OFFICIEEL ORGAAN
ZORGEN IN OORLOGSTIJD.
VAN DEN NEDERLANDSCHEN BIOSCOO P - BON D
Het ergste, dat men vreezen kon, is thans geschied. De woorden van hen, die een
vreedzame oplossing tusschen de betrokken mogendheden trachtten te bereiken, zijn alvo
rens ze konden worden uitgesproken, onder het gedreun van het geschut verstomd.
Een nieuw armageddon teistert Europa.
En men hoeft geen profeet te zijn om aan de teekenen te onderkennen, dat de
verschrikkingen van den Napoleontischen tijd evenzeer als die, welke dit geslacht een
kwart eeuw geleden aan den lijve heeft ondervonden, in het niet zullen zinken bij de
barbaarschheid, welke ons arme werelddeel in den komenden tijd ondersteboven ploe
gen zal.
Er valt immers niet aan te twijfelen, dat deze strijd méér tot inzet heeft dan een
stad of een land, dat hij tot inzet heeft een land, dat niet genoemd is, maar waaraan
wij nochtans allen dienstbaarheid verschuldigd zijn, namelijk: onze hedendaagsche be
schaving.
Wij mogen ons daarom gelukkig prijzen geboren en getogen te zijn op den geze-
genden bodem van ons vreedzaam Vaderland.
Was niet uit ons hart gegrepen de verklaring onzer geëerbiedigde Landsvrouwe,
dat Nederland in dit conflict naar alle zijden en met inspanning van alle krachten en
middelen, waarover ons land beschikt, een strikte onzijdigheid in acht zal nemen en
handhaven?
Dit beteekent voor ons meer dan vér verwijderd blijven van het slagveld. Dit stem
pelt ons land tot een oase te midden van de verzengende hitte der fronten; dit maakt ons
tot de bewakers van een kostelijk goed, dat elders teloor gaat, maar dat wij straks te
midden van de rookende puinen zullen kunnen uitdeelen aan een verstrooide mensch-
heid en overdragen aan een komend, wie weet hoe nooddruftig geslacht.
1