nu toe omzeild heeft een principieele beslissing te verkrijgen door juist in gevallen, waar de kwestie principieel was gesteld wij denken o.a. aan de processen Van Bergen Roermond/Gema, Ufa/ Biima van cassatie af te zien. PARIJSCHE BIOSCOPEN REGELEN DE MINIMUMPRIJZEN Nu het Minimum-Prijzen-Reglement en het Prijsbescherming-Reglement van den Nederland- schen Bioscoop-Bond sedert eenige maanden functionneeren, zal het ongetwijfeld velen onzer interesseeren, dat eenige weken geleden ook de Parijsche Bioscoop-directies tot een regeling van den minimum-entreeprijs zijn gekomen. Hiermede is een einde gemaakt aan den ruïneu- zen concurrentiestrijd tusschen de Parijsche bio scoopondernemingen, vooral verscherpt door de ongelimiteerde uitbreiding van het aantal biosco pen gedurende de laatste jaren. Zoodra de excessen een zoodanigen vorm aan namen, dat filmvoorstellingen werden aangekon digd zelfs tegen een franc, en reducties werden verleend op den entreeprijs tot 50 toe, hebben de exploitanten de hoofden bij elkaar gestoken en zich tot de verhuurders gewend met den eisch de ondernemingen, die met het prijsbederf zouden doorgaan, te boycotten. De betrokken onderne mers zouden weigeren voortaan nog af te nemen van verhuurders, die aan dergelijke exploitanten bleven leveren, Ook hier heeft het gezond ver stand tenslotte gezegevierd en hebben verhuur ders en exploitanten, gedwongen door den nood, elkaar gevonden, zoodat een vruchtbare samen werking mogelijk werd Wat bij ons als vanzelf kon ontstaan uit het bestaande organisatorisch verband, moest in Parijs kunstmatig in het leven worden geroepen, aan gezien, zooals bekend, verhuurders en exploitan ten hier afzonderlijk zijn georganiseerd. Als resultaat van dit overleg kon in het leven worden geroepen een z.g. ..Commission mixte", een gemengde commissie dus, waarvan zoowel ex ploitanten als verhuurders deel uitmaken. Gezien de organisatorische constellatie in Parijs ging een en ander natuurlijk niet zoo eenvoudig als bij ons in zijn werk. Zoo moest een bureau worden geïnstalleerd en moesten speciale ambtenaren wor den aangesteld. De gemengde Prijzen-Commissie kreeg tot taak orde te scheppen in dei concurrentie-chaos van het bioscoopbedrijf in de Lichtstad. Na langdurige voorbereiding bracht zij een reglement tot stand, waarvan de considerans als volgt luidt: Op voor stel van de gemengde commissie van verhuurders en exploitanten, belast met het tegengaan van een zoodanige daling van den entreeprijs, dat deze schadelijk wordt voor de belangen van het bio scoopbedrijf in het algemeen en in het bijzonder voor die van de Fransche filmproductie, hebben de ,,Chambre Syndicale francaise des distributeurs de films", de „Chambre Syndicale des distribu teurs francais de films", het „Syndicat francais des directeurs de théatres cinématographiques", de „Chambre Syndicale francaise des directeurs de cinémas", besloten over te gaan tot een indeeling van de bioscopen in categorieën en voor iedere categorie afzonderlijk een schaal in het leven te roepen, volgens welke de minimum-entreeprijzen moeten worden geheven. Blijkens de getroffen regeling zijn de bioscopen ingedeeld in eerste vertoonings-, tweede ver'too- nings-, en derde vertoonings-theaters, terwijl er een vierde categorie is voor latere vertooning, onderverdeeld in bioscopen, die de films vertoo- nen onmiddellijk na de derde vertooningstheaters en bioscopen, die de films daarna vertoonen, dat wil dus zeggen, terwijl de vertooning vrij is. De minimum-prijzen-schaal, welke in de rege ling is opgenomen, geeft ons eenig idee van de entreeprijsheffing in Parijs, waarbij men vanzelf sprekend geneigd is vergelijkingen te maken met die in de groote steden van ons land. Deze ver gelijking valt niet direct in ons nadeel uit, doch evenmin in ons voordeel. De minimumentreeprijzen zijn als volgt vastge steld: Voor eerste-vertoonings-theaters: avondvoor stellingen op Zon- en werkdagen, alsmede Zon dagmiddagvoorstellingen 10 francs, middagvoor stellingen op werkdagen 8 francs. Ochtend- en middernachtvoorstellingen 6 francs, Tweede-vertoonings-theaters: respectievelijk 8 francs, 6 francs en 5 francs Derde vertoonings-theaters: respectievelijk 6 francs en 5 francs, ochtend- en middernachtvoor stellingen worden hier niet vermeld. Voor de laatste categorie zijn de minimum prijzen voor de eerste soort bioscopen respectieve lijk 4 francs en 3 francs en voor de tweede soort respectievelijk 3 francs en 2.50 francs. Ook hier zijn de ochtend, en middernachtvoorstellingen uit geschakeld. De minimum-entreeprijs voor kinderen voor deze laatste groep bedraagt 2 francs. Het uitgeven van familiekaarten, z.g. diploma's, en reductiebiljetten is volgens deze regeling abso luut verboden. Het maximum aantal plaatsen, waarvoor de minimum-prijzen moeten gelden, mag een derde van het totaal-aantal plaatsen niet te boven gaan, 10

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1938 | | pagina 12