van vraagstukken deden zich immers voor. Daar was de kwestie van de vertooning van Fransche en Engelsche films, de moeilijkheid van het expe- dieeren van films, het openstellen van de biosco pen 's avonds, de vernietiging van een groot aan tal bioscopen alsmede van een filmverhuurkan toor, en tenslotte de kwestie van de bevoegdheid van het Hoofdbestuur om in den kortst mogelijken tijd ingrijpende en afdoende maatregelen te nemen. Inmiddels had het Hoofdbestuur een onderzoek ingesteld naar den voorraad Engelsche en Fran sche films in ons land en had het over de toe lating van deze films besprekingen geopend met de daarvoor in aanmerking komende Nederland- sche en Duitsche autoriteiten. Bij deze besprekin gen hebben de autoriteiten een zeer tegemoet komende houding aangenomen, want zij hadden tot resultaat, dat van de ca. 400 Fransche en Engelsche films 360 in roulatie konden blijven, terwijl eveneens bereikt kon worden, dat wat de overige 40 films betreft, de kwestie van de toe lating nader in overweging zou worden genomen. De ineenstorting van een groot aantal zelfstan dige filmverhuurbedrijven is hierdoor voorkomen. Dank zij de medewerking van de Duitsche weer- macht konden ook de transportmoeilijkheden aan stonds overwonnen worden. Een door den Bond in het leven geroepen expeditiedienst heeft thans reeds gedurende ca. drie weken de gemeenten, die hoofdzakelijk achter de groote rivieren gelegen zijn en dus niet per spoor bereikt konden worden, regelmatig van films voorzien en de daar aan wezige voorraden mede teruggenomen. Deze ex peditiedienst heeft er in belangrijke mate toe mede gewerkt, dat het film- en bioscoopbedrijf vrij spoe dig normaal heeft kunnen functionneeren. Het Hoofdbestuur heeft van den beginne af een open oog gehad voor de moeilijkheden, waarin de bedrijven, die oorlogsschade hebben opgeloopen, zijn komen te verkeeren. Met de eigenaren dier bedrijven zijn verschillende besprekingen gehou den, er is intusschen tevens contact verkregen met de Rijkscommissie-Lieftinck. Deze Staatscommis sie, die door den Opperbevelhebber van land- en zeemacht is ingesteld ten behoeve van de finan ciering van het herstel der geleden materieele oor logsschade, heeft zich, voor wat de schade in ons bedrijf aangaat, tot den Bond gewend ter verkrij ging van de noodige gegevens. Ook heeft het Hoofdbestuur een regeling in overweging genomen tot steunverleening aan het personeel van de getroffen bioscopen. Het ligt voor de hand, dat het Hoofdbestuur er behoefte aan had voor de vele en ingrijpende maatregelen, die het voortdurend krijgt te nemen, over de noodige volmachten te beschikken. Zooals immers het organisatorisch apparaat tot dan toe functionneerde, zou men voortdurend allerlei orga nisatorische instanties moeten inschakelen, waarbij men het gevaar liep, dat veel tijd en energie ver loren ging ten aanzien van kwesties, die een on middellijke oplossing behoeven. Het is daarom verheugend, dat door de Buitengewone spoed- ledenvergadering van Maandag, 27 Mei j.L. een machtigingsbesluit is genomen om het Dagelijksch Bestuur te machtigen in alle met den huidigen toestand verband houdende gevallen die besluiten te nemen, welke door genoemd College noodig geoordeeld worden. Voorloopig laat het zich aanzien, dat het Ne- derlandsche film- en bioscoopbedrijf zich door de moeilijkheden heen zal worstelen en in staat zal zijn aan het publiek de ontspanning te bieden, waaraan het na de emotioneele weken, die achter ons liggen, ongetwijfeld behoefte zal hebben. Wij meenen in het voorzichtig toenemend bezoek reeds iets van deze behoefte te kunnen bespeuren. ENQUÊTE NAAR DE FILMBELANGSTEL- LING UITGESTELD Het Centraal Bureau voor de Statistiek te 's-Gravenhage heeft het Hoofdbestuur medege deeld, dat het onder de gegeven omstandigheden niet mogelijk is de enquête naar de filmbelangstel- ling, welke genoemd bureau in samenwerking met den Bioscoop-Bond instelde, voort te zetten. De daarvoor in aanmerking komende bioscopen be hoeven derhalve geen formulieren meer aan het Centraal Bureau voor de Statistiek te 's-Graven hage te zenden. CENTRALE COMMISSIE VOOR DE FILM KEURING In de plaats van den heer D. van Staveren, die tijdelijk verlof heeft gevraagd, is tot waarnemend Voorzitter van de Centrale Commissie voor de Filmkeuring benoemd de heer Mr. J. van Andel, Commies-Griffier van de Tweede Kamer. Voorts zij medegedeeld, dat aan Mevrouw A. van Hoogstraten-Schoch te Zeist op haar ver zoek eervol ontslag is verleend als lid der Centrale Commissie en in de daardoor ontstane vacature is benoemd Mevr. A. J. Creutzberg-De Groot te 's-Gravenhage, terwijl in de vacature, ontstaan door het overlijden van Dr. W. N. van der Slooten is benoemd de heer R. P. G. Hameetman te 's-Gravenhage. TOELATING DONATEURSCHAP Tot het donateurschap van den Bond is toege laten de heer A. B. Richel, Van Dalenlaan 13, te Santpoort. Genoemde heer houdt zich bezig met het bewer ken van films en het verstrekken van adviezen op publicatiegebied.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1940 | | pagina 6