dier voege opgeschort, dat de contracten,
op grond waarvan die pachtsommen ver
schuldigd zijn of worden, met één maand
worden verlengd en de over de maand Juni
1940 verschuldigde pachtsommen eerst ver
schuldigd worden over en moeten worden
betaald in de eerste maand, waarmede die
contracten worden verlengd.
B. Wanneer een zelfde besluit opnieuw wordt
genomen voor de pachtsommen, die ver
schuldigd worden in een maand, volgende
op Juni 1940 (tweede, derde, vierde, enz.
maand), dan beteekent zulks, dat de con
tracten, op grond waarvan die pachtsom
men verschuldigd worden, wederom met
een tweede, derde, vierde, enz. maand wor
den verlengd en dat de over die tweede,
derde, vierde, enz. maand opgeschorte ver
schuldigdheid vervalt en He over die
maand (en) opgeschorte betaling moet ge
schieden telkens in de tweede, derde, vier
de, enz. maand, waarmede de betreffende
contracten worden verlengd.
C. Wanneer ingevolge de sub A en B bedoel
de contracten de betaling der pachtsommen
niet moet geschieden per maand, maar per
kortere of langere periode, dan bedraagt
telkens het over de opgeschorte maand ver
schuldigde het evenredige meervoud, resp.
evenredige gedeelte van hetgeen per kor
tere of langere periode contractueel ver
schuldigd is.
3. A. In plaats van het bedrag, waarvan de ver
schuldigdheid en de betaling ingevolge het
bepaalde sub II worden opgeschort, is elke
pachter over elke opgeschorte maand aan
zijn verpachter verschuldigd en moet door
hem binnen veertien dagen na afloop dier
maand aan zijn verpachter worden betaald
de helft van hetgeen de pachter zelf als
prijs bedongen heeft van zijn eigen klanten
voor de vertooning van alle reclame-films
en reclame-projectieplaten, v/elke in den
loop dier maand in de biosco(o)p(en) van
zijn verpachter zijn vertoond, ongeacht of
die prijs door den klant aan den pachter is
betaald en zonder dat de pachter van dien
prijs iets mag afhouden of aftrekken, als
mede zonder dat hij gerechtigd is om wijzi
ging te brengen in de prijzen, die hij van
zijn klanten bedongen heeft in de contrac
ten, die hij vóór Juni 1940 met zijn klanten
heeft afgesloten.
B. Alle pachters zijn gehouden om aan eiken
door het Dagelijksch Bestuur van den Ne-
derlandschen Bioscoop-Bond daartoe aan
gewezen deskundige inzage te verstrekken
in al zijn boeken en bescheiden en alle ge-
wenschte inlichtingen te verstrekken, welke
die deskundige mocht wenschen ter contro
leering van de bij het bepaalde sub A aan
de pachters opgelegde verplichting.
C. Elke verpachter kan te allen tijde aan het
Dagelijksch Bestuur van den Nederland
schen Bioscoop-Bond het schriftelijk ver
zoek richten om voor een onderzoek, als
bedoeld sub B, bij een of meer zijner pach
ters een deskundige aan te wijzen.
4. Wanneer pachters over de maand Juni 1940
en/of over later op te schorten maanden ver
schuldigde pachtsommen vooruit hebben be
taald, worden hun desbetreffende contracten
met de verpachters ook zooveel maanden ver
lengd, als ingevolge besluiten van het Dage
lijksch Bestuur maanden worden opgeschort,
en wordt hetgeen over de opgeschorte maan
den is vooruitbetaald, geacht te zijn vooruit
betaald over de maanden, waarmede de betref
fende contracten worden verlengd.
De ook in dat geval door den betreffenden
pachter aan den betreffenden verpachter inge
volge het bepaalde sub 3 te doene betalingen,
worden dan echter afgeboekt op de reeds ge
dane vooruitbetalingen.
5. Alle verpachters zijn gehouden om hun ver
plichtingen tot vertooning van reclamefilms en
reclame-projectieplaten, zooals zij die bij de be
staande contracten tegenover hun pachters
hebben op zich genomen, stipt na te komen.
6. Dit besluit wordt geacht in werking te zijn
getreden op 1 Juni 1940.
Aldus gedaan en geteekend te Amsterdam op
3 Juni 1940.
BESLUIT VAN DE BUITENGEWONE
SPOED-LEDENVERGADERING VAN DE
NEDERLANDSCHE VEREENIGING VAN
BIOSCOOPRECLAME-EXPLOITANTEN
In een op 12 Juni gehouden vergadering hebben
de bioscoopreclame-exploitanten van het voren
staand besluit van het Dagelijksch Bestuur met
erkentelijkheid kennis genomen en het met alge-
meene stemmen gesanctionneerd door het nemen
van het volgende besluit:
De buitengewone spoed-ledenvergadering van
de Nederlandsche Vereeniging van Bioscoop
reclame-Exploitanten, gehouden te Amsterdam op
12