ging werd in deze commissie aangewezen de heer
A. Verdijk, Burgemeester van Eindhoven, terwijl
namens de Katholieke Film Centrale en de Ka
tholieke Film Actie resp. de heer Mr. A. Tepe
(Voorzitter der K.F.C.) uit Leiden en de heer
L. M, Weterings (Directeur van het Centraal
Bureau der K.F.A.) uit 's-Hertogenbosch werden
afgevaardigd. De Nederlandsche Bioscoop-Bond
werd in deze commissie vertegenwoordigd door
de heeren C. S. Roem te Den Haag (Vice-Voor
zitter van het Hoofdbestuur), A. H. Boekraad te
Eindhoven (Secretaris van de Afdeeling Het Zui
den) en A, de Hoop te Amsterdam (Directeur
van den Nederlandschen Bioscoop-Bond).
Na verschillende bijeenkomsten is deze commis
sie onlangs met de haar opgelegde taak gereed
gekomen. Als resultaat van dezen arbeid heeft zij
aan de besturen van de Zuidelijke Filmkeurings-
vereeniging en den Nederlandschen Bioscoop-
Bond aangeboden schema's „van de organisatie''
en „der nakeuringsnormen" van de Zuidelijke
Filmkeuring.
Volgens het schema „van de organisatie" van
het Keuringsorgaan (K.F.C.) van de Katholieke
Film Actie zullen alle hoofdfilms en één- of twee-
acters van het zoogenaamde bijwerk, welke door
de Centrale Commissie voor de Filmkeuring zijn
toegelaten, ongeacht voor welke leeftijdsklasse, aan
nakeuring onderworpen zijn. Deze nakeuring zal
geschieden door sub-commissies, bestaande uit .ten
minste 3 leden, welke sub-commissie worden be
noemd uit een algemeene keuringscommissie, welke
uit ten minste 50 leden zal bestaan. De nakeuring
zal zooveel mogelijk geschieden in de showrooms
van de filmverhuurkantoren; alleen de herkeuring
van films, die, zoowel door belanghebbenden als
door de leiding van het Orgaan kan worden aan
gevraagd, zal geschieden in een gemeente in
Noord-Brabant of Limburg, waarbij bepaald is, dat
van de uit 3 leden bestaande herkeuringscommissie
er ten minste 2 in de diocesen Den Bosch, Breda
of Roermond woonachtig moeten zijn.
De leiding van het Keuringsorgaan wordt opge
dragen aan een comité, bestaande uit 5 leden, t.w.
2 vertegenwoordigers van de Katholieke Film Cen
trale, één vertegenwoordiger van de Katholieke
Film Actie, één vertegenwoordiger van de Ver-
eeniging van Noordbrabantsche en Limburgsche
Gemeenten voor Gemeenschappelijke Filmkeuring
en één vertegenwoordiger van den Nederland
schen Bioscoop-Bond.
Mocht het schema, dat binnenkort aan de direct
belanghebbenden bij deze nakeuring ter beoordee
ling zal worden voorgelegd, door de besturen van
de beide genoemde vereenigingen geaccepteerd
worden, dan zal bij wijze van overgang worden be
paald, dat voor alle a- en b-films, die vóór het in
werking treden van het nieuwe Nakeuringsorgaan
der K.FA./K.F.C. door de Centrale Commissie
voor de Filmkeuring in de respectieve leeftijdsklas
sen zijn toegelaten, de keuringsklassen der Centrale
Commissie ook blijven gelden voor de bioscopen,
welke onder het toezicht van de K.F.C, staan, al
thans voorzoover deze films door de Katholieke
Film Centrale niet ontoelaatbaar verklaard zijn.
Een tweede schema is opgesteld voor de nakeu
ringsnormen der K.F.C., waarin als algemeene
norm voor de ethische beoordeeling van films het
volgende is bepaald. Als ethisch ontoelaatbaar
moeten beschouwd worden: films, wier vertooning
gevaar oplevert voor het godsdienstige, zedelijke
of maatschappelijke leven van de Katholieke toe
schouwers en/of den godsdienst, de zedelijkheid
of de maatschappij kan schaden. Deze norm is in
het schema; nader uitgewerkt en toegelicht.
De besturen van den Nederlandschen Bioscoop-
Bond en de Vereeniging van Noord-Brabantsche
en Limburgsche Gemeenten voor Gemeenschappe
lijke Filmkeuring zullen binnenkort de door den
voormelden commissorialen arbeid onderbroken be
sprekingen voortzetten en naar verwacht wordt tot
een goed einde brengen, waarna het nieuwe Keu
ringsorgaan der K.F.C, zijn arbeid zal kunnen
aanvangen.
BEROEP, ALS BEDOELD IN ARTIKEL 15
DER STATUTEN
Gebruik makende van het in artikel 15 der Sta
tuten omschreven recht hebben de volgende leden
beroep aangeteekend bij den Ledenraad tegen
Gtrafbeslissingen van het Hoofdbestuur:
NV. Bioscoopexploitatie Maatschappij Trianon
Theater te Leiden in zake de beslissing van het
Hoofdbestuur van 3 Januari 1939, waarbij de straf
van waarschuwing is opgelegd;
Gebr. Hirschberg, exploiteerende o.a. het Capi-
tol Theater te 's-Gravenhage tegen een beslissing
van het Hoofdbestuur van 16 Mei 1939, waarbij de
straf van boete tot een bedrag van 250.is op
gelegd;
F. L. D. Bruglemans, exploitant van het City
Theater te Roosendaal, tegen een beslissing van
het Hoofdbestuur van 13 Juli 1939, waarbij de
voorwaardelijke straf van boete ten bedrage van
250,is opgelegd;
NV. Firn Film te Amsterdam tegen de beslis
sing van het Hoofdbestuur van 13 Juni 1939, waar
bij de straf van boycot is opgelegd.
EERSTVOLGEND NUMMER
OFFICIEEL ORGAAN
In de maand Augustus is het Officieel Orgaan
slechts één maal verschenen. Het eerstvolgend
nummer komt nu per 1 September a.s. uit.