MINIMUMPRIJZENREGLEMENT Nu het Hoofdbestuur de ingediende beroepen tegen de beslissingen van de onderscheidene P. C. Colleges in tweede instantie heeft behandeld, zul len, gelijk aan de betrokkenen dezer dagen zal worden medegedeeld, op Vrijdag, 5 November a.s. de vastgestelde minimum-entreeprijzen ook van kracht worden voor die gemeenten, waar hangende de beroepen, tot dan toe geen minimumprijzen golden. Op Vrijdag, 5 November a.s. zal derhalve voor alle bioscopen in Nederland het Minimum-Prijzen- Reglement in werking zijn getreden. Dit beteekent, dat afzonderlijke minimumprijzen zijn vastgesteld voor elke gewone permanente bio scoop, voor elk journaaltheater en voor alle voor stellingen van reizende bioscopen. Dit beteekent bovendien, dat deze afzonderlijke minimumprijzen gelden zoowel voor avondvoorstellingen als voor ochtend-, middag- en kindervoorstellingen, alsmede voor de biljetten, die worden uitgereikt als ver goeding voor bewezen diensten. Het maximum aantal dezer biljetten is voorts vastgesteld, alsmede het maximum aantal plaatsen, waarvoor de vast gestelde minimumprijzen mogen gelden in elke ge wone permanente bioscoop afzonderlijk en voor alle voorstellingen van reizende bioscopen, welk ma ximum aantal nimmer meer mag bedragen dan 1[o van het totaal aantal. Eerst 3 maanden nadat de vastgestelde minima definitief zijn geworden, zal op schriftelijk ver zoek, zoowel van een of meer permanente biosco pen in de betreffende gemeente, als van den Voor zitter en van den Vice-Voorzitter van het Hoofd bestuur aan de Prijzen-Commissie wijziging kun nen worden verzocht. Wijzigingen, voor dien tijd aangevraagd, zullen niet in behandeling kunnen worden genomen. Ons bedrijf heeft het voorrecht, dat de maat regelen te zijnen behoeve genomen, in handen zijn bij de eigen organisatorische instanties. Het blijft daardoor verschoond van ambtelijke behandeling en ambtelijken sleur. Zoo was het mogelijk, dat ten aanzien van de procedure van de vaststelling van minimumprijzen voor de eerste maal, door het Hoofdbestuur eenigs- zins de hand werd gelicht, omdat het aannemelijk werd geacht, dat niet iedereen aanstonds met de nieuwe materie, welke eenigermate ingrijpt in dz interne aangelegenheden van de bedrijfsgenooten, vertrouwd was. Zoo zijn o.m. bezwaren door de P. O Colleges behandeld, welke niet reglementair waren ingediend en evenzeer beroepen door het Hoofdbestuur, welke of niet gemotiveerd waren, of waren aanhangig gemaakt zonder dat b.v. be zwaren waren ingediend. Ten einde de leden tegemoet te komen, is in alle opzichten zooveel mogelijk soepelheid be tracht. Dat wil echter niet zeggen, dat het Hoofdbe stuur daarmede een precedent heeft willen schep pen. Nu het reglement definitief is uitgevoerd, is te verwachten, dat voortaan nauwlettend zal wor den toegezien, dat ook ten aanzien van de proce dure bij de totstandkoming van de minimum-entree prijzen strikt reglementair zal worden gehandeld. De leden zullen begrijpen, dat vanzelfsprekend van de ingevolge dit reglement vastgestelde mini mumprijzen niet mag worden afgeweken door het verl'eenen van faciliteiten op welke wijze dan ook. Wij brengen hierbij in herinnering, dat het toe zicht op de naleving van de ingevolge dit regle ment genomen besluiten en van de voorschriften van dit reglement voor de gemeenten, die behooren tot een plaatselijke of provinciale afdeeling van den Bond, opgedragen is aan de betreffende afdee- lingsbesturen, en voor de overige gemeenten aan den Afdeelingsraad. Overtreding van eenig ingevolge dit reglement genomen besluit of van eenig voorschrift van dit reglement wordt overeenkomstig art. 17 beschouwd als een handeling in strijd èn met de algemeene belangen van het geheele Nederlandsche film- en bioscoopbedrijf èn met de speciale en plaatselijke belangen van de leden der betreffende Plaatselijke of Provinciale Afdeeling, zoodat daarop van toe passing zijn art. 17 der Statuten en art. 6 van het Uniform Reglement van den Bond. Als overtredingen worden mede aangemerkt alle handelingen, die de blijkbare bedoeling hebben de bepalingen van dit Reglement of eenig ingevolge dit Reglement genomen besluit te ontduiken, zulks met inachtneming van zoowel de strekking als de bewoordingen dier bepalingen en besluiten. BIOSCOPEN IN OOSTENRIJK CONTRA WESTERN ELECTRIC Twintig groote Oostenrijksche bioscooponderne mingen hebben bij het Handelsgerecht te Weenen een proces aanhangig gemaakt tegen de Western Electric, welke firma zij beschuldigen van uit buiting. De situatie is zoo, dat circa 25 bioscoopexploi tanten zich bij de projectie bedienen van het Western Electric systeem, waarvoor zij ieder een huur van gemiddeld 80.000 schilling voor een pe riode van 10 jaar hebben te betalen. Bovendien hebben zij de verplichting, voor zoover het Wee nen betreft als vergoeding voor zgn. service 90 a 100 schilling per maand te betalen en voor zoover 't de provincie aangaat ca. 30 schilling. De ondernemingen in kwestie eischen thans, dat de betreffende contracten nietig worden verklaard op grond van het feit, dat deze destijds noodge dwongen en overhaast gesloten zijn. Bovendien is tegen den directeur-generaal, als mede tegen een der ingenieurs van de Western

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1937 | | pagina 9