EEN PRIJSBESCHERMNfiREGLEMENT De door ons in het vooruitzicht gestelde maat regelen om te komen tot een radicale afschaffing van het geven van reductie op de entreeprijzen in welken vorm ook, zijn thans door het Hoofd bestuur van den Nederlandschen Bioscoop-Bond geformuleerd in een concept-Prijsbescherming- Reglement. Het concept is reeds om advies gezonden naar de onderscheidene afdeelingsbesturen en zoo mo gelijk zal het nog in de eerste week van Januari 1938 aan de Ledeenvergadering ter goedkeuring worden voorgelegd om vervolgens onmiddellijk in werking te treden. In afwachting van de verschillende adviezen zij het ons veroorloofd ter oriënteering van de leden eenige punten uit het concept te dezer plaatse aan te stippen. Ten einde de zoo belangrijke maatregelen ter keering van het prijzenbederf effect te doen sor- teeren geeft het concept twee hoofdmiddelen aan, n.1. vaststelling van progressie in den entreeprijs en afschaffing van reductie. Zoo is ten aanzien van de rangen bepaald, dat in elke gewone permanente bioscoop en bij elke voorstelling eener reizende bioscoop, behalve de rang, voor de plaatsen waarvan de minimumprijzen gelden, er tenminste twee hoogere rangen moeten zijn. Het totaal aantal plaatsen van de gezamenlijke rangen, die hooger zijn dan de rang, waarvoor de minimumprijzen gelden, moet volgens het concept, behalve in journaaltheaters natuurlijk, tenminste 2/3 gedeelte tellen van het totaal aantal plaatsen in het betreffend theater, respectievelijk bij de des betreffende voorstellingen, waarbij in aanmerking dient te worden genomen, dat er een redelijke ver deeling behoort te zijn van de plaatsen over elk dier rangen. Bij de vaststelling van de prijzen der plaatsen op de verschillende rangen, die hooger zijn dan die waarvoor de minimumprijzen gelden, zal een redelijke progressie in acht moeten worden ge nomen. De vraag of een redelijke progressie wordt in acht genomen, zal in den eersten aanleg ter uitslui tende beoordeeling staan aan den Afdeelingsraad en in den tweeden en hoogsten aanleg aan het Hoofdbestuur. De afschaffing van de reductie stelt het Hoofd bestuur zich voor te verkrijgen door te doen be palen, dat de exploitanten van alle bioscopen zijn gehouden om op in het oog vallende wijze naast, op of boven de loketten in het gebouw, waarin de voorstelling gegeven wordt en overal elders, waar plaatsen voor de voorstelling te krijgen zijn, de prijzen der plaatsen op alle rangen van de betref fende voorstelling te doen vermelden. Het zal ver-' boden zijn om zonder schriftelijke toestemming van' het Hoofdbestuur op die prijzen eenigerlei reductie of korting, in welken vorm ook toe te staan, van-1, zelfsprekend behalve voor zoover zulks bij het Mi- nimum-Prijzen-Reglement ten aanzien van de vast- gestelde minimumprijzen of bij het onderhavig reg- lement ten aanzien van de overige toegangsprijzen uitdrukkelijk is toegestaan. Deze soepele regeling verdient ver de voorkeur boven een stelsel van straffe bepalingen. Op deze wijze kan immers rekening worden gehouden met verschillende mogelijkheden, die zich bij een be paalde zaak kunnen voordoen. Immers zullen daardoor de vrijheid van beweging in de wijze van exploiteeren kunnen worden gehandhaafd en tevens in acht kunnen worden genomen zekere plaatselijke tradities, waaraan bepaalde zaken moeilijk kunnen ontkomen, zooals die betreffende overeenkomsten met sociëteiten. Als toegestane reducties zullen buiten die, welke in het Minimum-Prijzen-Reglement zijn aangege ven, kunnen worden aangemerkt b.v. reducties op z.g. couponboekjes, mits voor couponboekjes, die ten minste vijf bewijzen houden voor plaatsen op een hoogeren rang, dan den rang, waarvoor mini mumprijzen gelden en mits de reductie niet meer bedraagt dan 20 van de openlijk aangekondigde toegangsprijzen. Ook de prijzen, waarvoor dus danige couponboekjes worden uitgereikt moeten op vorenomschreven wijze openlijk worden aange geven. Tenslotte zij vermeld, dat vrijbiljetten uitslui tend zullen mogen worden verstrekt aan hen, die daarop aanspraak kunnen maken uit hoofde van hun bedrijf, van hun beroep of functie. Wij twijfelen er niet aan of deze jongste maat regel ter bescherming van de belangen van de leden van den Nederlandschen Bioscoop-Bond komt tegemoet aan reeds lang bestaande wenschen van de overgroote meerderheid der bedrijfsge- nooten. Moge hij in alle opzichten ruimschoots de rust, de orde en het voordeel brengen, welke er van worden verwacht.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1937 | | pagina 4