Spreker memoreerde den bekenden noodkreet uit het Zuiden van een Maastrichtschen exploitant en het verder verloop van de oprichting van den Bond. Aangezien spreker te jong was, werd de heer Loet Barnstijn tijdelijk Voorzitter. Een van de eerste krachten was tevens de heer W. Mul lens, die sprekers candidatuur heeft gesteund. Spreker schetst dan de verdere ontwikkeling en constateert in het bijzonder, dat het Hoofdbestuur in al die jaren bijna altijd bestaan heeft uit zeer ge schikte mannen, die met groote nauwkeurigheid, ja op het scherpe af, hun plicht vervulden. Deze omstandigheid heeft spreker het werk veel verge makkelijkt. Spreker dankt verder de heeren Uges. Wessel en Ter Linden voor hun hartelijke woor den. Zich tot den Bondsdirecteur, den heer A. de Hoop, richtend, herinnerde hij er aan, hoe de be noeming van den heer A. de Hoop indertijd was geschied op aanwijzing van diens oom, de heer E. de Hoop, Deze had zelf twee bezwaren, name lijk, dat de candidaat jong, en een familielid van hem was. De Bond mag den heer E. de Hoop ech ter dankbaar zijn voor zijn introductie. De benoe ming van den heer de Hoop is een buitengewoon gelukkige geweest. Al het werk van het Bonds- bestuur zou immers geen zin hebben, indien niet het Secretariaat, het Bondsbureau, goed function- neert. Dit werk nu is immer prima door den heel de Hoop geleid en hij heeft daarbij blijk gegeven van zeer veel initiatief, waarmede de Bond dikwijls zijn voordeel heeft kunnen doen. Alle goeds dat van spreker is gezegd, endosseert hij gaarne op den heer de Hoop. Hij is de vraagbaak van de leden van den Bond en van het Hoofdbestuur en spreker heeft niets dan waardeering voor de vele belangrijke en goede adviezen van den heer de Hoop, waarvan ook hijzelf meermalen heeft ge profiteerd. Wij, die naast ons Bondswerk onze zakelijke beslommeringen hebben, hadden iemand noodig, waarop wij konden rekenen, en dien wij ten volle konden vertrouwen. Daardoor zou ons werk practische waarde krijgen. De heer de Hoop heeft zich dit vertrouwen ten volle waardig ge toond en met voldoening moge hieraan worden toegevoegd, dat hij nog altijd werkt met hetzelfde enthousiasme, waarmede hij 19 jaar terug zijn ar beid is begonnen. Aan de samenwerking met den heer de Hoop heeft spreker de meest prettige herinneringen. Spreker eindigt met allen leden dank te zeggen voor hun vertrouwen en hun steun. En hij heeft slechts één wensch, namelijk, dat allen, filmver huurders zoowel als exploitanten, bijeen zullen blij ven in het belang van hun bedrijven. Met een ,,lang leve de Nederlandsche Bioscoop-Bond" en de beste wenschen voor allen in hun zaken en familie-om- standigheden besloot de Bondsvoorzitter zijn in drukwekkende toespraak. Nog eenmaal klonk een daverend applaus uit de vergadering op aan het adres van den heer Hamburger, waarna deze voor de laatste maal den hamer opnam om met een forsch gebaar deze tref fende afscheidsvergadering te sluiten. Maaltijd in Carlton 's Avonds heeft in een der zalen van Carlton te Amsterdam op initiatief van een aantal leden van den Nederlandschen Bioscoop-Bond een maaltijd plaats gehad ter eere van den scheidenden Bonds president. Ook hiervoor bestond een groote en spontane belangstelling van de zijde van het be drijf. Hoewel eerst eenige dagen tevoren daartoe uitgenoodigd, hadden zeer vele leden uit alle dee- len van ons land, de meesten vergezeld van hun dames, het niettemin op prijs gesteld door deelne ming aan dezen maaltijd blijk te geven van hun achting voor den heer Hamburger. We behoeven wel niet te zeggen, dat het Hoofdbestuur ook nu weer au grand complet aanwezig was, alsmede de Eere-Voorzitter van den Bond, de heer W. Mul lens, de leiders van de vroegere ondernemingen van den heer Hamburger, de Bondsdirecteur en diens naaste medewerkers. Aanwezig waren ook de heeren L. Calff en P. C. D. van den Bergh, resp. Voorzitter en Penningmeester van de Ver- eeniging van Bioscoopreclame-exploitanten. Hoezeer de heer Hamburger de achting van autoriteiten geniet moge voorts blijken uit het feit. dat de Huishoudelijke Commissie voor de Film keuring voltallig aanwezig was, met uitzondering van den heer Mr. Bijdendijk, die door zijn militai ren dienstplicht verhinderd was. De avond had een buitengewoon prettig verloop. Verschillende toasten werden afgestoken en zij ge tuigden van een hartelijke verstandhouding en veel waardeering. Onder anderen werd het woord ge voerd door den Vice-Voorzitter van den Bond, den heer O S. Roem, den Voorzitter van de Cen trale Commissie voor de Filmkeuring, den heer D. van Staveren den Zeer Eerwaarden Pater Hyacinth Hermans, lid van de Huishoudelijke Commissie, en den heer A. H. Boekraad. De heer Hamburger heeft nogmaals allen mede namens zijn vrouw dank gezegd voor de vele vriendelijkheden, hem bij zijn afscheid bewezen, waarbij hij aan zijn naaste medewerkers, alsmede aan de leden van de Huishoudelijke Commissie voor de Filmkeuring een kleine artistieke attentie aanbood ter herinnering aan dezen dag. Na afloop bleef men nog geruimen tijd gezellig in een der lounges van het Carlton Hotel bijeen. Zij nog vermeld, dat de heer Hamburger Dins dag, 16 Januari de Hoofdbestuursvergadering voor de laatste maal voorgezeten heeft, bij welke gele genheid de Vice-Voorzitter, de heer Roem, in dezen meer intiemen kring nog een hartelijk woord mede namens de leden van dit College tot hem heeft gericht, dat door den heer Hamburger op de hem eigene wijze werd beantwoord.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1940 | | pagina 11