om aan de televisie-uitzendingen grootere popula
riteit, te geven, hetgeen reeds demonstreert, dat de
televisie het in dit opzicht niet buiten de bioscoop
kan' stellen, doch het zou in tegenstelling met deze
uitlatingen wel eens kunnen zijn, dat, nu het aantal
televisie toestellen blijkbaar reeds een verzadi
gingspunt heeft bereikt, men gedwongen wordt tot
het inzicht te komen, dat de televisie-uitzendingen
eerst beteekenis kunnen krijgen, indien zij naast
de privé-ontvangst, door de bioscopen geëxploi
teerd kunnen worden.
Door de jongste Londensche televisie-gebeurte
nis wordt op interessante wijze bevestigd, hetgeen
de Televisie-Commissie van den Nederlandschen
Bioscoop-Bond in haar rapport aan het Hoofdbe
stuur, uitgebracht in December 1937, als haar
standpunt heeft te kennen gegeven, dat de vervol
making van het televisiebeeld en de proeven met
groot doek wijzen in de richting van een vorm van
amusement, welke in zijn toepassing en uitwer
king, alsmede in de exploitatie en de eventueele
middelen daartoe gebezigd, het gebied zal kruisen,
hetwelk thans door het film- en bioscoopbedrijf
bestreken wordt.
De televisie, aldus dit rapport, heeft ook in het
thans bereikte stadium op de film haar onmiddel
lijkheid voor, hetgeen met betrekking tot het bren
gen van actualiteiten van beteekenis moet worden
geacht.
Ook al zijn er in dit verband volgens het rapport
vele bezwaren aan te geven, toch is de veronder
stelling gewettigd, dat het publiek ongetwijfeld
de directe overbrenging van actualiteiten zoodanig
zal apprecieeren, dat het de technische tekort
komingen gaarne op den koop toeneemt.
De Commissie was op grond van het voren
staande van oordeel, dat het film- en bioscoop
bedrijf in ons land tegenover een experimenteele
practische toepassing van televisie niet onver
schillig mag staan. Zij achtte het integendeel voor
het bedrijf van het grootste belang, actief aan deze
practische toepassing deel te nemen, èn door er in
principe toe mede te werken, dat films ter beschik
king worden gesteld èn door te bereiken, dat
eventueele proefvoorstellingen worden gegeven in
de bioscopen, hetzij zulks geschiedt in de lounges,
de halls of in de nevenzalen van deze instellingen.
Volgens de Commissie klemde dit te meer, waar
veilig mocht worden aangenomen, dat in de naaste
toekomst alleen reeds om financieele redenen
de televisie de massa niet zal bereiken via de
huiskamer.
Dit inzicht van de Bondstelevisie-Commissie,
reeds anderhalf jaar geleden vastgelegd, is blijkens
hetgeen zich thans te Londen op dit gebied vol
trekt, wel opmerkelijk juist gebleken, zij het met
dit verschil, dat de technische vooruitgang, zich
demonstreerend in de projectie op groot doek, de
nevenzaal reeds overbodig gemaakt schijnt te heb
ben en niets de voorstelling in de bioscoop zelf
meer in den weg staat.
Televisie is niet anders dan een technische aan
gelegenheid, welke het bedrijf, inzonderheid het
bioscoopbedrijf, zich vrijelijk moet kunnen assu-
meeren en welke niet mag worden opgesloten in
de beperkte ruimte van een bepaalde instelling,
noch mag worden opgeofferd aan de eenzijdige
opvattingen van bepaalde personen, noch in haar
ontwikkeling mag worden gestuit door een ver
keerde toepassing van de Wet, die de onbegrensde
mogelijkheden van deze nieuwe vinding nimmer
heeft kunnen voorzien.
Nederland zal ongetwijfeld met de practijk,
welke zich thans bezig is te vormen, zijn voordeel
kunnen doen!
A. VAN GELDERf
In den ouderdom van 63 jaar is op Zaterdag,
18 Februari j.1. geheel onverwacht, na een kort
stondige ziekte, overleden de heer A. van Gelder,
directeur van de NV. voorheen Antoon van Gel
der, exploiteerende het City Theater te Culemborg.
Met den heer Van Gelder is een van die leden
heengegaan, die in de organisatie van het bedrijf
weinig op den voorgrond treden, doch door hun
kundige exploitatie en hun gedegenheid van zaken
doen mede de gezonde kern van ons bedrijf vor
men en daaraan een typischen vaderlandschen
karaktertrek gegeven hebben.
De heer Van Gelder beheerde in Culemborg
verschillende ondernemingen en het feit, dat hij
onlangs nog, ondanks de moeilijke tijdsomstandig
heden ter vervanging van de bestaande zaak, welke
niet meer aan de eischen des tijds voldeed, een
nieuwe bioscoop heeft gebouwd, moge een bewijs
zijn van de voortvarendheid, die hem kenmerkte.
De herinnering aan dezen sympathieken mensch,
die in alles bovendien een trouw en actief Bonds-
lid was, zal nog lange jaren bij ons levendig
blijven.
Het Hoofdbestuur heeft aan de familieleden
van den overledene schriftelijk zijn deelneming
betuigd, terwijl het bij de teraardebestelling op
Dinsdag, 21 Februari, vertegenwoordigd was door
den heer Joh. Miedema, lid van het Hoofdbe
stuur en Voorzitter van de Afdeeling Het Oosten.