In dit verband overweegt het Hof, dat de ter minologie van artikel 6 der Auteurswet niet uitsluit een zekere scheppende werkzaamheid van den- geen, die werkt naar het ontwerp van een ander en onder diens leiding en toezicht. Deze woorden van artikel 6 moeten ruim worden uitgelegd. De film componist schept in het algemeen (en zoo ook in casu) de muziek naar het ontwerp van de film, waarmede de muziek een functioneel verband vormt. Na nog een beroep van Buma op de woorden „shall be vested in" in het contract van Addinsell met Pendennis te hebben terzijde gesteld, beslist het Hof, dat derhalve Jogchem's eerste grief, op geworpen in het incidenteel appèl, gegrond is en alle verdere door partijen aangevoerde grieven dus onbesproken kunnen blijven. Rechtdoende, heeft het Hof de tusschen-vonnis- sen van 3 November 1938 en 5 Januari 1939 van de Rechtbank te Utrecht vernietigd en zij het op andere gronden het afwijzende eindvonnis van de Rechtbank te Utrecht dd. 22 Juni 1939 be krachtigd, met veroordeeling van Buma in de kos ten, zoowel van het principaal als het incidenteel appèl, aan de zijde van Jogchem's begroot op ƒ450.—." VERZENDING VAN FILMS In verband met de verkeersmoeilijkheden, welke zich dezen winter door allerlei oorzaken voordoen, moge er hier nog eens de aandacht op worden gevestigd, dat het van groot belang is, dat de ver zending van films steeds behoort te geschieden op de wijze, die in artikel 23 van de Algemeene Voorwaarden van Verhuur en Huur van Films van den Nederlandschen Bioscoop-Bond is voorge schreven, n.1. franco, expresgoed, leveringstijd ver zekerd. De leden, die in kleine plaatsen zijn gevestigd, weten uit eigen ervaring wel, van hoeveel belang de juiste verzending van films is, maar het schijnt voor te komen, dat de leden uit de groote steden hieraan te weinig aandacht schenken. Daarom zij een ieder nogmaals op het hart ge drukt, dat de films per eerste gelegenheid na de laatste voorstelling, waarin zij vertoond zijn, als expresgoed, leveringstijd verzekerd, moeten wor den doorgezonden naar het adres, dat de filmver huurder daartoe heeft opgegeven. DE ZUIDELIJKE NAKEURING Het Hoofdbestuur van den Nederlandschen Bioscoop-Bond heeft in overleg met het Bestuur van de Bedrijfsafdeeling Filmverhuurders besloten op Zaterdag, 10 Februari, des middags om half drie, in Hotel Americain te Amsterdam een bij eenkomst te beleggen, tijdens welke Prof. Dr. J. B. Kors, O. P., van de R.K. Universiteit te Nijmegen, een inleiding zal houden over de nakeuringsnor- men voor de ethische beoordeeling van films, wel ke zullen gelden bij de nakeuring van films door het nieuwe keuringsorgaan van de K.F.C. Zooals bekend, is dit orgaan ingesteld krachtens het on langs aangegane accoord tusschen den Nederland schen Bioscoop-Bond en de Vereeniging van Noord-Brabantsche- en Limburgsche Gemeenten voor Gemeenschappelijke Filmkeuring. Het zal op 12 Februari a.s. zijn werkzaamheden beginnen. Na afloop van de inleiding van Professor Kors zal de heer A. H. Boekraad, bestuurslid van het nieuwe nakeuringsorgaan, mededeelingen doen over de organisatie van de nakeuring. Ten slotte zal de Bondsdirecteur, de Heer A. de Hoop, een beknopte inleiding houden over de strekking van het dezer dagen ingediende wets ontwerp tot wijziging en aanvulling van de Bio scoopwet. Tot deze bijeenkomst zijn in het bijzonder uit- genoodigd de leden der Bedrijfsafdeeling Film verhuurders en de leden van de Afdeeling Het Zuiden van den Bond, doch het is vanzelfsprekend, dat ook de aanwezigheid van de andere leden van den Bond op hoogen prijs zal worden gesteld. TOELATING TOT HET LIDMAATSCHAP Tot het lidmaatschap van den Bond zijn toege laten: de heer H. Kahlenberg te Amsterdam, exploi- teerende het Filmverhuurkantoor Luminafilm te Amsterdam; de heer W. Levy, exploiteerende het Filmver huurkantoor Waly Film te Amsterdam. TOELATING TOT HET DONATEURSCHAP Tot het donateurschap van den Bond is toege laten de N.V. Gebrs. v. d. Bergh's Koninklijke Fa brieken te Oss, fabrikante van tapijten, meubel-, bespannings- en gordijnstoffen. 13

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1940 | | pagina 15