erop, dat uit het bedrag, waarop het onderzoek is
begroot, reeds blijkt, dat rekening is gehouden
met het feit, dat een groot aantal zaken over een
accountant beschikt. Er blijven echter nog altijd
een aantal kleinere zaken over, ten aanzien waar
van het onderzoek meer werk vereisrhf
Nadat nog eenige leden over di_ stel het
woord hebben gevoerd, wordt het me. gcmeene
stemmen goedgekeurd.
Met algemeene stemmen wordt voorts besloten
tot wijziging van het Minimum-Prijzen-Reglement
in dier voege, dat de vaststelling van het maximum
aantal plaatsen, waarvoor de minimum-prijzen mo
gen gelden, komt te vervallen, voor zoover het
ochtend- en kindervoorstellingen betreft. Als ge
volg van deze wijziging luidt artikel 4 Cc. als
volgt:
Vaststelling van het maximum-aantal plaatsen,
waarvoor de vastgestelde minimumprijzen mogen
gelden in elke gewone permanente bioscoop afzon
derlijk en voor alle voorstellingen van reizende
bioscopen, behoudens de onder C.b. 1 en 4 van dit
artikel bedoelde voorstellingen van gewone per
manente bioscopen; dit aantal kan worden uitge
drukt in procenten van het totaal aantal plaatsen,
maar mag nimmer meer bedragen dan 1/3 gedeelte
van dat totaal-aantal".
Aan de orde is vervolgens het voorstel tot wijzi
ging van het Algemeen Reglement alsmede van
het Arbitrage Reglement, overeenkomstig de door
het Hoofdbestuur samengestelde concepten.
De Bondsdirecteur deelt mede, dat op art. 1 A.c.
van de N.V. Metro-Goldwyn-Mayer Film Mij. en
van de Internationale Film Agentuur, beide te Am
sterdam, amendementen binnen zijn gekomen om
de woorden ,,en alle verdere gegevens worden
verstrekt, die door het Hoofdbestuur worden ver
langd" te doen vervallen, alsmede een amende
ment van de Metro om art. 1 C te doen luiden als
volgt: Onder „leiders" als bedoeld onder a en b
worden verstaan: De eigenaars en mede-eigenaars
van de zaak van het betreffend lid, voor zoover
dit is een maatschap of vennootschap onder firma
of een individueele persoon, en de bestuurders,
commissarissen daaronder begrepen, voor zoover
het betreft rechtspersoonlijkheid bezittende ven
nootschappen, vereenigingen of stichtingen", en
van de Ifa, om art. 1 C te doen luiden als volgt:
„Onder leiders, als bedoeld sub a en b worden
verstaan zij, die de bevoegdheid hebben door hun
handteekening het lid jegens derden te verbinden
en die van deze bevoegdheid regelmatig gebruik
maken".
Namens het Hoofdbestuur ontraadt spreker aan
neming van bedoelde amendementen.
De heer F. Strengholt (Amsterdam) verdedigt
de amendementen van de Metro op grond, dat het
Hoofdbestuur door de betreffende bepalingen van
het Algemeen Reglement een te groote bevoegd
heid krijgt. Spreker vraagt hoofdelijke stemming.
De heer G. H. Witmondt (Amsterdam) verde
digt de amendementen van de Ifa. Spreker herin
nert er aan, dat het Hoofdbestuur in een vorige
vergadering bij de behandeling van de Statuten
bezwaar heeft gemaakt tegen vaststelling bij regle
ment van de aanvraagformulieren voor het lid
maatschap. Volgens de betreffende bepalingen van
het Reglement kan het Hoofdbestur ten aanzien
van de inlichtingen, welke het met het oog op de
toelating tot het lidmaatschap wenscht, doen en
laten wat het wil. Hiertegen heeft spreker ernstig
bezwaar.
De Bondsdirecteur wijst er op, dat bij de behan
deling van de Statuten is gebleken, dat het niet
mogelijk is den inhoud van de formulieren voor
de toelating tot het lidmaatschap vast te stellen
bij reglement, omdat in het maatschappelijk ver
keer zich nu eenmaal zoovele factoren voordoen,
dat zeker niet voor geruimen tijd valt te overzien,
welke inlichtingen moeten en kunnen worden ge
vraagd met betrekking tot de toelating van het
lidmaatschap. Zou men zulks bij reglement vast
leggen, dan loopt men de kans, dat dit reglement
uitsluitend met het oog op de toelatingsformulie
ren herhaaldelijk zou moeten worden gewijzigd.
De heer Ch. van Biene (Amsterdam) begrijpt
geenszins de bezwaren door voornoemde leden te
berde gebracht. Het is toch in het belang van het
bedrijf, dat het Hoofdbestuur met het nemen van
maatregelen ten aanzien van de inlichtingen, welke
het wenscht bij de aanvrage voor het lidmaatschap,
zoover mogelijk kan gaan. Hieraan kan slechts de
bedoeling voorzitten, dat wij tegen ongewenschte
elementen worden beschermd.
De amendementen op art. 1 A.c. worden hier
op verworpen.
Ten aanzien van de amendementen op art. 1 C
verklaart de heer Strengholt, dat hij duidelijk
wenscht te zien omschreven wat onder leiders
wordt verstaan, Zooals dit in art. 1 C is omschre
ven gaan de rechten, welke het Hoofdbestuur hier
van de vergadering vraagt, boven de Nederland-
sche Wet.
De heer Witmondt verdedigt zijn amendement,
omdat daardoor minstens een definitie wordt ge
geven van het woord „leider". Zooals het betref
fend artikel is geredigeerd is het te vaag.
De heer Ch. Peereboom (Amsterdam) onder
steunt het amendement van de Metro, mede met
het oog op de constructie van hier te lande ge
vestigde nederzettingen van buitenlandsche onder
nemingen.
De Bondsdirecteur zet uiteen, dat het geenszins
de bedoeling is van het Hoofdbestuur het initiatief
van de leden te breken. Het amendement van de
Ifa gaat veel verder dan het Hoofdbestuur wil.
Het gaat er slechts om, dat men moet kunnen aan-
toonen, dat iemand bij voortduring in werkelijk
heid de leiding heeft. Voor groote zaken levert
deze bepaling nimmer eenige moeilijkheid op. Zij