ROOKVERBOD
TOEPASSING ART. 15
DER STATUTEN
ALGEMEEN
BEDRIJFSREGLEMENT
In een circulaire aan de commissarissen der onder
scheidene provincies heeft de Secretaris-Generaal
van het Departement van Binnenlandsche Zaken
medegedeeld, dat het den Secretaris-Generaal van
het Departement van Volksvoorlichting en Kunsten
wenschelijk voorkomt, dat in de daarvoor in aan
merking komende gemeenten een verbod met be
trekking tot het rooken in bioscopen in het leven
wordt geroepen.
Laatstgenoemde Secretaris-Generaal vestigt ter
motiveering van zijn standpunt de aandacht op het
feit, dat het rooken zeer nadeelig is voor een goede
projectie, terwijl daarnaast het veroorzaken van
schade aan tapijten en bekleeding door het rooken,
wegens de textielschaarschte niet verantwoord
moet worden geacht.
Uit een oogpunt van uniformiteit heeft hij onder
staande richtlijnen gegeven voor gemeentelijke
verordeningen:
1Het rookverbod geldt voor alle tot het theater
behoorende ruimten, gangen enz., terwijl het daar
verboden is te rooken, brandende sigaren, siga
retten of pijpen mede te brengen of sigaren, siga
retten of tabak te koop aan te bieden of te ver-
koopen.
2. Een uitzondering mag slechts gemaakt worden
voor foyers, welke niet in open verbinding met de
zaal, de gangen of andere ruimten van het theater
staan.
3. Overal moet in het theater duidelijk worden
aangegeven, dat het verboden is te rooken, of zich
aldaar te bevinden met een brandende sigaar,
sigaret of pijp.
Gelet op het bepaalde in artikel 15b der Statuten
van den Nederlandschen Bioscoop-Bond en in artikel
7 van het Besluit van de Secretarissen-Generaal
van de Departementen van Onderwijs, Kunsten en
Wetenschappen, van Binnenlandsche Zaken en van
Justitie, betreffende de organisatie van het filmwezen,
dd. 4 October 1940, heeft de Voorzitter van den
Nederlandschen Bioscoop-Bond besloten aan de
N.V. Vereenigde Theaters te Heerlen de straf van
boete tot een bedrag van f I 50.op te leggen,
zulks op grond van de volgende overwegingen:
dat de N.V. Vereenigde Theaters ter aankondiging
van de Italiaansche film „Snugger Co." op haar
affiches gebruik heeft gemaakt van de namen der
Duitsche acteurs Rühmann, Lingen en Moser, op
zoodanige wijze, dat op het eerste gezicht bij het
publiek de indruk moest worden gewekt, als zouden
deze acteurs in de aangekondigde film optreden,
hetgeen echter geenszins het geval was;
dat genoemde N.V. een bedriegelijke handeling
heeft gepleegd, waardoor niet alleen het publiek
is misleid, maar ook nadeel voor hare concurrenten
is ontstaan, en zich daardoor heeft schuldig gemaakt
aan oneerlijke mededinging, waartegen ook de
strafwetgever voorzieningen heeft getroffen;
dat een dergelijke handelwijze den goeden naam
van het bioscoopbedrijf in gevaar brengt, nog daar
gelaten, dat een wijze van reclame-maken als ge
noemde N.V. heeft toegepast, als volkomen ver
ouderd moet worden beschouwd;
dat het streven van den Nederlandschen Bioscoop-
Bond er steeds op gericht is geweest, aan deze
methoden, die in den laatsten tijd wederom hier en
daar het hoofd hebben opgestoken, een einde te
maken;
dat dan ook het opleggen van een boete aan de
N.V. Vereenigde Theaters alleszins gemotiveerd
moet worden geacht, waarbij in aanmerking moet
worden genomen het feit, dat in korten tijd twee
maal wegens ongeoorloofde zaken-methoden tegen
het betrokken lid moest worden opgetreden, aan
gezien ook reeds op 7 Juni jl. om dezelfde redenen
tegen genoemde N.V. disciplinaire maatregelen
moesten worden genomen;
dat in verband met het bovenstaande aan de N.V.
Vereenigde Theaters in Heerlen een boete tot een
bedrag van f I 50.moet worden opgelegd.
De Bondsvoorzitter heeft besloten toestemming,
als bedoeld in artikel 8 van het Algemeen Bedrijfs-
reglement te verleenen aan:
den heer J. C. Weber te Alkmaar, reeds exploi
tant van het Victoria Theater aldaar, tot het gaan
exploiteeren van het Cinema Theater, Doelenstraat
3 I en het Alkmaarsch Bioscooptheater, Langestraat
92 te Alkmaar, daarvoor respectievelijk genaamd
City Theater en Roxy Theater;
den heer D. Woud, Nieuwe Weg 102 te Wormer,
tot het gaan exploiteeren van de Corso Cinema te
Wormerveer, tot dusverre geëxploiteerd door
mevrouw de weduwe H. Oenen-Bergers te Zaandijk;
de heeren P. N. Brouwer en J. S. van der Meer,
P. J. Blokstraat 26 te Leiden, tot het gaan exploi
teeren eener permanente bioscoop in het Concert
gebouw te Druten;
den heer W. Nieling te 's-Gravenhage, tot het
gaan exploiteeren van het Rex Theater te Hilver
sum, tot dusverre geëxploiteerd door de N.V.
Bouw- en Handelmaatschappij „Elisabeth Maria III",
aldaar;
den heer T. Oortman te Smilde, tot het gaan
exploiteeren van de bioscoop „Smilde", aldaar.