INSCHRIJVING IN HET NAAMREGISTER fi 15 volgende overwegingen: dat eischeres m hoofdzaak lieefl gesteld, dal zij op ol omstreeks 9 December 1938 met gedaagde (Filmex) een over eenkomst is aangegaan inzake den zoogenaamden verhuur en huur van de film „Morgen gaat het beter", waarbij o.a. is bepaald, dat eischeres verplicht is genoemde film „in te zetten" drie weken na den eersten vertooningsdag in het premièretheater te Amsterdam: dat de première van de film in Amsterdam plaats vond op 24 Februari 1939 en dat eischeres dus met de vertooning van de film op 17 Maart d.a.v. moest beginnen; dat in de week van 39 Maart 1939 in het Luxor Theater te Leiden in reprise werd vertoond gedaagdes film „Vadertje Langbeen"; dat eischeres, vrec- zende, dat deze voor het Luxer Theater te Leiden ongebrui kelijke reprise-vertooning van de Nederlandsche film „Va dertje Langbeen" in de week voorafgaande aan den con tractueel vastgestelden aanvang van de vertooning van de nieuwe Nederlandsche film „Morgen gaat het beter" in eischeresses theater, in hooge mate afbreuk zou doen aan de resultaten van laatstgenoemde vertooning, gemeend heeft in deze reprise een door gedaagde ondernomen poging te moeten zien, om haar nadeel toe te brengen, en zulks uit wrevel over het door toedoen van invloedrijke derden, tegen den zin van gedaagde, tusschen partijen tot stand gekomen contract, inzake laatstgenoemde film; dat weliswaar eischeres den inzetdatum van deze film tot 14 April 1939 heeft opge schoven, doch desniettemin verwacht door de reprisever- tooning van de film „Vadertje Langbeen" zoodanige schade te zullen lijden, dat zij der Commissie verzocht heeft te bepalen, hetzij dat haar verplichting tot betaling van de contractueel bepaalde garantiesom behoort te vervallen en het overeengekomen aandeel van gedaagde in de opbrengst met 10 of zooveel minder als de Commissie billijk acht, behoort te worden verminderd, hetzij dat zij (eischeres) ge rechtigd is op vorenbedoelde garantiesom in mindering te brengen het verschil tusschen de met meergenoemde film te verkrijgen recette en de recette, verkregen met andere vroe ger tegen een gelijk garantie-bedrag door eischeres gehuurde en vertoonde films; dat gedaagde hiertegen in hoofdzaak heeft aangevoerd, dat zij geen enkele reden had de tot stand koming van het contract met eischeres tegen te werken, en dit ook niet heeft gedaan; dat het Luxer Theater te Leiden op 3 Maart 1939 de film „Vadertje Langbeen" in zoogenaamde „reprise- vertooning" heeft vertoond, terwijl eerst zes weken later, namelijk op 14 April de film „Morgen gaat het beter" in eischeresses bioscooptheater zal worden vertoond; dat deze omstandigheid geen enkele schade voor eischeres met zich medebrengt, doch integendeel deze reprise als een goede reclame kan worden beschouwd voor de door eischeres te vertoonen nieuwe Nederlandsche film; dat gedaagde eische resses beschuldiging, dat zij (gedaagde) getracht zou hebben eischeres opzettelijk nadeel toe te brengen, verre van zich wijst; dat zij deze beschuldiging absurd acht, omdat zij bij de opbrengst van eischeresses vertooning van meergenoemde film rechtstreeks financieel geïnteresseerd is, en dus, al ware het alleen maar in haar eigen belang, alles zal doen om deze opbrengst zoo veel mogelijk te verhoogen en alles zal nalaten, waardoor deze opbrengst ongunstig zou kunnen worden beïnvloed; dat de Commissie tot de overtuiging is gekomen, dat eischeres hare grieven voornamelijk heeft gegrond op de meening, dat gedaagde in deze