SOCIALE VERZEKERING IN MOBILISATIETIJD Over de verplichtingen van werkgevers en de rechten en verplichtingen van arbeiders ten aan zien van de Sociale Verzekeringswetten in ver band met den huidigen mobilisatietoestand meldt men aan den Kon. Ned. Middenstands Bond: Verplichtingen van werkgevers a. Ongevallenwetten Aangezien de redactie van art. 5 der Ongeval lenwet 1921 en van art. Ie der Land- en Tuin- bouwongevallenwet 1922 hieromtrent twijfel zou kunnen doen ontstaan, is door het bestuur der Rijksverzekeringsbank beslist, dat werkgevers, die het loon van gemobiliseerd personeel geheel of ten deele doorbetalen, over dit loon geen premie ver schuldigd zijn. Wat de Land- en Tuinbouwongevallenwet 1922 betreft, geldt deze beslissing uiteraard alleen ten aanzien van de bij de Rijksverzekeringsbank aan gesloten werkgevers. b. Invaliditeitswet Over den tijd, door een verplicht-verzekerde in militairen dienst doorgebracht, behoeven door den werkgever geen rentezegels te worden geplakt. Indien echter de gemobiliseerde in de week, waar in hij in werkelijken dienst is getreden, een ge deelte dier week in loondienst arbeid heeft ver richt, is de werkgever over die week een rente zegel verschuldigd. Ook indien de gemobiliseerde gedurende zijn verlof arbeid in loondienst verricht, is de werkgever verplicht over dien tijd rente zegels te plakken. De gemobiliseerde verzekerde dient in dit laatste geval bij den betrokken Raad van Arbeid een rentekaart aan te vragen. c. Ziektewet Krachtens het bepaalde bij art. 1, sub e, der Ziektewet, is van den verzekeringsplicht uitgezon derd de arbeider, die ter vervulling van zijn mili tairen dienstplicht in werkelijken dienst is, zoodat, indien door den werkgever het loon van gemobili seerd personeel geheel of gedeeltelijk wordt door betaald, voor dit loon geen premie verschuldigd is. Rechten en verplichtingen van gemobiliseerde arbeiders a. Ongevallenwetten Is een gemobiliseerde in het genot van een rente krachtens een der Ongevallenwetten, zoo brengt het gemobiliseerd zijn hierin geen wijziging en wordt de rente doorbetaald zoolang de gemobili seerde ongeschikt is voor arbeid als bij de wet bepaald. Voor het innen zijner uitkeering kan hij desgewenscht een ander machtigen of uitbetaling vragen aan het meest nabij gelegen postkantoor. Indien zich bij een gemobiliseerde een met on gevallen gelijkgestelde beroepsziekte openbaart (loodvergiftiging, kwikvergiftiging, miltvuur, enz.), geve hij hiervan onmiddellijk kennis aan den Raad van Arbeid van het district, waarin hij gele gerd is; onderzocht zal dan kunnen worden of deze ziekte geacht moet worden gevolg te zijn van vóór het gemobiliseerd zijn in verband met de dienst betrekking verrichtte werkzaamheden. Het gemobiliseerd zijn is voor een gemobiliseer- den rentetrekker geen excuus zich aan de gebruike lijke controle te onttrekken. Ontvangt hij van den daarvoor aangewezen deskundige een oproeping bij dezen te verschijnen, zoo dient hij zich ter vol doening aan dien oproep met zijn militairen Com mandant te verstaan. Teneinde deze controle mogelijk te maken, wordt door het Bestuur der Rijksverzekeringsbank met de militaire overheid overleg gepleegd, b. Invaliditeitswet Krachtens art. 223 der Invaliditeitswet wordt voor een gemobiliseerden verplichtverzekerde over den tijd, door hem in werkelijken dienst doorge bracht, de premie door het Rijk betaald. De ge mobiliseerde moet dan echter de laatste 3 maanden vóór zij.n opkomst in werkelijken dienst verzekerd zijn geweest, d.w.z. zijn eerste rentekaart moet zijn opgemaakt minstens 3 maanden vóór den: datum, waarop hij in den militairen dienst trad. Zelfs al zou hij gedurende die maanden onafgebroken werkloos zijn geweest en er dus niet voor hem geplakt zijn, dan heeft hij toch recht op de door het Rijk te betalen premie. Is echter zijn verplichte verzekering op zijn ver zoek door den Raad van Arbeid vervallen ver klaard, dan is het vorenstaande op hem niet van toepassing. Evenmin is dat het geval ten aanzien van den verzekerde, die op het tijdstip, waarop hij in werkelijken militairen dienst kwam, ontheven was van de verplichting om premie te betalen en evenmin voor hem, die niet tenminste een geheele kalenderweek onafgebroken in militairen dienst bleef. c. Ziektewet Ten aanzien van deze wet bestaat er geen ver zekeringsplicht van het oogenblik af, waarop de verzekerde in werkelijken dienst is getreden. Heeft een verzekerde, die, ten tijde van zijn be roep om in werkelijken dienst te treden, in het ge not was van ziekengeld krachtens de Ziektewet. aan dezen oproep voldaan (hij kan daarna in een militair hospitaal zijn opgenomen), zoo behoudt hij recht op ziekengeld zoolang hij wegens zijn ziekte arbeidsongeschikt is. 6

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1939 | | pagina 8