8
betreffende de totstandkoming van regelingen in
zake loonen, salarissen en andere arbeidsvoor
waarden onverminderd van kracht. Evenzeer blijven
de bevoegdheden van den Secretaris-Generaal van
het Departement van Sociale Zaken onverminderd
bestaan; deze worden uitgeoefend, na den President
te hebben gehoord.
(2) Maatregelen van den President, genomen op
grond van het eerste lid, vestigen geen recht op
schadevergoeding.
Artikel 24.
Beschikkingen, gegeven ingevolge het bepaalde
bij artikel 22, worden aan de betrokkenen mede
gedeeld. Als mededeeling geldt ook de openbare
bekendmaking in het Verordeningenblad der
Nederlandsche Kultuurkamer".
Artikel 25.
(1) Hij die in strijd met een ingevolge het be
paalde bij artikel 22 gegeven beschikking handelt,
kan door dengeen, die die beschikking heeft ge
geven, worden gestraft met een tuchtrechtelijke
straf van ten hoogste een duizend gulden, indien
en voor zoover zulks in de beschikking uitdrukkelijk
is gesteld.
(2) Het tweede tot en met vierde lid van artikel
21 is van overeenkomstige toepassing.
AFDEELING VI.
Bepalingen, betrekking hebbende op de
afdeelingen IV en V.
Artikel 26.
(1) De President van de Nederlandsche Kultuur
kamer kan, voor zoover zulks ter voorbereiding
van zijn beslissingen noodzakelijk is, getuigen
hooren of laten hooren.
(2) leder die door of vanwege den President
als getuige of deskundige is opgeroepen, is verplicht
aan die oproeping gevolg te geven en getuigenis af
te leggen of zijn diensten als deskundige te ver
kenen. De artikelen 217, 218 en 219 van het
Wetboek van Strafvordering zijn toepasselijk. De
getuige of deskundige, die niet verschijnt, kan op
bevel van den1 President worden voorgeleid.
(3) De President kan de getuigen en deskundigen
onder eede hooren of laten hooren, mits zij den
leeftijd van zestien jaren hebben bereikt. Hij be-
eedigt den getuige, dat hij de geheele waarheid en
niets dan de waarheid zal zeggen, en den deskun
dige, dat hij zijn taak naar zijn geweten zal ver
vullen. De getuigen en deskundigen zijn verplicht
den eed af te leggen.
(4) De bepalingen der wetten van I 7 Juli 19 11
(Staatsblad No. 2 IS) en van 28 April 1916 (Staats
blad No. I 74) zijn toepasselijk.
(5) Indien de getuige bij zijn verhoor zonder
wettigen grond weigert op de gestelde vragen te
antwoorden of de van hem gevorderde eed, ver
klaring of belofte af te leggen, kan de President
zoo hij dit in het belang van het onderzoek nood-
zaKelijk acht, den getuige een geldboete opleggen
van ten hoogste duizend gulden. Artikel 20, lid 2,
geldt dienovereenkomstig.
(6) De getuigen en deskundigen ontvangen des-
verkiezend schadeloosstelling van de Nederland
sche Kultuurkamer, door den President te begroo-
ten overeenkomstig de artikelen 6 1, 63, 65 en 66
van het Tarief van justitiekosten en salarissen in
burgerlijke zaken.
AFDEELING VII.
Van het beheer en de kosten der Nederlandsche
Kultuurkamer.
Artikel 27.
(1) In zooverre de Nederlandsche Kultuurkamer
haar werkzaamheden niet uit eigen inkomsten kan
bekostigen, worden de kosten daarvan gedragen
door het Rijk.
(2) De President der Nederlandsche Kultuur
kamer maakt jaarlijks een begrooting op, welke de
goedkeuring van den Secretaris-Generaal van het
Departement van Financiën behoeft. De President
is verantwoordelijk voor een regelmatig beheer
volgens de begrooting.
(3) De jaarlijksche rekening van de Kultuur
kamer wordt telkenjare aan de verificatie door de
Algemeene Rekenkamer onderworpen. Op grond
van het rapport der Algemeene Rekenkamer ver
leent de Secretaris-Generaal van het Departement
van Financiën den President van de Nederlandsche
KultuurKamer décharge.
AFDEELING VIII.
Van het toezicht van Staatswege.
Artikel 28.
De Nederlandsche Kultuurkamer is aan het
toezicht van den Secretaris-Generaal van het Depar
tement van Volksvoorlichting en Kunsten onder
worpen.
Artikel 29.
(I) De Secretaris-Generaal van het Departement
van Volksvoorlichting en Kunsten kan op verzoek
van een belanghebbende, dan wel uit hoofde van
zijn ambt, een ingevolge het bepaalde bij artikel 17
uitgevaardigde verordening, een ingevolge het be
paalde bij artikel 22 gegeven beschikking, dan wel
eenig ander besluit van den President of van een
orgaan der Nederlandsche Kultuurkamer nietig
verklaren, indien deze strijdig is met eenige be
paling dezer verordening of met een ander wettelijk
voorschrift, dan wel het algemeen belang in gevaar
brengt. Om dezelfde reden kan de Secretaris-
Generaal, op verzoek van een belanghebbende of
uit hoofde van zijn ambt, een beslissing van den
President of van een orgaan der Kamer tijdelijk
schorsen, doch niet vaker dan eenmaal en slechts