VERKIEZINGEN IN DE AFDEELINGEN sing en intrekking van zijn vergunning. In de Bio scoopwet is derhalve het administratief recht vast gelegd met het oog op eventueele overtredingen van den vergunninghouder, in casu den exploitant. Artikel 42 is evenwel in het Bioscoop-Besluit in het leven geroepen om de filmverhuurkantoren, die niet door dit administratief recht kunnen wor den achterhaald, strafbaar te stellen, Dit Bioacoop- besluit immers regelt in hoofdzaak de verhouding tusschen de Centrale Commissie voor de Filmkeu ring en de filmverhuurders. Verdachte, die reeds administratief gestraft is door schorsing van zijn vergunning gedurende één dag, is derhalve ten onrechte aan een strafvervolging blootgesteld. Op vorenvermelde gronden drong spreker er bij den kantonrechter op aan, verdachte van rechtsvervol ging te ontslaan. Op Dinsdag, 15 November, heeft de kanton rechter schriftelijk vonnis gewezen en verdachte ontslagen van rechtsvervolging. In zijn vonnis overweegt de kantonrechter, dat artikel 42 van het Bioscoopbesluit strafbaar stelt hem, die een film vertoonen doet in een andere samenstelling, 'dan waarin zij door de Centrale Commissie voor de vertooning is toegelaten, zoo dat de vraag beantwoord moet worden, of ver dachte moet geacht worden een film van een an dere samenstelling te hebben doen vertoonen, nu hij een film heeft doen vertoonen in een geringere lengte, dan waarin deze ter vertooning was toe gelaten. De kantonrechter is te dezen aanzien van mee ning, dat de geringere lengte niet noodzakelijk ge lijk te stellen is met een andere samenstelling, om dat het zeer wel denkbaar is, dat het bij de ver tooning doen wegvallen van bepaalde beelden hetgeen om allerlei redenen gewenscht en zelfs noodig kan zijn geen andere samenstelling teweeg brengt. De film kan immers, ook nadat bepaalde ge deelten zijn verwijderd, dezelfde compositie blijven vertoonen en dus in karakter geheel dezelfde zijn gebleven, waaraan niet afdoet, dat ook het tegen deel denkbaar is. Bij deze opvatting behoeft het vertoonen op geringere lengte volgens den kan tonrechter dus niet noodzakelijk een overtreding van artikel 42 op te leveren. Er is alleszins reden om van deze uitspraak van den kantonrechter met voldoening kennis te nemen. Deze uitspraak immers geeft in de eerste plaats een juiste interpretatie van artikel 42 van het Bioscoopbesluiten en verhindert in de tweede plaats, dat de toepassing van dit besluit, althans van dit artikel, tot een groot ongerief voor het bedrijf zou worden. Het is vanzelfsprekend, dat strafbaar blijft iedere verkorting van een film',' welke geschiedt met de kennelijke bedoeling, de film in andere samenstelling te doen vertoonen. In dat. geval immers zou aan de bedoeling der Bioscoopwet geweld worden aangedaan. Verdient het thans echter, ten einde artikel 42 niet opnieuw tot een steen des aanstoots te maken, geen aanbeveling dit te wijzigen in dier voege, dat strafbaar wordt gesteld hij, die een film verkort, met de kennelijke bedoeling de samenstelling daar van te wijzigen? Daardoor wordt immers op eenvoudige wijze bereikt, hetgeen bij de samenstelling van het be treffend artikel ook werd beoogd, dat nakeurings- instanties verhinderd worden coupures aan te brengen, of het aanbrengen daarvan, te gelasten. Bovendien is het dan mogelijk den waren schul dige te treffen, dat is hij, die in strijd met de be doeling van de wet zoowel als van dit artikel afbreuk doet aan de samenstelling van de film. - Zooals wij in het vorig nummer van het Officieel Orgaan hebben medegedeeld, zullen als gevolg van de inwerkingtreding der gewijzigde Statuten de leden van alle Bestuurscolleges van den Bond moeten aftreden, zoodat nieuwe verkiezingen die nen te worden gehouden. Gekozen moeten worden leden van de Bedrijfs afdeling Filmverhuurders, de Plaatselijke en Pro vinciale Afdeelingsbesturen. den Afdeelingsraad en den Ledenraad. Vóór Zaterdag, den 1 Oen December e.k. zullen de vereisen te verkiezingen gehouden moeten zijn, waarbij de leden van de Plaatselijke en Provinciale Afdeelingen uit de te kiezen leden van het Afdee- lingsbestuur twee leden voor den Afdeelingsraad en uit deze twee leden één lid van den Ledenraad hebben te kiezen. Voorzoover ons bekend, hebben de Afdeelingen Amsterdam en het Centrum reeds een buitenge- 7

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1938 | | pagina 9