Ten slotte zij hier nog mededeeling gedaan van
den inhoud van een heden ingekomen telegram van
het hoofdbestuur van den Nederlandschen Bio
scoop-Bond.
Genoemd Hoofdbestuur seint, dat de bioscoop
onderneming in deze gemeente reeds met groote
moeilijkheden heeft te kampen. Verhooging van
toegangsprijzen zal rriet baten, doch slechts leiden
tot verschuiving van het bezoek naar lagere ran
gen, zooals de ervaring in andere gemeenten heeft
geleerd. Na verhooging der belasting zal het nu
reeds te kleine exploitatie-overschot der bioscoop
in een zoodanig te kort veranderen, dat voortzet
ting van het bedrijf doelloos wordt, in welk geval
de bioscoop in het geheel geen belasting meer zal
betalen en het met de belastingverhooging beoog
de doel voor de gemeentekas wordt voorbij ge
schoten. Meerbedoeld Hoofdbestuur verzoekt der
halve den Raad eerbiedig niet tot verhooging van
vermakelijkheidsbelasting voor het bioscoopbedrijf
te besluiten."
Tot zoover het betoog van den Burgemeester.
Uit het ter vergadering gehouden debat bleek,
dat de raadsleden zich met deze opvatting van
Burgemeester en Wethouders volkomen konden
vereenigen. Er werd dan ook niet tot verhooging
der vermakelijkheidsbelasting besloten.
Daarmede is, althans voorloopig, het dreigend
gevaar voor het bioscoopbedrijf te Zundert afge
wend..
Het zou ons ten zeerste verwonderen, als Ge
deputeerde Staten met miskenning van de zakelijke
motieven van het Gemeentebestuur aan hun voor
waarde tot verhooging der vermakelijkheidsbelas
ting zouden vasthouden.
AANVRAGE VOOR HET LIDMAATSCHAP
Voor het lidmaatschap van den Nederland
schen Bioscoop-Bond hebben zich aangemeld de
erven H. J. Caubo te Venlo, aan wie door het
Hoofdbestuur toestemming, als bedoeld sub B van
het Overgangsbesluit d.d. 1 Februari 1937, is ver
leend tot het gaan exploiteeren van het City
Theater, Vleeschstraat 46 te Venlo.
Eventueele bezwaren tegen de toelating kunnen
vóór 22 Augustus a.s. bij het Hoofdbestuur wor
den ingediend.
WIJZIGING NAAM- EN ADRESLIJST
Blz. 38. Het correspondentie-adres van den heer
Hub. den Doop, exploitant van de Hol-
landia Bioscoop te Spekholzerheide, is
thans: Honigmanstraat 41 te Heerlen.
NAKEURING VAN FILMS DOOR DE K. F. C.
In het begin van dit jaar zijn te Amsterdam
besprekingen gevoerd tusschen eenerzijds het
Hoofdbestuur van den Nederlandschen Bioscoop-
Bond en anderzijds het Bestuur van de Vereeni-
ging van Noord-Brabantsche en Limburgsche
Gemeenten voor Gemeenschappelijke Filmkeuring
met betrekking tot de eventueele nakeuring
van de zoogenaamde a- en b-films. Tot nu
toe werden ingevolge een in 1929 onder leiding
van den toenmaligen Minister-President, wijlen
Jhr. Ruys de Beerenbroek, tot stand gekomen ac-
coord door de Katholieke Film Centrale in op
dracht van de hiervoren genoemde Zuidelijke
Filmkeuringsvereeniging alle zoogenaamde c-films
(dat zijn films, die door de Centrale Commissie
voor de Filmkeuring zijn toegelaten voor personen
boven 18 jaar) nagekeurd.
Krachtens dit accoord hadden de bioscoopex
ploitanten in Noord-Brabant en Limburg, voor
zoover hun theaters gevestigd zijn in gemeenten,
welker Gemeentebesturen aangesloten zijn bij ge
noemde Zuidelijke Filmkeuringsvereeniging, zich
vrijwillig, aan deze nakeuring der K.F.C, onder
worpen, dat wil zeggen, zich ingevolge het be
paalde in de artikelen 20 tot 22 der Bioscoopwet
onder het bijzonder toezicht van de Katholieke
Film Centrale gesteld.
In 1929 was echter tusschen den Nederland
schen Bioscoop-Bond en genoemde Zuidelijke
Filmkeuringsvereeniging overeengekomen, dat de
zoogenaamde a- en b-films (dat zijn films, die dooi
de Centrale Commissie voor de Filmkeuring resp.
voor alle leeftijden en voor personen boven 14
jaar zijn toegelaten) niet door de Katholieke Film
Centrale zouden worden nagekeurd en vrijelijk,
door de bioscoopexploitanten in het Zuiden, die
zich onder het bijzonder toezicht van de K.F.C.
hadden gesteld, konden worden vertoond.
De Gemeentebesturen in het Zuiden, aangeslo
ten bij de Zuidelijke Filmkeuringsvereeniging,
hebben nu den wensch te kennen gegeven, dat ook
voor de exploitanten, die onder bijzonder toezicht
der K.F.C, staan, de zoogenaamde a- en b-films
in den vervolge worden nagekeurd, waarvoor ge
noemde vereeniging de medewerking van den
Nederlandschen Bioscoop-Bond heeft ingeroepen.
Als voorloopig resultaat der met betrekking tot
deze aangelegenheid gehouden besprekingen werd
besloten een commissie in het leven te roepen, be
staande uit vertegenwoordigers van de Zuidelijke
Filmkeuringsvereeniging, bijgestaan door afge
vaardigden van de Katholieke Film Centrale en
der Katholieke Film Actie, alsmede vertegenwoor
digers van den Nederlandschen Bioscoop-Bond
en deze commissie te belasten met het opstellen
van een daartoe strekkend plan.
Namens de Zuidelijke Filmkeuringsvereeni-
8