OVERGANGSBESLUIT VAN 1 FEBR, 1937
Beschikkende op de aanvrage van de N.V.
Theatermaatschappij Orero, Groenendaal 107, Rot
terdam, vervat in haar brief van 18 Februari j.1,,
toegelicht door de Heeren A. de Jong en G. van
Laeken, heeft het Hoofdbestuur, na het Bestuur
van de Afdeeling Rotterdam ter zake te hebben ge
hoord, in zijn vergadering van 28 Februari j.1. be
sloten aan genoemde N.V. toestemming, als be
doeld sub. b van het Overgangsbesluit d.d. 1
Februari 1937, te verleenen tot het gaan exploi-
teeren van een permanente bioscoop in het gebouw
Arena (vroeger genaamd Roxy Theater) aan de
Westkruiskade te Rotterdam.
Deze beslissing is gegrond op de overweging:
TOEPASSING ART. 15 DER STATUTEN
In zijn vergadering van Dinsdag, 28 Februari
1939 heeft het Hoofdbestuur ingevolge artikel 15
der Statuten besloten de straf van boete tot een
bedrag van 250.-op te leggen aan den heer
H. C. v. d. Waarden, exploitant van de Stads-
dat het gebouw Arena destijds speciaal met het doel om
het als bioscooptheater te exploiteeren is gebouwd en inge
richt en dat het ook eenige jaren als zoodanig is geëxploiteerd
tot begin 1937;
dat voormeld gebouw nadien weliswaar is gebruikt voor
het geven van variété- en revue-voorstellingen, maar dat
daardoor aan de oorspronkelijke bestemming van het ge
bouw niets is veranderd;
dat uit het vorenstaande volgt, dat bij de beoordeeling
van deze aanvrage niet dezelfde maatstaven kunnen worden
aangelegd als ten aanzien van de stichting van een geheel
nieuwe bioscoop, waarbij in aanmerking moet worden geno
men, dat zij, die in dit gebouw, toen het als bioscooptheater
werd gesticht, aanzienlijke sommen gelds hebben geïnves
teerd, hetgeen plaats vond voordat er van Bondswege beper
kende maatregelen met betrekking tot het gaan exploiteeren
van bioscopen waren genomen, in hooge mate gecupeerd
zouden worden, indien hun thans de mogelijkheid zou wor
den ontnomen om aan dit gebouw zijn oorspronkelijke be
stemming, n.1. die van bioscooptheater, terug te geven, nu
gebleken is, dat de revue- en variété-voorstellingen in dit
gebouw tot groote verliezen hebben geleid en derhalve het
in dit gebouw geïnvesteerde kapitaal bijkans geheel verloren
zou gaan, indien het niet weer als bioscoop in exploitatie
genomen zou mogen worden;
dat de exploitatie van het gebouw-Arena als variété- en
revue-theater groot nadeel heeft berokkend aan het Rotter-
damsche bioscoopbedrijf, welk nadeel verre overtrof het
nadeel, dat de andere Rotterdamsche bioscooptheaters vóór
dien ondervonden van de bioscoop-exploitatie van het ge
bouw Arena;
dat bij het tegenover afwegen van de nadeelen voor
het Rotterdamsche bioscoopbedrijf in het algemeen van
een variété- en revue-exploitatie en die van een bioscoop
exploitatie in het gebouw Arena van doorslaggevende betee-
kenis is de omstandigheid, dat de bioscoopexploitaties van
dat gebouw gebonden zal zijn aan de prijzenreglementeering
van den Bond, waardoor een eind zal komen aan het prijs-
geknoei (o.a. door het verstrekken van groote hoeveelheden
reductie-biljetten), van de exploitanten van de variété- en
revue-voorstellingen in het gebouw Arena;
dat weliswaar het Bestuur van de Afdeeling Rotterdam
van den Bond ernstige bezwaren tegen het verleenen van
de gevraagde toestemming tot het gaan exploiteeren van
een permanente bioscoop in het gebouw Arena heeft inge
diend, doch dat deze bezwaren hoofdzakelijk gegrond zijn
op de omstandigheid, dat de bioscoopexploitatie, die door de
achtereenvolgende exploitanten in dit gebouw gevoerd is,
geen succes heeft opgeleverd, waarmede echter niet is aan
getoond en daarmede is het Afdeelingsbestuur in gebreke
gebleven, dat deze exploitatie de andere Rotterdamsche
bioscopen werkelijk schade heeft gedaan;
dat deze bezwaren van het Afdeelingsbestuur voor het
Hoofdbestuur wellicht zwaarder zouden hebben gewogen,
wanneer het hier betrof een aanvrage van een buitenstaan
der, maar dat deze bezwaren niet steekhoudend moeten
worden geacht, nu de aanvrage is ingediend door de N.V'.
