categorie van personen of lichamen, welker werk zaamheid op het gebied van de film onbeteekenend of op zichzelf staand is, althans van dien aard is, dat het lidmaatschap van den Bond niet zal zijn vereischt, maar toch de behoefte zal kunnen be staan aan een door den Voorzitter te verleenen vergunning. Vanzelfsprekend blijven personen of vereenigingen, die uit liefhebberij uitsluitend ten eigen behoeve films vervaardigen, buiten de wer kingssfeer van dit Besluit. Bij de volbrenging van zijn taak staat de Bio scoop-Bond voortaan onder leiding van den Se cretaris-Generaal van het Departement van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, dat wil zeggen, dat aan dezen voorbehouden blijven het toezicht op de te treffen maatregelen en het aangeven van de groote lijnen voor den te ver richten arbeid. De Bond zal voortaan krachtens dit Besluit in en buiten rechte vertegenwoordigd worden door den Voorzitter, respectievelijk den Onder-voor zitter, die daartoe met bijzondere volmachten worden bekleed en beiden verantwoordelijk zijn tegenover den Secretaris-Generaal van het Depar tement van Onderwijs, Kunsten en Wetenschap pen, die hen benoemt en ontslaat. Het stemt tot erkentelijkheid, dat, blijkens heden uitgevaardigde besluiten van genoemden Secre taris-Generaal tot Voorzitter en Onder-Voorzitter van den Nederlandschen Bioscoop-Bond zijn be noemd de heeren C. S. Roem te 's-Gravenhage en Joh. Miedema te Deventer. Wij begroeten in hen twee figuren, die het ver trouwen hebben van de ondernemers in dit bedrijf en ook buiten den bedrijfskring in aanzien zijn. Beiden zijn mannen uit één stuk. Beiden hebben groote belangen in het bedrijf, maar beiden heb ben ook den burgerzin, het verantwoordelijkheids besef en het idealisme, dat hun kijk geeft op, en inzicht in de alomvattende belangen van de film en van het daaraan verwante bedrijf in al zijn schakeeringen en vertakkingen. Hun moge hier dank gebracht worden voor het vele, soms zeer moeilijke werk, dat zij in de afgeloopen maanden hebben verzet. Het resultaat, dat zij bereikt heb ben is een gelukwensch waard. Terloops zij hierbij opgemerkt, dat zoowel de Voorzitter als de Onder- Voorzitter er prijs op hebben gesteld de hun toe vertrouwde taak te aanvaarden als eere-ambt en derhalve geen enkele financieele vergoeding of salarieering wenschen te ontvangen. Niet minder erkentelijk zijn wij jegens den Se cretaris-Generaal van het Departement van On derwijs, Kunsten en Wetenschappen, den heer Mr. H. J. Reinink, alsmede jegens den heer Mr. J. van Andel Gzn., waarnemend Voorzitter van de Cen trale Commissie voor de Filmkeuring, die altijd tot overleg bereid waren en het thans bereikte resultaat in niet geringe mate hebben bevorderd. Het past ons tevens hier onze waardeering uit te spreken jegens den heer Dr. P. Zimmer van het Generalkommissariat z.b. Verwendung te Den Haag,die op zoo tactvolle wijze zijn intermediair heeft verleend. Zij er ten slotte op gewezen, dat den Voorzitter zal worden toegevoegd een Raad van Bijstand, welks samenstelling vanzelfsprekend een afspiege ling zal worden van het nieuwe arbeidsterrein, dat voor ons ligt. Moge de nieuwe taak van den Nederlandschen Bioscoop-Bond een zegenrijke zijn en moge zij vruchten afwerpen voor heel het volk. BENOEMING VOORZITTER EN ONDER VOORZITTER Het is ons een genoegen in dit nummer van het Officieel Orgaan aan de leden van den Bond te kunnen mededeelen, dat de Secretaris-Generaal van het Departement van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen bij Besluit van 5 October 1940 benoemd heeft tot Voorzitter van den Nederland schen Bioscoop-Bond, den heer C. S. Roem te 's-Gravenhage, en tot Onder-Voorzitter van dien Bond den heer Joh. Miedema te Deventer.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1940 | | pagina 5