OFFICIEEL ORGAAN EEN WOORD VAN DEN VOORZITTER VAN DEN NEDERLANDSCHEN BIOSCOO P - BON D Andermaal moge ik het Officieel Orgaan benut ten om mij met een enkel woord tot de leden van den Nederlandschen Bioscoop-Bond te richten. Dezen keer is het in hoofdzaak om hun dank te zeggen. Ik ben buitengewoon erkentelijk voor de zeer vele wenschen, welke mij bij gelegenheid van de jaarwisseling van de zijde der leden geworden zijn. Ik geef U de verzekering, dat deze blijken van medeleven mijnerzijds te meer worden ge waardeerd, nu de omstandigheden, waaronder wij allen onze werkzaamheden hebben te verrichten, moeilijk en inzonderheid in ons bedrijf zeer moei lijk zijn. En aangezien het organisatieleven, het organisatiewerk, een getrouwe afspiegeling is van de situatie, waarin het bedrijf verkeert, behoef ik de zwaarte van de taak, welke ik en met mij allen in onzen Bond, die verantwoordelijkheid hebben durven dragen, op zich hebben genomen, niet nader voor U af te wegen. Dat telkens weer blijkt, dat hiervoor een goed begrip bestaat, maakt mij het werk in vele opzichten lichter. 1941 is al weer eenige weken oud. Niettemin moge ik ook U, voor zoover ik dat niet op andere wijze heb gedaan, mijn beste wenschen aanbieden voor dit jaar. Daarbij ben ik tevens de tolk van den Ondervoorzitter van den Bond, den heer Joh. Miedema. Moge het U en Uw families goed gaan, alsmede de ondernemingen, waarin Gij Uw brood verdient. U hebt een ingewikkeld vak ge kozen. Een bedrijf uit te oefenen op het gebied van het filmwezen is niet meer zooals voorheen een zakelijke aangelegenheid alleen. U staat met Uw onderneming midden in de maatschappelijke ontwikkeling en daarin hebt 'Gij de eer de schakel te zijn tusschen bepaalde uitingen van het cultureele leven van ons volk en dat volk zelf. Dientengevol ge worden U hooge eischen gesteld. U behoort niet alleen op de hoogte te zijn van de geheimen van Uw vak en van de ontwikkeling, welke zich in het filmwezen voltrekt, maar ook van de ontwikkeling, welke zich in de maatschap- kelijke, in de wereld-orde voltrekt, ongeacht den afloop van het huidig conflict, dat slechts een phase in deze ontwikkeling is. Wij kunnen niet aan den kant gaan staan. Wij worden voortgestuwd in den grooten stroom en daarbij gebeurt veel, dat wij graag anders zouden willen. Maar ik heb U al meer gezegd, dat U rekening hebt te houden met de beperkingen, welke ons als gevolg van het verloop der oorlogs handelingen zijn opgelegd, en waardoor Uw lei ding opdrachten krijgt uit te voeren, welke mede ingesteld zijn op de inzichten der bezettende over heid. Wij beleven een overgangstoestand en niemand zal wel zoo voorbarig zijn om te verwachten, dat dit de tijd is om den oogst binnen te halen. In tegendeel, er wachten ons nog vele moeilijkheden en ontgoochelingen. Dat alles vermag mij niet de overtuiging te ontnemen, dat thans de grondslagen worden gelegd voor een nieuwe constructie, ook van ons bedrijf, en evenmin mijn overtuiging, dat uit den huidigen gang van zaken iets goeds naar voren komt, waarbij ik verwacht, dat de samen- 1

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1941 | | pagina 3