AAN DE POLITIEK TER OFFER GEVALLEN ling zouden dan ook de bioscopen moeten vallen. Van deze inrichtingen wordt op het oogenblik de personeele belasting voor honderd procent ingevorderd. W ij h e fa- ben hier te do en met een recht- streeksche bedrijfsbelasting. Voor deze instellingen is door den z w a- ren druk, die er in verschillend opzicht op gelegd is, de toestand totaal onhoudbaar. Ik moge een voor beeld geven uit Rotterdam, waar ik een onderzoek daarnaar heb ingesteld. Dit voorbeeld kan de situatie in de groote steden typeeren. Een bioscooponderneming, waarvan de huur waarde is gesteld op 20.000 gulden per jaar, moet alleen aan personeele belasting betalen ƒ5500. Ik heb het jaar 1934 genomen. Toen had deze in richting een bruto ontvangst van 7 ton, dat is een zeer groot bedrag, en het blijkt, dat men hier te doen heeft met een bioscoop, die een grooten toe loop heeft van het publiek, maar ondanks dat be drag was er een tekort op de exploitatie-rekening van dat jaar van 5000.Hetzalduidelijk zijn, dat deze inrichtingen door den geweldigen druk, die erop ge legd is in verschillende vormen niet of hoogstbezwaarlijk op de been kunnen blijven. Ook dit zal naar mijn meening de Regeering hebben te overwegen." Dit uitstekend geargumenteerd betoog had naar onze meening bij Zijne Excellentie, den Minister van Financiën een welwillender onthaal mogen vinden, dan het blijkens hét vermelde in de Han delingen heeft gehad. De Minister heeft n.1. op de volgende wijze geantwoord: „De heer ter Laan heeft zijn aandacht gewijd aan de personeele belasting. Voor de koffiehuizen en de bioscopen is zij als het ware een bedrijfsbe lasting geworden, zeide hij. Zou het daarom niet beter zijn, de wet te wijzigen in dien zin, dat de koffiehuizen, restaurants en bioscopen niet zoo zwaar werden belast? Ik heb er al in de Memorie van Antwoord op gewezen, dat deze belasting geheel komt ten bate van de gemeenten, en in de tweede plaats, dat de gemeenten de bevoegdheid hebben, die belasting voor de cafés en restaurants lager te stellen dan normaal. Sommige gemeenten hebben van die be voegdheid ook gebruik gemaakt." Gelijk men ziet gaat het antwoord van den Minister langs het betoog van den heer ter Laan heen. Van de onbillijke uitzonderingspositie door de destijds ingevoerde wetswijziging geschapen rept de minister met geen woordEn het bioscoop bedrijf is er helaas wederom niet verder mee ge komen. Dit sluit echter geenszins uit, dat dezer zijds bij de eerste de beste gelegenheid nogmaals met klem bij den Minister zal worden aangedron gen op opheffing van de bestaande onbillijkheden. Ruim zes jaar geldt thans in de gemeente Utrecht de fameuze bepaling, volgens welke in het alge meen aan personen beneden den leeftijd van 14 jaar de toegang tot de bioscoop is verboden. Wel iswaar heeft het lid van den raad Mevr. Wolthers- Arnolli onlangs getracht door een daartoe strek kend voorstel de betreffende bepaling geschrapt te krijgen, maar dit voorstel kon destijds in den raad geen meerderheid verkrijgen; de stemmen staakten tweemaal, zoodat het besluit als verworpen moest worden beschouwd. De toestand, waarop wij in dit orgaan reeds meermalen de aandacht hebben ge vestigd, bleef dus zooals ze was. Men zal zich herinneren, dat de bioscoopexploi tanten in het begin van dit jaar er zelf voor ge zorgd hebben, dat ook de jeugd de Oranje films ter gelegenheid van het Prinselijk Huwelijk kon gaan zien, door speciale voorstellingen te ge ven, waarin uitsluitend de betreffende journaal - films werden vertoond, zoodat hiertoe alle leeftij den, zonder de gemeentelijke bepaling te overtre den, konden worden toegelaten. Nu heeft tijdens de algemeene beschouwing over de gemeentebegrooting het lid van den raad, de heer Poppers (Gem. Bel.) wederom een schuchtere poging gewaagd dit voor de bioscoopexploitanten schadelijke en voor het publiek hinderlijke verbod afgeschaft te krijgen. Een daartoe strekkend voorstel werd voldoende ondersteund en derhalve door den raad in behan deling genomen. De Sociaal Democraten namen het den heer Poppers echter kwalijk, dat hij nu met een der gelijk voorstel kwam. terwijl nog maar zoo korten tijd geleden het voorstel van Mevr. Wolthers was gevallen. Het kwam er dus zoo'n beetje op neer, aldus de Nieuwe Rotterdamsche Courant", dat zij hem de eer niet gunden van iets dat hun zelf het vorig jaar niet gelukt was. Toch werd van andere zijde het voorstel voldoende au serieux genomen. De burgemeester kondigde zelfs aan, dat het Col lege bereid was, wanneer de raad dat wenschte, een prae-advies uit te brengen.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1937 | | pagina 6