De opbrengst in de groote gemeenten en in
de gezamenlijke overige gemeenten is als volgt:
's-Gravenhage 5.127.92
Amsterdam 4.414.79
Rotterdam 2.606.45
De gemeenten in de provinciën ,,26.510.56
De muntsoorten, waardoor het totaal bedrag
verkregen is, bedragen in totaal:
24 rijksdaalders f 60.
833 guldens 833.
552 halve guldens 276.
24975 kwartjes 6.243.75
176896 dubbeltjes „17.689.60
81427 stuivers 4.071.35
100252 halve stuivers ,,.2.506.30
697972 centen 6.979.72
12000 halve centen 60.
Ingewisselde vreemde munten 449.59
Totaal ƒ39.169.31
Wij deelen nog mede, dat winnaar van den wis-
selbeker is geworden de Royal Cinema te Tilburg,
die het meeste meer heeft opgebracht.
NIEUWE STATISTIEK VAN
HET BIOSCOOPWEZEN
Het Centraal Bureau voor de Statistiek te
s-Gravenhage is voornemens in samenwerking
met den Nederlandschen Bioscoop-Bond wederom
een statistiek van het bioscoopwezen samen te
stellen. De in uitzicht gestelde publicatie zal een
overzicht geven van het bioscoopwezen in Neder
land in het jaar 1940 naar den toestand op 1
Januari van dit jaar.
In verband hiermede zijn aan de leden-exploi-
tanten van den Bond formulieren ter invulling toe
gezonden. Zooals men bij de behandeling van
deze formulieren zal opmerken, zijn, zulks als ge
volg van de opgedane ervaringen bij een vorige
enquête, eenige wijzigingen aangebracht, terwijl bij
de vraagstelling rekening is gehouden met de bui
tengewone omstandigheden, welke zich in 1940
hebben voorgedaan. Ook de werkzaamheid van de
reisbioscoopondernemingen is dezen keer in het
onderzoek betrokken.
De Nederlandsche Bioscoop-Bond hecht aan de
publicaties van het Centraal Bureau voor de Sta
tistiek over de vermakelijkheden in ons land en in
het bijzonder over het film- en bioscoopbedrijf
groote waarde. Zij vormen een bron van studie en
bieden vooral den buitenstaander den juisten kijk
op ons bedrijf. Het is daarom van belang, dat de
leden de hun toegezonden formulieren nauwkeurig
invullen en deze aanstonds aan het Centraal Bu
reau voor de Statistiek te 's-Gravenhage terug
lenden. Men houde er rekening mede. dat de
ingevulde formulieren uiterlijk 1 Februari 1941 in
het bezit van genoemd Bureau moeten zijn.
UITSPRAKEN COMMISSIE VAN GESCHILLEN
De Commissie van Geschillen (Eerste Kamer) heeft in
haar zitting van 27 November 1940 de navolgende uitspra
ken gedaan.
In zake het op 13 September 1940 door de firma Van dei-
Heide 6 Co., gevestigd te Rotterdam, aanhangig gemaakt
geschil contra den heer J. C. Weber. exploitant van het
Victoria Theater te Alkmaar, dat de vordering van eischeres
(Van der Heide) moet worden toegewezen en gedaagde (We
ber) mitsdien moet worden veroordeeld om tegen kwijting aan
eischeres te betalen het gevorderde bedrag ad met
de rente daarvan ad vijf ten honderd 's jaars vanaf 17 April
1940 tot den dag der voldoening, alsmede in de kosten van
het geschil, bedragende 25.zulks op grond van de over
weging:
dat eischeres in hoofdzaak heeft gesteld, dat zij in den
zomer van het jaar 1938 gedaagdes theater heeft gerestaureerd,
waarvan de heropening plaats vond op 11 Augustus 1938;
dat er, nadat het grootste gedeelte van het voor de restau
ratiewerkzaamheden verschuldigd bedrag door gedaagde was
voldaan, als restant een post bleef openstaan groot f
dat ondanks herhaalde aanmaningen gedaagde met de beta
ling van dit bedrag in gebreke is gebleven; dat eischeres der
halve der Commissie van Geschillen heeft verzocht gedaagde
te veroordeelen tot betaling van een bedrag ad ver
hoogd met inningskosten ad is tezamen met
rente daarvan ad vijf ten honderd 's jaars vanaf 17 Apri'
1940 den dag, waarop eischeres haar laatste sommatie
aan gedaagde zond tot den dag der voldoening, alsmede
in de kosten van het geschil;
dat gedaagde, die eischeresses vordering niet heeft bestre
den, in hoofdzaak heeft aangevoerd, dat hij het restant van
eischeresses vordering niet heeft betaald, omdat hij zijnerzijds
van gedaagde een bedrag heeft te vorderen; dat deze vorde
ring hierop is gebaseerd, dat de uitvoering van een door
eischeres geleverde fotokast niet in orde was en de uitvoer
ders van het restauratiewerk herhaaldelijk gebruik hebben
gemaakt van gedaagdes telefoontoestel voor het voeren van
interlocale gesprekken, waarvan gedaagde de kosten op
raamt:
dat uit het onderzoek der Commissie van Geschillen is
gebleken, dat gedaagde op de vele schriftelijke aanmaningen
van eischeres nimmer heeft gereageerd met een brief, waarbij
hij de door hem beweerde tegenvordering heeft ingesteld;
dat gedaagde zijn tegenvordering, welke door eischeres is
betwist, op geen enkele wijze heeft gestaafd en dat deze
tegenvordering als niet ter zake dienende buiten beschouwing
moet blijven;
dat derhalve eischeresses vordering, welke overigens niet
door gedaagde wordt bestreden, moet worden toegewezen
en gedaagde mitsdien moet worden veroordeeld om tegen
kwijting aan eischeres te betalen het gevorderd bedrag cd
I met de rente daarvan ad vijf ten honderd 's jaars
vanaf 17 April 1940 tot den dag der voldoening, alsmede in
de kosten van het geschil, bedragende f 25.
In zake het op 11 November 1940 door den heer J. van
Bentum, wonende te Wassenaar, exploitant van het Bioscoop
theater Flora Palace" te Aalsmeer, aanhangig gemaakt ge
schil contra den heer J. C. A. Diks, wonende te Aalsmeer
en exploiteerende aldaar het ..Dixi" Theater, dat aan eischer