DE BEDRIJFSAFDEËLIN6 VIERDE FEEST Opgewekt en feestelijk heeft de Bedrijfsafdee- ling Filmverhuurders van den Nederlandschen Bioscoop-Bond dezer dagen haar vijftienden ver jaardag gevierd. Zaterdag, 11 December j.1. was de eigenlijke geboortedag, ter gelegenheid waarvan de afdeeling aan leden en genoodigden een diner heeft aange boden in het Carlton Hotel te Amsterdam. Aan het diner, dat gevolgd werd door een avondfeest, werd door circa honderd dames en heeren aangezeten. Onder hen bevond zich o.a. de heer D. van Staveren, Voorzitter van de Cen trale Commissie voor de Filmkeuring. Maandag, 13 December d.a.v. heeft het Bestuur der Bedrijfsafdeeling Filmverhuurders in een der weelderige zalen van het Carlton Hotel gereci pieerd. Deze receptie, welke de jubileerende afdeeling was aangeboden door het Hoofdbestuur van den Nederlandschen Bioscoop-Bond, was van een ■waarlijk groote allure. Daar was een rijke versie ring, dank zij een schat van bloemen van heinde en ver toegezonden, daar was een uitstekend strijkje, daar was spel, zang en dans en daar was een overgroote toeloop van belangstellenden uit het geheele land. Temidden van deze feestelijke, echt gezellige sfeer, had zich het Bestuur der afdeeling opgesteld om de hartelijke gelukwenschen, welke van alle kanten toestroomden, in ontvangst te nemen. Als eerste spreker kwam naar voren de heer Drs. E. Boekman, Wethouder van Onderwijs en Kunstzaken te Amsterdam. De Wethouder con stateerde, dat er in de afgeloopen 15 jaren veel veranderd is in de verhouding Overheid en ge organiseerd film- en bioscoopbedrijf. De Neder- landsche Bioscoop-Bond zou indertijd niet, of niet zoo snel tot stand gekomen zijn, wanneer het film en bioscoopbedrijf toen niet zooveel tegenwerking had ondervonden van de zijde der Overheid. Ge lukkig heeft men elkaar langzamerhand gevonden en spreker meende te mogen vaststellen, dat de Overheid thans geheel anders tegenover dit be drijf staat. In het overgroote deel van het land bestaat de tegenwerking zeer zeker niet meer. Na tuurlijk heeft het bedrijf nog wenschen, wenschen, die de Wethouder zeide zeer goed te kennen. Spre ker meende, dat het thans niet op zijn weg lag zich erover uit te laten in hoeverre deze wenschen gerechtvaardigd zijn of vervuld zouden kunnen worden. Hij wilde van deze gelegenheid veeleer gebruik maken er op te wijzen hoezeer het film en bioscoopbedrijf grooter aanzien heeft gekregen en hoezeer ook het niveau van de film gestegen is, vooral door het optreden van de leden-filmver- huurders van den Nederlandschen Bioscoop-Bond. Daaraan is het te danken, dat de waardeering van de Overheid is gegroeid. Spreker besloot met te zeggen, dat de Overheid in het bijzonder aan de Bedrijfsafdeeling Filmver huurders dank verschuldigd is. Namens de stede lijke Overheid bracht hij dezen dank gaarne aan de jubileerende afdeeling over, daaraan de beste wenschen toevoegend voor de toekomst. De heer D. v. d. Berg, Voorzitter der Bedrijfs afdeeling Filmverhuurders, antwoordde den Wet houder, dat het Bestuur der afdeeling door zijn aanwezigheid aangenaam getroffen was. Daaruit bleek immers, dat het gemeentebestuur van Am sterdam de film als kunstuiting erkende. Spreker gewaagde van de goede samenwerking, welke er tusschen de plaatselijke Overheid en het film- en bioscoopbedrijf bestaat en hij uitte in het bijzonder de hoop, dat de Wethouder nog jarenlang getuige zou mogen zijn van den groei en den bloei der afdeeling en van de cinematographie in het alge meen. De Voorzitter van den Nederlandschen Bio scoop-Bond, de heer D. Hamburger, legde er in een hartelijke speech speciaal den nadruk op, dat het voor hem persoonlijk een groote voldoening was dit jubileum der afdeeling als Voorzitter van den Bond te mogen meemaken. Spreker herinnerde zich zeer goed hoe er aanvankelijk groot wantrou wen bestond tegen een vereeniging van leveran ciers en afnemers in eenzelfden bond. De practijk heeft echter bewezen, dat zij geen antipoden be hoeven te zijn, integendeel, volkomen op elkaar zijn aangewezen. Wanneer de Nederlandsche Bioscoop-Bond binnenkort haar 20-jarig bestaan herdenkt, dan beteekent dit ook voor de verhuur ders, dat zij bijna 20 jaar in den Bond zijn ver- eenigd, aanvankelijk als donateurs, later als leden en tenslotte als onderafdeeling in een Bedrijfsaf deeling Filmverhuurders. Vanzelfsprekend zijn er meeningsverschillen en moeilijkheden geweest in de afgeloopen jaren, doch niemand zal willen ontkennen, dat wij uit eindelijk over den afgelegden weg tevreden mogen zijn. Spreker kon tot geen andere conclusie komen, dan deze, dat het heel gelukkig moet wor den geacht, dat filmverhuurders en bioscoop exploitanten elkaar gevonden hebben. De wijze,

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1937 | | pagina 5