Regeering, kon worden voorkomen, dat de bioscopen te Haarlem als gevolg van een
verhooging der belasting tot 25 procent, moesten worden gesloten.
Ook is met veel erkentelijkheid kennis genomen van het onlangs genomen besluit van
den gemeenteraad van Maastricht, om het percentage der vermakelijkheidsbelasting, dat
uitsluitend nog in deze gemeente 25 bedroeg, tot 20 terug te brengen.
Als staal van veranderde strijdmethode kan tenslotte gelden het besluit van de leden
vergadering van 8 November 1937, om, met het oog op de te voeren landelijke actie
voor verlaging der vermakelijkheids- en personeele belasting voor de bioscopen, aan den
accountant van den Bond opdracht te geven tot het verzamelen van de noodige finan-
cieele gegevens en daartoe aan het Hoofdbestuur een belangrijk crediet te verleenen,
terwijl de leden op grond van art. 31 der Statuten verplicht werden de gegevens in kwes
tie te verstrekken.
Op deze wijze hoopt de leiding van den Bond de overheid binnenkort aan te toonen,
dat de bestaande belastingdruk te zwaar is.
'&v
Frontverbreeding
De humaniseering, om het zoo maar eens te noemen, van den strijd voor de belangen
van het bedrijf heeft in plaats van dat de leiding gevaar zou loopen te verslappen,
zelfs een verbreeding van het front, waarop slag moest worden geleverd, niet kunnen
tegenhouden.
Zoo konden b.v. de bestaande moeilijkheden met het Bureau voor Auteursrecht, Buma,
niet worden bijgelegd.
Wel werd dezerzijds een ernstige poging ondernomen, die erop gericht was een voor-
loopige overeenkomst met Buma aan te gaan, welke gebaseerd zou zijn op de in 1932
geldende tarieven. Het Hoofdbestuur beoogde daarmede een z.g. wapenstilstand te ver
krijgen ten einde gedurende het tijdperk van dien wapenstilstand ten eerste een gerech
telijke uitspraak over de vraag, of voor de vertooning van geluidsfilms muziekauteurs-
rechten verschuldigd zijn, uit te lokken, en ten tweede in een geest van vriendschap
pelijk overleg onderhandelingen met Buma te voeren over de vaststelling van nieuwe
tarieven, waarbij dan met de beslissing van den hoogsten rechter rekening zou kunnen
worden gehouden.
Buma had deze poging van het Hoofdbestuur doen falen en het moest dan ook aan
dit Bureau, dat zich er telkenmale over beklaagde, dat in Nederland muziek ten ge-
hoore wordt gebracht, zonder dat daarvoor de aan de componisten toekomende rech
ten worden betaald, geweten worden, dat aan het eind van 1934 Buma nog even ver
verwijderd van den Bioscoop-Bond stond, als dit bij den aanvang van dit jaar het
geval was.
Weliswaar had Buma in de maand Maart blijkens mededeelingen, welke het Hoofdbe
stuur van de indertijd in het leven geroepen Commissie van Overleg heeft ontvangen,
aan de vertegenwoordigers van den Nederlandschen Bioscoop-Bond in deze Commis
sie een voorstel gedaan, met betrekking tot een nieuw vast te stellen tarief, doch dit
voorstel was voor den Nederlandschen Bioscoop-Bond onaannemelijk, omdat daarin de
onjuiste gedachte van Buma was neergelegd, dat in ieder geval een zeker percentage
van de recettes aan muziekauteursrechten betaald behoorde te worden. Het voorstel van
Buma kwam hierop neer, dat voor de jaren 1933 en 1934 van de recettes geheven
zou worden, in 1935 1 en in de volgende jaren \y2%-
Hoe onredelijk dit voorstel was, werd in den breede door de vertegenwoordigers van
den Nederlandschen Bioscoop-Bond in de Commissie van Overleg aangetoond, en wel
aan de hand van gegevens, welke het Bondsbureau in het buitenland had verzameld.
10