedkoop mogelijk voor eischeres te verkrijgen; dat
eischeres haar belangen door gedaagde verwaarloosd acht
en dat gedaagde in strijd heeft gehandeld met haar verplich
tingen voortspruitende uit de lastgeving en dat zij derhalve
gehouden is de daardoor voor eischeres ontstane schade aan
deze laatste te vergoeden; dat eischeres van gedaagde vor
dert een schadevergoeding van of zooveel minder
als de Commissie naar billijkheid raadzaam zal oordeelen;
dat gedaagde zich op het standpunt stelt, dat zij niet
in opdracht van eischeres bij den verhuur van het Casino
Theater te 's-Gravenhage is opgetreden, daar zij dit theater
voor een bepaalden prijs van de N.V. Zevende Bouw Maat
schappij „Nieuw Rustenburggevestigd te 's-Gravenhage,
de rechthebbende op dat gebouw, in handen had gekregen
en de exploitatierechten van dat gebouw naar eigen goed
dunken kon verkcopen;
dat eischeres ter zitting van de Commissie van Geschillen
heeft erkend, dat het haar reeds, toen zij met gedaagde ter
zake van het Casino Theater in onderhandeling trad, bekend
was, dat het theater voor bedragen van en van
faan anderen was aangeboden, waarbij als doorslag
gevende factor aangenomen kan worden, dat eischeres er
groot belang bij had, dat het naast haar Roxy Theater ge
legen Casino Theater niet in handen van concurrenten
kwam;
dat daardoor de grondslag aan de vordering van eischeres
wordt ontnomen;
dat derhalve de vordering van eischeres als zijnde on
gegrond aan eischeres moet worden ontzegd, met hare ver
oordeeling in de geschilkosten.
Inzake het door de firma Bakker en Schoon, vroeger ex-
ploiteerende het Trianon Theater te 's-Gravenhage, op 28
Juli 1937 aanhangig gemaakt geschil contra de N.V. Nether-
lands Fox Film Corporation, gevestigd te Amsterdam, waar
bij de Commissie verklaart, dat van het door eischeres (Bak
ker en Schoon) bij den Nederlandschen Bioscoop-Bond ge
deponeerd bedrag van faan gedaagde (Fcx) moet
worden uitbetaald f en aan eischeres moet worden
gerestitueerd
Voorts ontzegt de Commissie aan eischeres haar contra
gedaagde ingestelde vordering tot schadevergoeding en ver
oordeelt zij 'gedaagde in de kosten van het geschil, bedra
gende f 20.
Deze uitspraak is gegrond op de navolgende overweging:
dat eischeres in hoofdzaak stelt, dat zij op of omstreeks
15 Juli 1935 met gedaagde een overeenkomst is aangegaan
inzake den z.g. verhuur en huur van 10 hoofdfilms, behoo-
rendc tot ged'aagde's productie 1935/1936 in z.g. derde ver
tooning Den Haag, waarbij als auteursprijs is bedongen
20% der netto-recette met een garantie van per
film; dat deze productie o.m. zou bevatten drie Shirley
Temple-films en dat gedaagde slechts twee van deze film
aan eischeres heeft geleverd, hoewel ook de derde Shirley
Temple-film beschikbaar was; hetgeen o.m. blijkt uit het
feit, dat deze film in verschillende plaatsen van ons land
is vertoond; dat eischeres er aanvankelijk mede accoord is
gegaan, dat gedaagde, die had toegezegd, dat de derde
Shirley Temple-film om redenen van bedrijfspolitieken aard
niet in Nederland in roulatie zou worden gebracht, haar
deze film niet zou leveren, terwijl eischeres toen voor twee
andere door gedaagde te leveren films, waarvan één in de
plaats zou komen 'van de vorenbedoelde Shirley Temple-
film, inzetdata heeft vastgesteld; dat zij evenwel later heeft
geconstateerd, dat de derde Shirley-Temple-film o.m. m
Nijmegen werd vertoond, waaruit zij geconcludeerd heeft,
dat gedaagde haar toezegging om deze film niet in Neder
land in roulatie te brengen, niet was nagekomen; dat eische
res op deze gronden zich ontslagen achtte van de voren
bedoelde accoord-verklaring, alsmede van de beide inzet
data dezer films; dat zij dan ook van gedaagde wegens het
in gebreke blijven van het leveren der derde Shirley Temple-
film een schadevergoeding vordert van of zooveel
minder als de Commissie billijk acht, terwijl zij tevens der
Commissie verzocht heeft te verklaren, dat het door haar
ingevolge sommatie van de Filmhuurschuld-Commissie bij
den Nederlandschen Bioscoop-Bond gedeponeerd bedrag van
f(zijnde de filmhuur van de beide films, waarvoor
eischeres aanvankelijk inzetdata aan gedaagde had opge
geven) aan haar moet worden gerestitueerd;
dat gedaagde hiertegen in hoofdzaak aanvoert, dat zij aan