bioscopen in 13 gemeenten van omstreeks Mei tot eind October 1929 gesloten werden.
Aan deze sluiting kwam eerst een einde, nadat dank zij de interventie van wijlen Minis
ter Ruys de Beerenbrouck het z.g. „Haagsche accoord" tot stand was gekomen, vol
gens hetwelk de Zuidelijke vereeniging de centrale fihn-nakeuring losliet en de exploi
tanten in het Zuiden zich ingevolge art. 21 van de Biosocoopwet onder het bijzonder
toezicht van de Katholieke Filmcentrale stelden, die met het oog hierop uitsluitend de
C-films aan een speciale keuring zou onderwerpen, zoodat de A- en B-films, dus de
films, toelaatbaar voor personen beneden veertien en achttien jaar, buiten de controle
van de K.F.C, bleven.
Aan deze gevallen zou een reeks van boycotten, protest- en adresbewegingen, alsook
procedures, acties en conflicten van allerlei aard zijn toe te voegen.
Kentering
Had de Bioscoopwet de verhouding tusschen het film- en bioscoopbedrijf en de
overheid reeds eenigermate geregeld, waardoor ongetwijfeld een ontspanning intrad, de
wijze, waarop de Wet tot uitvoering werd gebracht, gaf duidelijk teekenen van de ken
tering, welke zich langzamerhand in de houding van de overheid ten opzichte van het
bedrijf begon te vertoonen.
In het optreden van Minister J. B. Kan. die den Bond in alle zaken de uitvoering van de
Wet betreffende, raadpleegde, school een eerste erkenning.
De benoeming door Zijne Excellentie van den heer D. van Staveren tot Voorzitter van
de Centrale Commissie voor de Keuring van Films werd dezerzijds met voldoening be
groet, terwijl de Bond zijn werk tenslotte op waardige wijze zag bekroond door de
benoeming van den Bondsvoorzitter, den heer D. Hamburger, tot adviseerend lid van de
Centrale Commissie en tevens tot lid van de Huishoudelijke Commissie voor de Film
keuring.
Het is mede hieraan te danken, dat er gedurende het tien-jarig bestaan van de Centrale
Commissie steeds een goede samenwerking tusschen dit overheidslichaam en het bedrijf
is geweest.
Dit wil echter geenszins zeggen, dat de Bond met minder strijdvaardigheid voor zijn leden
op de bres stond. Integendeel. De oude strijdvaardigheid, de offergezindheid, de solidari
teit, zijn precies dezelfde gebleven. Dank zij haar eenheid en haar kracht erkende men
de organisatie als partij, waarmede men bij gerezen moeilijkheden gaarne aan de con-
ferentietafel plaats nam om door rustig overleg tot een bevredigende oplossing te ge
raken.
Ook na de dertiger jaren zijn er tal van acties geweest tegen verhooging van vermake-
lijkheidsbelasting. In nagenoeg al deze gevallen mocht de Bond er in slagen een ver
laging van heffing te verkrijgen en in ieder geval aan de overheid de overtuiging bij te
brengen, dat met een heffing van 20 procent de grens der draagkracht van het bedrijf
zooal niet overschreden, dan toch bedenkelijk is genaderd.
Meermalen kon in gemeenten, waar aanstonds kon worden aangetoond, dat de bio
scoopexploitaties als gevolg van de ingevoerde belastingverhooging ongunstig bleken te
zijn beïnvloed, een herziening van de belasti.ngverordening worden verkregen, dank zij
de tusschenkomst van het Departement van Binnenlandsche Zaken.
Tal van stappen zijn ook ondernomen tegen de voor ons bedrijf zoo onbillijke toepas
sing van de Wet op de Personeele belasting, terwijl met succes opgetreden is tegen de
onjuiste heffingen van keuringsrechten, invoerrechten en zegelrecht.
Zij met voldoening vermeld, dat nog niet zoo lang geleden dank zij een wenk van de