INSCHRIJVING IN HET NAAMREGISTER
10
van de overeenkomst van Maart 1935 van toepassing moet
worden geacht, waarbij, gezien het feit, dat artikel 9 van het
contract slechts spreekt van het openen" van een zoodanig
theater aan den Nieuwendijk, het voor de zaak niet van
belang is, of dit theater ook aan het Damrak een ingang
.heeft;
dat de stelling van gedaagde, dat indien al de rechten
uit het exploitatie-contract van Maart 1935 aan eischeres
zonder medewerking van gedaagde overgedragen kunnen
worden in ieder geval de inhoud van dat recht niet kan
worden gewijzigd zonder medewerking van gedaagde, niet
voor betwisting vatbaar is, maar dat de inhoud van het aan
het Tuschinski-Concern blijkens artikel 9 van het contract
toekomend recht materieel niet geacht kan worden te zijn
veranderd, nu de exploitatie van het Passage Theater niet
meer door de Tem (als in artikel 9 is vermeld), maar door
eischeres geschiedt, daar de vennootschap van eischeres niet
anders beschouwd kan worden als hetzelfde orgaan van het
Tuschinski-Concern, dat, zij het onder anderen juridischen
vorm, n.1. de Tem, vroeger dit theater exploiteerde;
dat wijziging van den inhoud van het in de voorafgegane
overweging bedoeld recht van eischeres eerst dan aanwezig
zou zijn, indien ten tijde van de opening van het Damrak
Theater het Passage Theater niet meer zou worden geëx
ploiteerd door het Tuschinski-Concern, of.een zijner organen,
maar door een onderneming, die geheel vreemd aan dat con
cern is;
dat weliswaar gedaagde beweerd heeft, dat zij bij de for
muleering van artikel 9 van het contract de verplichting tot
betaling van opzettelijk heeft gebonden aan de ex
ploitatie van het Passage Theater door de Tem, en dat zij
den heer Tuschinski er nadrukkelijk op gewezen heeft, dat,
indien de Tem door de toen reeds bestaande moeilijkheden
het Passage Theater niet meer zou exploiteeren, zij (ge
daagde) van die betalingsverplichting ontheven zou zijn, maar
dat niet alleen de heer A. Tuschinski nadrukkelijk heeft ont
kend, dat hem destijds door gedaagde een mededeeling in
dezen vorm zou zijn gedaan, doch het aan de Commissie on
aannemelijk voorkomt, dat het de bedoeling van beide par
tijen geweest zou kunnen zijn in de vermelding van den
naam der Tem in art. 9 iets anders te zien dan het orgaan
van het Tuschinski-Concern, dat met de exploitatie der tot
dat concern behoorende theaters was belast, ongeacht den
juridischen vorm van dat orgaan, terwijl het zeker niet in
overeenstemming met de goede trouw moet worden geacht,
dat gedaagde de formuleering van artikel 9 zoodanig zou
hebben gemaakt, dat zij van de eerste de beste formeele
wijziging van de Tem (welke zich ook zonder reorganisatie
van het Tuschinski-Concern gemakkelijk had kunnen voor
doen) gebruik zou kunnen maken om zich aan haar verplich
tingen tegenover het Tuschinski-Concern te onttrekken;
dat het argument van gedaagde, dat na de totstandkoming
van hét contract van Maart 1935 de situatie ten aanzien van
het Passage Theater geheel gewijzigd is, daar inmiddels het
Nederlandsche bioscoopbedrijf van Bondswege „gesloten" zou
zijn, niet steekhoudend moet worden geacht, daar reeds op
11 Februari 1935, dus voordat het contract tot stand kwam,
het zoogenaamde Bondsbesluit tot tijdelijke afsluiting van het
Nederlandsche film- en bioscoopbedrijf is vastgesteld en in
werking getreden;
dat de Commissie geen behoefte heeft te treden in een
beoordeeling van de vraag, of de opening van het Damrak
Theater aan het Damrak te Amsterdam al dan niet schade
toebrengt aan de exploitatie van het Passage Theater te Am
sterdam, daar gedaagde op grond van artikel 9 van het con
tract van Maart 1935 een voorwaardelijke schuld aan eische
res heeft en als hiervoren overwogen aan de gestelde voor
waarden is voldaan, zoodat de schuld, waarvan het bedrag
(vooraf door partijen vastgesteld) niet voor vermindering
vatbaar kan worden geacht, door gedaagde aan eischeres
betaald behoort te worden;
dat al hetgeen gedaagde overigens tot haar verweer heeft
aangevoerd als zijnde ongegrond respectievelijk niet terzake
doende buiten beschouwing kan blijven;
dat aan eischeres haar vordering als zijnde gegrond behoort
te worden toegewezen en gedaagde mitsdien moet worden
veroordeeld om tegen kwijting aan eischeres te betalen het
gevorderd bedrag van en wel terstond met de
rente daarvan ad 5% 'sjaars sedert 17 Maart 1938,
op 17 Maart 1939 met de rente daarvan ad 5 'sjaars
sedert 17 Maart 1939 en op 17 Maart 1940 met de
rente daarvan ad 5 's jaars sedert 17 Maart 1940;
dat gedaagde moet worden veroordeeld in de geschilkosten,
welke de Commissie met het oog op de uitvoerige behande
ling, welke de zaak vereischte), op 100.heeft vastgesteld.
Ingevolge art. 4 van het Reglement op het Naamregister,
zijn de navolgende verzoeken tot inschrijving van titels in
het Naamregister gedaan. Voor het indienen van bezwaren
tegen de verlangde inschrijving, welke vóór 25 Juni e.k.
schriftelijk bij het Hoofdbestuur moeten worden ingediend,
raadplege men art. 6 van het Reglement op het Naamregister.
Datum
waarop in
schrijving ver
zocht is
Titels waaronder de film.-
in Nederland worden uit
gebracht
Naam van den
houder der ex
ploitatie-rechten
1 Juni 1938
Schurk of gentleman?
Tobis.
1
Misbruik van vertrouwen
3
Cowboys taal
Monopole.
3
Het revolvergevecht
3
Het spook op de ranch
3
Het land en de man
3
Waar het spoor kruist
3
Cowboys romance
3
Het geverfde spoor
3
Ruiter der duisternis
3
Sterren boven Arizona
3
Het gevaarlijke dal
3
Waar het Westen begint
3
De vechtende mannen
3
Het revolverspoor
3
In staat van beleg
3
Revolver-vuur
3
De gevaarlijke man van
Arizona
3
Cheijenne tornado
3
Een groentje trekt naar het
3
Westen
Avonturen van Charlie
3
Tarzan Jr.
3
Jonge arenden
3
Zeeduivels
3
In de maneschijn
,t
3
Het schattige bruidje
3
De Oceaanvlucht
3
De heldhaftige telefoniste
3
Een vermist meisje
3
Roos van de Rio Grande
3
Jongens in uniform
3
De straatjongen
3
Een jongenshart
3
Zuidzee-idylle
3
Stad van de mannen
3
De laatste grens
3
De wildwest-regenboog
9
Bedekte oogen
RK.O. Radi<
9
De held op sokken
ii i.
9
Professor.... wat ben je
begonnen!
14
Daar waar mijn Sarie woont
Fox.
Rectificatie:
In plaats van den titel: ,,De
onbereikbare
het vorig nun
ïmer ten name van de lifa
gepubliceerd,
lieve men te
ezen „Het Onbereikbare".
ge-