•UITSPRAAK
Reductie Arbeidsdienst
NAAMREGISTER
Raad van Beroep
Beëindiging
lidmaatschappen en terug
gave van waarborgsommen
De toepassing van het besluit van den Bonds
voorzitter, behelzende dat aan het personeel van
den Nederlandschen Arbeidsdienst 50% reductie
op de toegangsprijzen der bioscopen moet worden
verleend, heeft hier en daar moeilijkheden doen
ontstaan.
Daarom heeft de Bondsvoorzitter thans bepaald,
dat de reductie alleen wordt verleend aan leden van
den Arbeidsdienst, indien zij de uniform van dezen
dienst dragen. Aan hen, die niet in uniform ge
kleed zijn, mag geenerlei reductie worden verleend,
ook al kunnen zij zich als lid van den Arbeidsdienst
legitimeeren.
Wegens verlies van de vereischten voor het lid
maatschap van den Bond is het lidmaatschap van
de hieronder vermelde personen en zaken inmid
dels beëindigd:
Firma B. Kroonenberg Co., exploiteerende het
Tip Top Theater te Amsterdam;
A. Leeuwin, vroeger exploitant van de theaters
City en Roxy te Alkmaar;
N.V. S.O.S. Filmcorporation te Amsterdam, tot
dusverre exploitante eener reizende bioscoop;
N.V. Bouw- en Handelmaatschappij ,,Elisabeth
Maria III", vroeger exploitante van het Rex Theater
te Hilversum;
Firma S. P. en P. Deinum, vroeger exploiteerende
de Gehoorzaal Bioscoop te Kampen;
A. Linthout te Nieuw-Helvoet, exploitant van
een reizende bioscoop;
Aug. de Laat, exploitant eener reizende bioscoop
te Tilburg;
W. P. Schefer te Voorburg, exploitant der reizen
de bioscoop Haagsch-Voorburgsche Film-Onder-
neming „HaVo-Film";
Filmdienst van „Vreugde en Arbeid", Werk
gemeenschap van het Nederlandsch Verbond van
Vakvereenigingen, gevestigd te Amsterdam, welke
nog in het Bedrijfsregister stond ingeschreven als
exploitant eener reizende bioscoop;
N.V. Succes Toonfilm te Amsterdam (filmverhuur
kantoor);
R. Minden te Amsterdam (filmimportzaak);
D. van den Berg (Select Film) te Baarn (filmver
huurkantoor);
Loet C. Barnstijn's Filmdistributie N.V. te 's-Gra-
venhage;
In verband met de teruggave van de door de
firma B. Kroonenberg Co., den heer A.
Leeuwin, de N.V. S.O.S. Filmcorporation, den
heer W. P. Schefer en de N.V. Succes Toon
film bij den Bond gedeponeerde waarborgen
worden de leden uitgenoodigd, eventueele
vorderingen op genoemde heeren en ven
nootschappen uiterlijk binnen acht dagen na
het verschijnen van dit Orgaan bij het Bureau
van den Nederlandschen Bioscoop-Bond in te
dienen.
Ingevolge art. 4 van het Reglement pp het Naamregister
zijn de navolgende verzoeken tot inschrijving van titels in
het Naamregister gedaan. Voor het indienen van bezwaren
tegen de verlangde inschrijving, hetgeen binnen acht dagen
na deze publicatie schriftelijk bij den Bondsvoorzitter moet
geschieden, raadplege men art. 6 van het betreffend Regle
ment.
Datum
waarop in
schrijving
verzocht is
Titels waaronder de films
in Nederland worden uit
gebracht
Naam van den
houder der ex
ploitatie-rechten
27 Oct. '41
De Sde Juni
Ufa
27
Annelie
27
Paniek
27
Veel lawaai om Nini
27
Kadetten
27
Circusbloed
27
Friedemann Bach
27
Rembrandt
27
Pour Ie Mérite
27
Verzwegen zonde
27
Der liebe Augustin
6 Ne
>v.
Een schoonzoon teveel x)
1) Hiermede vervalt de titel: „Wittebroodsweken".
De Raad van Beroep (Eerste Kamer) van den Neder
landschen Bioscoop-Bond heeft in zijn op Woensdag 22
Januari 1941 gehouden zitting de navolgende uitspraak ge
wezen:
In zake het op 9 December 1940 door de N.V. Filmver
huurkantoor ,,Odeon" te 's-Gravenhage aanhangig gemaakte
hooger beroep van het vonnis der Commissie van Geschillen
(Tweede Kamer), gewezen op 13 November 1940 en aan
partijen medegedeeld op 27 November 1940, in het geschil
van voornoemde N.V. Filmverhuurkantoor ,,Odeon" contra
de N.V. Bouw- en Handelmij. „Het Binnenhof VII" te 's-Gra
venhage, exploiteerende de theaters Roxy en Casino aldaar,
dat het vonnis, waarvan beroep, moet worden bevestigd en
appellante moet worden veroordeeld in de kosten der arbi
trage in beide instanties, zijnde f 25.— in eerste instantie en
f £0.— in tweede instantie, zulks op grond van de volgende
overwegingen:
dat appellantes grieven tegen de uitspraak van de Com
missie van Geschillen in hoofdzaak hierop neerkomen, dat
de Commissie van Geschillen van oordeel was, dat eischeres
(thans appellante), door genoegen te nemen met het afnemen
der films door gedaagde (thans geïntimeerde) na de einddata
der resp. contracten, deze contracten stilzwijgend voor onbe-
paalden tijd heeft verlengd; dat evenwel artikel 2 der „Alge-
meene Voorwaarden van Verhuur en Huur van Films" be
paalt, dat alle in artikel I dier „Voorwaarden" bedoelde
overeenkomsten schriftelijk moeten worden aangegaan en