VAN MACHTSMISBRUIK GESPROKEN
wordt berekend, schuldig heeft gemaakt aan een
onrechtmatige en zelfs strafbare handeling.
Het bestuur van de Afdeeling Amsterdam is
aanstonds met kracht opgetreden en ingevolge zijn
opdracht heeft de rechtskundige raadsman van den
Bond reeds de noodige stappen ondernomen, waar
bij bedoelde vereeniging aansprakelijk is gesteld
voor de schade, die uit vorenstaande gestes voor
de betreffende ondernemingen zou kunnen voort
vloeien. Namens de exploitanten is de vereeniging
gesommeerd de verspreiding van bedoelden folder
onmiddellijk te staken en zich er in den vervolge
van te onthouden op eenigerlei dergelijke of an
dere wijze bij het publiek valsche voorstellingen te
wekken ten aanzien van eenig resultaat harer be
moeiingen met betrekking tot de verkrijging van
entreebewijzen der door deze exploitanten geëx
ploiteerde bioscopen en voor zoover zoodanige
voorstellingen reeds mochten zijn gewekt door
toezending van de betreffende folders of anders
zins, op ondubbelzinnige wijze kenbaar te maken,
dat de bioscopen met deze vereeniging geenerlei
betrekking onderhouden en aan de leden daarvan
geenerlei prijzenreductie toestaan.
In Leiden was het een winkel-combinatie die
zich aan soortgelijke practijken schuldig maakte
door een spaarzegel-reclame op touw te zetten,
waaraan door de klanten gratis kon worden deel
genomen. De spaarzegels konden o.m. ingewisseld
worden voor een bioscoop-abonnement van de
meest bekende plaatselijke theaters. Ook hier ge
schiedde zulks zonder dat de betreffende exploi
tanten van een en ander op de hoogte waren.
Hoezeer het dezerzijds ook wordt begrepen, dat
de winkeliers zoeken naar een bijzonderen vorm
van reclame, kon natuurlijk een dergelijk geheel
willekeurig gebruiken van den naam der betreffen
de bioscopen en de entreebewijzen, welke door
haar worden verstrekt, niet worden getolereerd,
daargelaten of een dergelijke wijze van reclame
maken door de winkeliers in kwestie, evenals die
van de meergenoemde vereeniging in Amsterdam,
in overeenstemming kan worden geacht met het
goed fatsoen.
Wij behoeven hier wel niet aan toe te voegen,
dat ook in Leiden onzerzijds onmiddellijk is op
getreden.
Waar wij vermoeden hebben, dat ook elders de
populariteit en de attractiviteit van de bioscoop
op een dergelijke wijze worden misbruikt, dringen
wij erop aan, dat alle exploitanten, die zulks moch
ten constateeren, het Hoofdbestuur van een en
ander onmiddellijk in kennis stellen.
De filmvoorstellingen in onze bioscopen zijn nu
eenmaal geen lokmiddelen, geen ruilobjecten, geen
toko-artikelen. Daarvoor zijn zij van te hooge
rangorde, daarvoor is ook het kapitaal, hetwelk
ermede gemoeid is, te groot en vereischt de ex
ploitatie ervan te veel kunde en te veel zorg.
Rond het Bioscoop-conflict te Tegelen, dat reeds
vier jaren hangende is en eigenlijk gezegd in het
vergeetboek dreigde te raken, is plotseling eenige
rumor in casa.
Naar verluidt heeft het bestuur van de plaat
selijke afdeeling van „Herwonnen Levenskracht"
in die gemeente tijdens een in het volkshuis aldaar
georganiseerden propaganda-avond aan de ver
gadering medegedeeld, dat de aangekondigde ver
tooning van de film „Zonnebloemen" geen door
gang kon vinden, omdat, indien de film wèl zou
worden vertoond, het bestuur van „Herwonnen
Levenskracht" zou kunnen worden beboet met
2000.—.
Een en ander doet, wanneer men de omstandig
heden niet kent, nogal sensationeel aan. Meer ver
klaarbaar wordt het, wanneer men de situatie kent.
Zooals men weet heeft het Hoofdbestuur jaren
lang zijn aandacht moeten schenken aan de bio
scoopexploitatie in Tegelen, aangezien deze nim
mer loonend kon worden gemaakt als gevolg van
het feit, dat wegens de daar bestaande leeftijds
grens-verordening personen beneden de 18 jaar
niet tot de bioscoop mochten worden toegelaten.
Ondanks herhaalde pogingen om het gemeente-be
stuur van Tegelen tot andere gedachten te bren
gen handhaafde dit zijn aanvankelijk ingenomen
standpunt, met het gevolg, dat het Hoofdbestuur,
voor de keuze om de exploitatie ter plaatse finan
cieel te doen ondergaan ofwel ter voorkoming van
deze debacle de bioscoop aldaar te sluiten, nood
gedwongen het laatste middel koos.
Het is heel begrijpelijk, dat het Hoofdbestuur ter
bescherming van de zakelijke belangen van een lid
van den Bond, wien het bestaan onmogelijk wordt
gemaakt en groote schade wordt toegebracht, als
ook in het belang van den bioscoop-stand in het
algemeen, alle middelen te baat neemt om te voor
komen, dat diverse beunhazen of vereenigingen
van de gelegenheid zouden profiteeren door clan
destien filmvoorstellingen op touw te zetten. Dit
is tot heden onmogelijk gebleken.
Ieder, die onbevooroordeeld is, zal aanstonds
toegeven, dat hier onzerzijds slechts een eerlijk,
standpunt wordt ingenomen ten opzichte van een
gemeente, welke met volkomen negatie van de
ontwikkeling der film in de laatste jaren groot na
deel toebrengt aan ons bedrijf.