VERFILMING DER VORSTELIJKE
DOOPPLECHTIGHEID
In de voornaamste Nederlandsche bioscopen en
eveneens in de voornaamste bioscopen van de we
reldcentra wordt onder de hartelijke belangstelling
van honderdduizenden sedert eenige dagen de
filmreportage vertoond van den plechtigen Doop
van H. K. H. Prinses Beatrix.
Zooals den laatsten tijd bij tal van gebeurtenis
sen in ons nationale leven het geval was. speelt
thans de film wederom een groote rol en maakt zij
het mogelijk, dat heel het volk van deze intieme
plechtigheid in het Vorstelijk Huis als het ware
getuige kan zijn.
Wij behoeven wel niet nader uiteen te zetten,
van welk een beteekenis dit is, o.a. voor het pres
tige van de film en van het film- en bioscoop
bedrijf.
Van de zijde van het bedrijf heeft men aan
stonds begrepen, dat het verheven karakter dezer
plechtigheid, indien de film haar voor de massa en
voor de historie mocht vastleggen, in geen enkel
opzicht mocht worden te kort gedaan, maar dat
dit integendeel ten volle tot zijn recht moest komen.
De zoo welwillend verleende medewerking van
het Hof legde ons hier een groote verantwoordelijk
heid op.
Dank zij de tegemoetkoming van autoriteiten
kon hier als gevolg van organisatorisch optreden
en welbegrepen samenwerking tusschen 'belang
hebbende ondernemingen een uitnemend resultaat
worden verkregen. Voor de vakkundige prestatie
van de betreffende ondernemers, wier bedrijf
bovendien in staat bleek te zijn de opnamen nog
denzelfden avond tot het publiek te brengen, be
staat allerwegen niets dan lof.
Zij hier nog eens de waardeering uitgesproken
van het bedrijf jegens de autoriteiten, die door hun
welwillende tegemoetkoming dit alles mogelijk heb
ben gemaakt en zoo blijk hebben gegeven van hun
inzicht in de grootsche taak, die de film, ook in
het nationale leven te vervullen heeft.
ROND DE BELASTING OP VER
MAKELIJKHEDEN TE RIJSWIJK
Rond de verordening op de heffing eener belas
ting op vermakelijkheden in de gemeente Rijswijk
is al heel wat te doen geweest. Men kent de ge
schiedenis. Op 26 Januari van het vorig jaar ver
hoogde de Raad deze belasting van 20 tot 25%
en betrok in de belasting tevens het deelnemen aan
rondritten met autobussen, rondvaarten met vaar
tuigen en rondvluchten met vliegtuigen. Tegen
deze heffing, die nieuw was in haar soort, heeft de
K.L.M, indertijd geprotesteerd.
Ons bedrijf verkeerde in de gelukkige omstandig
heid, dat het niet te Rijswijk was gevestigd, zoodat
er dezerzijds geen slachtoffer viel te betreuren. De
kwestie van de verhooging is echter niet heelemaal
aan ons voorbijgegaan, aangezien er plannen waren
tot vestiging van een bioscoop. Voor het Hoofd
bestuur deed zich thans eindelijk eens een gelegen
heid voor om ten opzichte van deze hatelijke be
lasting preventief te werken. Zoodra daartoe reden
was verleende het toestemming krachtens het
Overgangsbesluit tot vestiging van een nieuwe bio
scoop, onder de nadrukkelijke voorwaarde, dat
deze toestemming eerst van kracht zou worden,
nadat de vermakelijkheidsbelasting te Rijswijk tot
ten hoogste 20% zou zijn verlaagd. Het had er
immers geen behoefte aan een bedrijf in het leven
te roepen, waarvan op de vingers kon worden na
geteld, dat het na eenigen tijd, als gevolg van te
zware lasten noodlijdend zou worden.
De requestrant in kwestie zag dit ook zeer goed
in en billijkte de restrictie, welke het Hoofdbestuur
had gemaakt. Herhaaldelijk heeft hij zich ter zake
tot het Gemeentebestuur gewend, echter zonder
succes. Met het gevolg, dat de plannen moesten
worden opgegeven en dus, dank zij de kortzichtig
heid van het Gemeentebestuur een gelegenheid tot
werkverruiming was voorbijgegaan, terwijl aan
Rijswijk een behoorlijke uitgaansgelegenheid als
mede een bron van inkomsten werden onthouden.
Dat was natuurlijk de zaak van het Gemeente
bestuur; voor ons was daarmede de kwestie afge
daan.
Bij den Minister van Binnenlandsche Zaken ont
moette de gewijzigde verordening echter bezwaar,
hoofdzakelijk voorzoover in de belasting mede
werd betrokken het deelnemen aan rondritten met
autobussen, rondvaarten met vaartuigen en rond
vluchten met vliegtuigen.
B. en W. hebben zulks bij schrijven van 26 April
1938 medegedeeld aan den Raad en wijzen er
daarbij tevens op, dat hun gebleken is, dat gega
digden voor koop van den grond der gemeente op
den hoek Geestbrug.weg-Geestbrugkade veelal de
bedoeling hebben een gedeelte van dien grond te
benutten voor de exploitatie van een bioscoop
theater. De mogelijkheid hiertoe zou echter afge-