talent en ook beperktere geldmiddelen. Folders, posters, throw-aways alles buitenland- sche termen uit ons bedrijf, die ook in Holland ingang hebben gevonden kunnen door de oplage, techniek van uitvoering en het talent van teekenaar of ontwerper, niet altijd dat zijn, wat wij zelf zouden willen en wat de film verdient. Bovendien wordt zij gemeenlijk voor het geheele land tegelijk gemaakt en het is hier, dat de groote steden lijden onder wat nog gangbare smaak in de provincie is. Ze zijn bovendien relatief duur en de slechte exploitant zal zich niet gauw 50.of 60.voor deze extra reclame getroosten. De Gevelstunt Het merkwaardige verschijnsel van de gevelstunt, die meestal en uit den aard der zaak een soort van coulissenbouw van een filmscène is, wordt in Holland maar door zoo weinig schilders tot broodwinning gekozen, dat ook hierin eerst heel langzamerhand verbetering van smaak gedurfde conceptie en meer smaakvolle vlakverdeeling naar voren komen. Toch zal de meer dan levensgroote-weergave van koppen of toestanden uit de film een der dank baarste blikvangers blijven voor het theater zelf, dat immers niet meer alleen als theater bij het publiek in trek is, doch wel degelijk door het publiek al dan niet in die week bezocht wordt op grond van de film, die het vertoont. Publicity en Pers Of de smaak van het publiek beter gewordt n is, staat aan idealisten om te beoordeelen. Stellig is het publiek, mede door de economische noodzaken de laatste tien jaar kieskeu riger geworden. Vroeger liep men een tent binnen, zonder te weten welke film er ging. Daar na begon men te kijken naar de sterren, thans kijkt men naar de films. Binnenkort zal men kijken naar het waarmerk van de filmmaatschappij als richting-aanwijzer en als assu rantie-premie tegen teleurstelling en onnoodige en daardoor dubbel zwaar gevoelde uitgaven. Immers, dit is het doel van alle film-publicity: door telkens weer voor een bepaalde film op een bepaalde manier reclame te maken, langzamerhand een zekere conti nuïteit te bereiken, waardoor de wekelijksche filmpublicity zich uitbreidt tot wat de Ameri kanen noemen „institutional advertising": de propaganda voor het product van een maat schappij, dat het publiek, op welke gronden ook, heeft leeren waardeeren en onderscheiden. Geenszins echter mag deze „institutional advertising" den publicity-manager en exploi tant uit het oog doen verliezen, dat film-publicity beteekent en telkens weer in eerste instantie erop gericht moet zijn om voor die of die wekelijksche première de zalen vol te krijgen. Dat is juist de charme, maar ook het nerveuze tempo van ons bedrijf, dat wij alles op één kaart zetten: de toegangskaart van het publiek „vanaf Vrijdag a.s.". Wil film-publicity voor een groote film werkelijk nawijsbaar succes hebben, dan moet zij aan de volgende eischen voldoen: Origineel van opzet zijn, in dien opzet onderling verband en harmonie toonen, duidelijk en nadrukkelijk verband houden met de speciale kwaliteiten van de in die week vertoon de film. Elke film heeft immers haar „selling points". Er zijn geen ronduit slechte films! Bij allen bij de grootere maatschappijen natuurlijk meer dan bij de kleinere, die minder selectief te werk kunnen gaan is het product vóór het de wereldmarkt en daarmede ons land bereikt, reeds door die groote zeef van producers en salesmen gegaan, die het on verkoopbare, onvertoonbare dan ook logischerwijze achtergehouden hebben. Wat er door die zeef komt, kunnen goede en minder goede films zijn: A, B en C films, succesfilms en stroppen. Maar er is géén film, die niet altijd weer met enthousiasme aan- 40

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1938 | | pagina 42