OFFICIEEL ORGAAN
VAN DEN NEDERLANDSCHEN BI OSCO O P - BO N D
FILMDILETTANTISME VAN HET AMSTERDAMSCHE
HULDIGINGSCOMITÉ
Algemeen wordt met groote voldoening terug
gezien op de viering van het Veertig-jarig Regee-
ringsjubileum onzer Vorstin. Daarvoor is volop
reden, want ze was grootsch en spontaan, massaal
en plechtig tevens en in bijna alle opzichten wel
geslaagd. Ongetwijfeld zal ieder onzer daaraan
jarenlang de meest prettige heugenis hebben.
Inzonderheid de Amsterdamsche Huldigings-
Commissie 1938 heeft eer van haar werk gehad.
De organisatie der feestelijkheden was voortreffe
lijk, en nu alles succesvol achter den rug is, mag
een woord van lof haar zeerzeker niet worden ont
houden.
Onzerzijds stemmen wij met dezen lof van harte
in, daarnaan nog onzen dank toevoegend voor de
vele faciliteiten, die, dank zij ook de houding van
de Huldigings-Commissie, in de voorbije dagen
aan het filmbedrijf zijn verleend.
Het doet ons daarom oprecht leed, dat we on3
niettemin genoodzaakt zien een restrictie te maken,
neerkomende op eenige grieven tegen de wijze.
waarop deze Commissie gemeend heeft bepaalde
onderdeden van de feestelijkheden te moeten or-
ganiseeren.
In het vorig nummer van ons Orgaan hebben wc
er onze bevreemding reeds over uitgesproken, dat
onder auspiciën van genoemd Comité tijdens de
feestdagen iederen avond op verschillende plaat
sen in de stad openluchtfilmvoorstellingen zouden
worden gegeven, terwijl tezelfdertijd de Nationale
Film, alsook de verschillende Oranje-films in tal
van bioscopen der stad werden vertoond. Wij
namen toen reeds als zeker aan, dat hetgeen bij
deze openluchtvoorstellingen ten beste zou worden
.gegeven, niet veel te beteekenen had en een directe
schade voor de bioscoopondernemers allerminst
behoefde te worden gevreesd. Wel echter waren
we beducht, dat de resultaten van dit openlucht-
dilettantisme van dien aard zouden zijn, dat ze de
film geen eer zouden aandoen.
Deze veronderstelling is maar al te zeer bewaar
heid geworden. Erger zelfs, de betreffende voor
stellingen hebben niet alleen de film, maar ook de
herdenking als zoodanig geen eer aangedaan.
De gebrekkige wijze, waarop een dergelijke
voorstelling was georganiseerd, is niet onvermake
lijk gekarakteriseerd door de volgende reportage
van het „Handelsblad":
,,Er waren duizenden op de been gister
avond in de Transvaalbuurt, in blijde verwachting
van de in de bladen en in het officieele programma
aangekondigde filmvoorstelling in de open lucht,
aan den Tugelaweg bij de Cilliersstraat.
Zij wachtten geduldig op het schoone èn, naar
blijkbaar ingewijden met de hand op het hart, bij
het aanprijzen van „Oranje-Nationaal" verklaar
den, ook jolige, dat komen zou.
1