bioscooptheaters, hetzij door middel van projectie platen, hetzij door middel van reclame-films, uit een oogpunt van publiciteit bezien van groote waarde is. Naar zijn meening zullen de beslis singen der Commissie ertoe moeten bijdragen, dat vertrouwen te versterken. De totstandkoming der Commissie, waardoor voor een zoo moeilijk vraag stuk als dat der cultureele publiciteitsfilms een redelijke oplossing kon worden gevonden, is te danken aan de goede samenwerking tusschen Bio scoop-Bond en de georganiseerde reclame-exploi tanten, en de heer Hamburger hoopte, dat deze samenwerking ook in de toekomst nog vele goede resultaten zal opleveren. Het is niet zoo eenvoudig om vast te stellen, of een film gerangschikt moet worden onder de categorie van gewone documentaire films dan wel onder de categorie der reclamefilms of die der cul tureele publiciteitsfilms. Men zal er daarom goed aan doen, indien men het voornemen heeft zulk een film te doen vervaardigen, vooraf het advies in te winnen van vorengemelde Commissie over het scenario der te vervaardigen film, opdat men, wanneer de film eenmaal gereed is, niet voor on aangename verrassingen zal komen te staan. Men wende zich daartoe tot het secretariaat der Com missie inzake Cultureele Publiciteitsfilms, p/a Bu reau van den Nederlandschen Bioscoop-Bond, Achtergracht 19, te Amsterdam. AANMELDING LIDMAATSCHAP Voor het lidmaatschap van den Nederlandschen Bioscoop-Bond hebben zich aangemeld: de heer R. Lob, ten behoeve van de N.V. Dam rak i.o., corr.-adres Reguliersbreestraat 21 te Am sterdam, exploiteerende het te verbouwen Capitol Theater aan het Damrak aldaar; als leider van dit theater zal optreden de heer A. Gelder; de heer G. A. Otten, Gildelaan 48 te Eindhoven, exploiteerende de Cinema Royal te Kaatsheuvel; de N.V. Utrecht's City Theater, Voorstraat 89 te Utrecht, exploiteerende het City Theater aldaar; directeur H. Cohen Barnstijn; J. P. C. van Gurtz- gen, leider. Eventueele bezwaren tegen toelating moeten schriftelijk bij het Hoofdbestuur worden ingediend vóór 25 December a.s. EEN INDISCHE ORGANISATIE ZUSTER- Eenige maanden geleden hebben wij mededee- ling gedaan van het feit, dat de heeren F. F. A. Busé en K. B. M. Haye, als gemachtigden van de bioscoop-exploitanten in Oost-, Midden- en West- Java hadden opgericht den Nederlandsch-Indi- schen Bioscoop-Bond, waarbij zich mettertijd ook de bioscoop-exploitanten in de Buitenbezittingen zouden aansluiten. Zooals bekend heeft deze organisatie ten doel de bevordering en behartiging der belangen van het Nederlandsch-Indische film- en bioscoopbedrijf en de verheffing daarvan en in het bijzonder de be vordering en de behartiging van de bedrijfsbelan gen van haar leden. Behalve bioscoop-exploitanten kunnen ook maat- of vennootschappen, coöperatie ve vereenigingen, die in Nederlandsch-Indië een of meer filmfabrieken, film-importzaken of filmver huurkantoren exploiteeren, lid van den Bond zijn. De Bond is als rechtspersoon erkend bij Gouver nementsgoedkeuring van de Statuten van 16 Augustus 1937. Uit de nadere mededeelingen, welke wij moch ten ontvangen, blijkt ons, dat in totaal 56 leden exploitanten bij den Bond zijn aangesloten, exploi teerende 94 bioscopen. De eerste Algemeene Vergadering heeft plaats gevonden op 9 October j.1. in het Sampoerna Theater te Soerabaja. In deze vergadering is een definitief hoofdbestuur gekozen met als voorzitter de heer K. Haye. Voorts is een Bondsbureau in gericht en een directeur-administrateur benoemd. Bovendien wordt een officieel orgaan uitgegeven onder den titel: „De Projector". Het doet ons genoegen uit de verschillende mededeelingen, alsook uit de ons toegezonden sta tuten, te kunnen constateeren, dat onze Indische collega's bij hun pionierswerk dankbaar gebruik hebben gemaakt van de voorlichting, hun dezer zijds gegeven. Voor wat den grondslag betreft, loopt de Indi sche organisatievorm grootendeels parallel met den Nederlandschen, al valt te betreuren, dat de Film-importeurs en filmverhuurders niet als lid tot den Bond zijn toegetreden. Daardoor zal de Indi sche zusterinstelling voorloopig niet tot die krachtsontplooiing kunnen komen, welke in het belang van het bedrijf zoo zeer van noode is. Intusschen zij met voldoening vastgesteld, dat van den aanvang af naar een goede samenwerking tusschen exploitanten en verhuurders is gestreefd. Voor het Indische film- en bioscoopbedrijf moet deze organisatie van groote beteekenis worden geacht.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1937 | | pagina 8