Orero, die zelve een bioscoop in Rotterdam exploiteert en
bij 'de exploitatie van een andere Rotterdamsche bioscoop
ten nauwste is betrokken, en die dan ook in staat is en de
noodigc kennis van het Rotterdamsche bioscoopbedrijf heeft
om de exploitatie-mogelijkheden van het gebouw Arena te
kunnen beoordeelen, daargelaten, dat de N.V. Orero, die
ten nauwste betrokken is bij een Rotterdamsche bioscoop,
welke haar bezoekers uit hetzelfde stadsdeel als het gebouw
Arena moet recruteeren, zelve misschien het eerst en het
meest schade van de nieuwe bioscoopexploitatie zou onder
vinden;
dat de N.V. Orero heeft verklaard, dat het in haar bedoe
ling zou liggen om in het gebouw Arena films te vertoonen,
die reeds een eerste vertooning in de Rotterdamsche pre
mière-theaters hebben beleefd, en dat met zulk een exploi
tatie speciaal gediend zouden zijn, hetgeen mede van invloed
is op deze beslissing van het Hoofdbestuur, de belangen -van
de filmverhuurkantoren, die immers in Rotterdam moeilijker
dan in de andere groote steden afzet kunnen vinden voor
films, die reeds in première zijn vertoond;
dat er in het Rotterdamsche bedrijfsleven in het algemeen,
gelijk ook gereleveerd is in het jaarverslag der Afdeeling
Rotterdam van den Bond over het jaar 1938, een opleving
valt waar te nemen, welke langzaam, aoch gestadig door
werkt, hetgeen ook tot uitdrukking komt in de ontvangst
en bezoekers-cijfers van de Rotterdamsche bioscopen over
1938;
dat het aantal bioscooptheaters in Rotterdam in de- jaren,
voorafgaande aan de van Bondswege ingevoerde bedrijfs-
reglementeerir.g, nagenoeg niet werd uitgebreid, zulks in
tegenstelling met de beide andere groote steden Amsterdam
en Den Haag, waar korten tijd vóór het in werking treden
der bednifsreglementeering groote bioscooptheaters werden
bijgebouwd, of op dat tijdstip reeds in aanbouw waren, het
geen in Amsterdam en Den Haag tot een overcompleet van
bioscopen heeft geleid;
dat in Rotterdam het aantal bioscopen reeds vóórdat de
economische depressie haar invloed op het bioscoopbedrijf
deed gelden, verhoudingsgewijs zeker niet te groot was en
dat gelijk hiervoren overwogen dit aantal daarna ook niet
is uitgebreid, doch integendeel door het uitschakelen van de
vroegere Roxy Bioscoop, dat in het variété- en revue-theater
Arena veranderd werd, is ingekrompen;
dat het verbeterd aspect van het Rotterdamsche bedrijfs
leven in het algemeen en de gunstige invloed daarvan op
bet bioscoopbedrijf, alsook de uitbreiding van het aantal in
woners, dan ook wettigen, dat aan het gebouw Arena zijn
oorspronkelijke bestemming van bioscoop wordt terugge
geven, waardoor immers slechts hersteld wordt de toestand,
zooals die voor wat het aantal bioscopen betreft reeds eenige
jaren geleden in Rotterdam bestond;
dat uit het vorenstaande volgt, dat het weer in exploitatie
nemen van het gebouw Arena als bioscooptheater dienstig is
aan de gezonde expansie van het Rotterdamsche bioscoop
bedrijf en dat de bedrijfsordening, welke door den Neder-
landschen Bioscoop Bond wordt nagestreefd, niet beoogt
gezonde expansie van het Nederlandsche film- en bioscoop
bedrijf tegen te gaan, doch integendeel, waar dat economisch
verantwoord is, expansie te bevorderen, zulks in het alge
meen belang van het geheele bedrijf;
dat derhalve aan de N.V. Orero de gevraagde toestem
ming tot het gaan exploiteeren van een permanente bioscoop
in het gebouw Arena te Rotterdam behoort te worden
verleend.