niet wenschelijk, omdat dit leidt tot allerhande be
zwaren in de gezinnen. Veel beter is het om voor
eenzelfde gemeente, ja voor een sterk samenhan
gend gebied eenzelfden datum van aanvang der
lagere-school-vacanties te kiezen.
Deze regeling behoeft volstrekt niet voor alle
gemeenten te gelden; de gemeenten met overwe
gend landelijk karakter leveren weinig vacantie-
gangers op en kunnen dus buiten beschouwing blij
ven. De overige gemeenten waren in te deelen in
vier groepen met in elke groep een der vier groot
ste steden Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en
Utrecht.
De Commissie geeft dan een groepsindeeling
aan, welke naar haar meening een bruikbare basis
vormt. Bij deze indeeling is er zooveel mogelijk
naar gestreefd om gebieden, welke door forensen-
en zakenverkeer onderling sterk samenhangen, bij
elkaar te voegen.
Voor het jaar 1940 ware dan de aanvang der
zomervacanties der lagere scholen voor de door
haar aangegeven groepen te stellen op onder
staande data:
Groep 1 (Amsterdam enz. 13 Juli;
Groep 2 (Rotterdam enz.) 20 Juli;
Groep 3 (Den Haag. Groningen enz.) 27 Juli;
Groep 4 (Utrecht enz.) 3 Augustus.
De Commissie heeft zich de vraag voorgelegd
op welke wijze een schema als bovenbedoeld het
beste kan worden verwezenlijkt.
De Wethouders van Onderwijs van Amsterdam,
Rotterdam, Den Haag, Utrecht en Groningen ver
klaarden zich bereid elk voor hun gemeente het
tot stand komen van een vacantieregeling als
bovenbedoeld te willen bevorderen.
Evenzoo verklaarden de vertegenwoordigers
van de landelijke organisaties van het Bijzonder
Onderwijs zich bereid om bij hun hoofdbestuur er
op aan te dringen alle bij hun organisaties aan
gesloten schoolbesturen te willen aanbevelen zich
bij het schema aan te sluiten.
De Commissie vertrouwt, dat een bevredigende
regeling kan worden verkregen, indien Z.E. de
Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschap
pen, aan de inspecteurs van het Lager Onderwijs
en van het Nijverheidsonderwijs zou willen ver
zoeken hun medewerking te verleenen, opdat een
vacantieregeling volgens het door de Commissie
aanbevolen schema tot stand kome.
De Commissie doet tenslotte voor het bedrijfs
leven een beroep op de organisaties van werk
gevers en werknemers om zich eveneens zooveel
mogelijk naar het aangegeven schema te willen
richten.
Het rapport richt zich uitsluitend op de belan
gen van het vervoerswezen en van het hotel- en
pensionbedrij f. Niettemin hebben wij den indruk.
dat een verspreiding, als door vorengenoemde com
missie aanbevolen, ook haar nuttige kanten heeft
voor het bioscoopbdrijf. Men denke slechts aan de
badplaatsen, waar meestal kleine zaken gevestigd
zijn, die bij een opeenhooping van vacantiegangers,
vooral ook door hun ligging nabij de groote steden,
op een grooten toeloop kunnen rekenen. Het is
zeer wel denkbaar, dat zij dezen toeloop op regen
achtige dagen zelfs niet zullen kunnen verwerken.
In ieder geval kan een gelijkmatige verdeeling van
het aantal vacantiegangers voor deze bedrijven niet
anders dan voordeelig zijn. Evenzeer is een ver
spreiding van vacantiegangers welkom voor bio-
scoopjes, welke in, of in de omgeving van de toe
ristencentra elders in het land gevestigd zijn.
Ten slotte heeft zij nog het voordeel, dat d.:
inzinking van het bezoekcijfer in de groote steden
als gevolg van een massalen uittocht ieder jaar.
niet zoo abrupt en niet zoo omvangrijk is.
Wij gelooven derhalve, dat het plan der Vacan-
tieverspreidings-Commissie onzerzijds de grootste
belangstelling verdient. Moge dit plan nog dezen
zomer worden verwerkelijkt.
ALGEMEEN BEDRIJF SREGLEMENT
Het Hoofdbestuur heeft in zijn vergadering van
27 Februari j.1, besloten aan den heer E J. Weier
Jr., Schermlaan 16 te Rotterdam .toestemming als
bedoeld in artikel 8 van het Algemeen Bedrijfs-
reglement te verleenen tot het voortzetten van de
exploitatie van de zaak van wijlen zijn vader (de
reizende bioscoop Excelsior Filmonderneming te
Rotterdam), met dien verstande, dat daarbij aan
den heer E, J. Weier Jr. tevens is toegestaan, zulks
in afwijking van het bepaalde in de artt. 12 en 3
van het Bedrijfsbesluit in zake reizende bioscopen,
om ten hoogste op 24 dagen per jaar in het gebouw
,,De Doelen" te Rotterdam bioscoopvoorstellingen
te geven.
Het Hoofdbestuur heeft in zijn vergadering van
27 Februari j.1. besloten aan Royal Theater N.V.
Blerick, Van Cleefstraat 381, Venlo, toestemming
als bedoeld in artikel 8 van het Algemeen Be-
drijfsreglement te verleenen tot het gaan exploi-
teeren van het Royal Theater Irene te Blerick.
De N.V. Royal Theater te Blerick heeft tegelij
kertijd verzocht tot het lidmaatschap van den Bond
te worden toegelaten.
Eventueele bezwaren moeten uiterlijk binnen
een week na deze publicatie schriftelijk bij het
Hoofdbestuur zijn ingediend.
8