te kwader trouw zou hebben gehandeld; dat echter uit het door de Commissie ingestelde onderzoek is komen vast te staan, dat gedaagde zich ten aanzien van alle motieven, welke eischeres tot de vorming van deze meening hebben geleid, heeft weten te rechtvaardigen, en haar hiertoe strekkend verweer heeft gegrond op deugdelijke bewijsstukken; dat derhalve moet worden aangenomen, dat gedaagde in deze kwestie te goeder trouw heeft gehandeld, hetgeen ook hieruit blijkt, dat niet op verzoek van gedaagde, doch inte gendeel op aandrang van eischeres in het tusschen partijen aangegaan contract is bepaald, dat eischeres de film drie weken na den dag der Amsterdamsche première zou gaan vertoonen; dal ter zake van de door eischeres gepretendeerde schade, welke zou voortvloeien de de zoogenaamde „reprise- vertooning" van de Nederlandsche film ..Vadertje Lang been" in het Luxor Theater te Leiden vóór de zoogenaamde „.première-vertooning" van de nieuwe Nederlandsche film „Morgen gaat het beter" in eischeresses bioscooptheater, vast staat, dat de première-vertooning van de* laatste film zes weken na de reprise-vertooning der eerste film zal plaats vinden; dat eischeres deze omstandigheid waarschijnlijk als schade brengende factor heeft gezien op grond van het feit, dat er slechts weinig Nederlandsche speelfilms worden uitgebracht, en zij derhalve veronderstelt, dat het bioscoop-bezoekend publiek niet licht twee maal kort achtereen een Nederlandsche film zal komen zien (te meer, waar in beide genoemde films dezelfde actrice de hoofdrol vervult), waardoor het Luxor Theater met deze reprise te veel publiek aan haar komende première zou onttrekken; dat, zoo er al een grond van waarheid in dezen gedach- gang mocht schuilen, een tijdvak van zes weken welke tus schen meergenoemde reprise en première ligt, ruimschoots voldoende moet worden geacht, om dezen (overigens du- bieuzen) schadebrengenden factor te niet te doen; dat eischeres overigens in gebreke is gebleven haar be weerde schade aan te toonen, of ook maar eenigszins waar te maken; dat op grond van het bovenstaande aan eischeres haar vordering moet worden ontzegd, met hare veroordeeling in de kosten van het geschil, bedragende ƒ25. Ingevolge art. 4 van het Reglement op het Naamregister zijn de navolgende verzoeken tot inschrijving van titels in het Naamregister gedaan. Voor het indienen van bezwaren tegen de verlangde inschrijving, hetgeen binnen acht dagen na deze publicatie schriftelijk bij het Hoofdbestuur moet geschieden, raadplege men art. 6 van het betreffend Regle ment: Datum Titels waaronder de films Naam van den w scl aarop in- in Nederland worden uit houder der ex rijving ver zocht is gebracht ploitatie-rechten 16 Maart Carrière Metro 17 Sloofje 17 Lach, of ik schiet! 17 Andy Hardy bij de Cow boys 17 De Koning der Onder wereld Warner 17 Madeleine Victoria 20 Het Huwelijk van Eefke 22 Briest-) Liefde is geen Speelgoed LI fa 27 Onzichtbare Gasten I.F.A. 27 Moderne Strijdkrachten in 28 Actie El Gato, de galante Bandiet Fcx-film 28 Charlie Chan in Honoloeloe 28 De zwarte extase 28 De kleine Thérésia van 30 Lisieux Lauter Lügen (De jaloer- Film trust 31 sche Echtbreker) 1) LI fa De vliegende Ier R.K.O. 3 April De Kermis der Dwaasheid Metro Hierdoor vervalt de titel „L'Amour". -) Hierdoor vervalt de titel „Ontgoocheld". Hierdoor vervalt de titel „Zuster Thérèse van Lisieux"). Hierdoor vervalt de titel „Al is de leugen nog snel De Non

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1939 | | pagina 17