zamenlijke leden, of van één of meer bedrijfs-,
plaaselijke- of regionale groepen van leden;
i. het verkenen van toesteming lot het aangaan
van overeenkomsten met één of meer andere
rechtspersoonlijkheid bezittende vereenigingen;
j. - de functiën, die moeten geacht worden tot het
vorenstaande te behooren, of daarmede ver
band houden;
k. het hooren van leden, die 7 dagen voor een te
houden vergadering van den Ledenraad daar
toe schriftelijk het verzoek bij den Secretaris
hebben ingediend,
--Ondanks dit omvangrijk arbeidsterrein tast de
Ledenraad de taak en de rechtsbevoegdheid van de
algemeene ledenvergadering niet aan. Zij blijft
souverein, want aan haar blijven opgedragen die
bevoegdheden, welke raken het hart van de orga
nisatie, dus haar bestaan. Zij bestaan met name in
de benoeming van de leden van het Hoofdbestuur,
het vragen van verantwoording van het Hoofd
bestuur over handelingen, liggende op het gebied
van de functiën van de algemeene ledenvergade
ring, de benoeming van den Directeur en de ver
dere voorwaarden daarvan; het opnemen en goed
keuren van de jaarlijksche rekening en verant
woording van den penningmeester, het vaststellen
van Bondsreglementen en het uitvaardigen van
Bondsbesluiten, de functiën, welke bij de Bonds
reglementen en Bondsbesluiten aan de Algemeene
ledenvergadering zijn opgedragen, het besluiten tot
■wijziging der Statuten en de benoeming van eere-
leden.
Hieruit blijkt, dat de taken en rechtsbevoegd
heden van Ledenraad en algemeene ledenvergade
ring afgebakend zijn tot een voor elk dezer colleges
afzonderlijk terrein.
Mocht er verschil van inzicht bestaan, dan be
slissen met uitsluiting van den burgerlijken rech
ter in eerste en hoogste instantie de Voorzitters van
het Hoofdbestuur, de Commissie van Geschillen en
den Raad van Beroep, respectievelijk bij ontsten
tenis van een hunner de Vice-Voorzitter van het
betreffend college, en zulks bij meerderheid van
stemmen, na daartoe in vergadering te zijn bijeen
geroepen door den Voorzitter van het Hoofd
bestuur.
In deze uitvoerige aanduiding van de taak van
den Ledenraad ligt tegelijkertijd opgesloten de
beteekenis van het nieuwe College.
-In het begin heb ik reeds gezegd, dat de Leden
raad ten aanzien van bepaalde taken en rechts
bevoegdheden en onder bepaalde omstandigheden
in de plaats treedt van de Algemeene ledenverga
dering.
De Ledenraad neemt in den Bond dus met in
achtneming van genoemde restricties ongeveer de
plaats in, welke het zoogenaamde ..congres" bij
diverse andere organisaties vervult. Het groote
aantal leden van deze organisaties immers heeft
geleid tot vereenvoudiging van de. algemeene
ledenvergadering door verkiezing van afgevaar
digden, welke gezamenlijk de algemeene vergade
ring uitmaken.
In zoover behoeft de nieuwe figuur die Leden
raad heet, niet nieuw te zijn. Wat echter haar be
teekenis betreft, onderscheidt zij zich wel degelijk
van de zoogenaamde congressen.
Ten eerste immers is haar taak beperkt.
Ten tweede leidde bij ons niet zoozeer het groote
aantal leden tot deze figuur, als wel het complex
van werkzaamheden, waarmede de Nederlandsche
Bioscoop-Bond zich krachtens de bijzondere posi
tie, welke hij in Nederland inneemt en mede als
gevolg van de maatschappelijke ontwikkeling, ziet
belast.
Ten derde bood zij de eenige mogelijkheid,
waardoor kon worden verkregen een zuivere uit
drukking van de verhouding in onze organisatie,
waarin leveranciers en afnemers tegelijkertijd ver-
eenigd zijn.
Door den aard zijner werkzaamheden, zoowel
als door de wijze zijner samenstelling wordt de
vooraanstaande positie die de Ledenraad in ons
midden kan gaan innemen, duidelijk gedemon
streerd.
Ik zeg: kan kan innemen. Tot nu toe bestaat
deze vooraanstaande positie immers uitsluitend op
papier. Op hen, die er zitting in zullen hebben, rust
de verantwoordelijkheid te zorgen, dat deze positie
inderdaad géén ..papieren-positie" zal zijn.
Aan hen is de mooie en dankbare taak bescho
ren om als eersten onder ons deel te nemen aan
een geheel nieuwen arbeid. Zij hebben het in de
hand om dit nieuwe lichaam leven te geven, het
vrucht te doen dragen, het de plaats te geven, wel
ke het in den Bond toekomt.
Voor een gedeelte wijzen de betreffende bepa
lingen van het Algemeen Bondsreglement over de
werkwijze van den Ledenraad hiertoe den weg.
In verband hiermede moge ik nog opmerken,
dat artikel 26 D van bedoeld reglement onder an
deren bepaalt, dat voor het houden van een ver
gadering van den Ledenraad wordt vereischt, de
tegenwoordigheid van ten minste drie vierde van
het totaal aantal leden van den Ledenraad. Wan
neer het quorum niet bereikt is, zal een tweede
vergadering met dezelfde agenda worden opgeroe
pen en zal eerst deze tweede vergadering de be
voegdheid hebben besluiten te nemen, ongeacht
het aantal aanwezige leden.
Hierbij moge ik tevens de aandacht vragen voor
artikel 29 A, dat bepaalt, dat elk lid van den
Ledenraad één stem heeft en besluiten slechts kun
nen worden genomen met een meerderheid van
twee derde der uitgebrachte stemmen.
Voor het grootste gedeelte echter zullen de
leden van den Raad zich zelf een weg moeten
banen. Hiermede bedoel ik, dat goede trouw, een
hoog verantwoordelijkheidsbesef en het algemeen
belang van het geheele Nederlandsche film- en