OFFICIEEL ORGAAN
VEERTIG JAREN
VAN DEN NEDERLANDSCHEN BIOSCOO P - BON D
In luisterrijk nationaal herdenken ziet heel een volk blijmoedig en dankbaar op naar
Haar, wier kloek regeeren veertig jaren lang het land ten zegen was.
Door hetzelfde besef zijn allen één in de vreugde, waarmee zij zich innig verbonden
dichter dan ooit om den Oranjetroon scharen, maar duizenderlei zijn de redenen, die
den jubel in allerlei schakeeringen als het ware hooger en heller doen klateren.
Het film- en bioscoopbedrijf heeft in deze dagen al heel bijzondere redenen tot dank
baar herdenken.
Is het immers niet een gelukkige coïncidentie, dat het ontwikkelingsproces der cinemato
grafie zich nagenoeg geheel onder de regeerlng der jubileerende Vorstin voltrokken heeft?
Het poovere begin van de film toch viel samen met de eerste regeeringsjaren van
Koningin Wilhelmina en in 1898 was men met de nieuwe vinding juist voldoende vertrouwd,
om het glorieuze feest der kroning voor een deel op het celluloid te doen vastleggen.
Slechts met een enkel woord zij geconstateerd, dat onder het stabiel beleid onzer geëer
biedigde Vorstin het film- en bioscoopbedrijf in ons land zich rustig heeft kunnen ontwik
kelen tot een cultureel goed, waarvan de juiste beteekenis valt te meten naar de rijke
schakeering der huidige cinematografische voortbrengselen, naar de geleidelijke verwer
ving door de film van zelfstandig schoonheid-scheppend vermogen, naar de expansie en
de organische vereeniging van het bedrijf, dat hieraan zijn gestalte dankt.
Uit de contemporaine historie van de film in ons land treedt de figuur van Hare Majesteit
de Koningin als vanzelf naar voren.
Ingewijden in het bedrijf weten, hoe Hare Majesteit zich geregeld op de hoogte heeft doen
houden van de voortbrengselen der filmindustrie, door bekende ondernemers aan het Hof
te ontbieden om aldaar filmvoorstellingen te verzorgen.
In 1923 kreeg een Nederlandsche onderneming zelfs de vereerende toestemming van Hare
Majesteit en Haar Hof een film te mogen vervaardigen, een geste, welke voor die dagen
van baanbrekende beteekenis was en getuigenis aflegde van het juiste begrip voor de taak
en de waarde van de film, hetwelk de Koningin toen reeds aan den dag legde.
Alom heeft het in onzen kring groote voldoening gewekt, dat in de latere jaren van de
belangstelling van Hare Majesteit voor de film meer en meer naar buiten is gebleken.
Nog versch liggen in het geheugen de bezoeken van Hare Majesteit aan eenige Haag-
sche bioscopen, om aldaar o.m. de bekende K. XVIII-film en de journaals van de plech
tigheden en feesten bij gelegenheid van het Prinselijk huwelijk te kunnen aanschouwen.
Met diepe erkentelijkheid zij er hier bovendien van gewaagd hoe bij verschillende natio
nale gebeurtenissen als het Prinselijk huwelijk en den doop van Prinses Beatrix, dank
zij de persoonlijke toestemming der Koningin, aan het bedrijf dusdanige faciliteiten wer
den verleend, dat het mogelijk werd deze verheven en historische momenten op het witte