aanpassing van de organisatorische structuur aan
den nieuwen toestand werd verkregen. Wij gaan
op deze voorschriften en besluiten thans niet nader
in, omdat zij nog kort geleden in dit Orgaan be
sproken zijn.
De werkzaamheden van de verschillende Bonds
colleges vonden ongestoord voortgang. De jongste
instelling van den Bond, de Filmhuurkamer, kreeg
gedurende den eersten tijd van haar bestaan 7 ge
vallen te behandelen, waarbij een beroep op haar
werd gedaan tot herziening van de filmhuur. In
vier gevallen werd dit beroep gegrond geacht en
een verlaging voorgeschreven.
De Commissie van Geschillen behandelde in het
afgeloopen jaar 44 geschillen, tegen 48 in het jaar
tevoren. In 7 gevallen werd beroep aangeteekend
bij den Raad van Beroep van den Nederlandschen
Bioscoop-Bond, tegen 5 in het vorig jaar.
Evenals de vermindering van het aantal geschillen
wijst ook de teruggang van het aantal roode kaarten,
dat is verzonden, namelijk 782 in 1941 tegen
1305 in 1940 en 1944 in 1939, op een vlotte
afwikkeling van het betalingsverkeer in ons be
drijf, hetgeen opmerkelijk is in verband met de
moeilijkheden, waarmede dit bedrijf te kampen
heeft.
Met het oog op de vermindering van ontvangsten
en mede in de overtuiging, dat de Overheid thans
meer belangstelling heeft voor het filmwezen dan
voorheen, omdat zij in de film een cultuurinstru-
ment ziet, dat tevens groote politieke en volks-
voorlichtende beteekenis heeft, zijn opnieuw stap
pen ondernomen ter verkrijging van eenige ver
lichting van den abnormaal zwaren lastendruk,
waaronder dit bedrijf gebukt gaat. Met erkentelijk
heid mag hier getuigd worden, dat de Overheid
begrip toonde voor de nooden van dit bedrijf en
zeer goed inzag, dat het moeilijk aangaat, om,
waar de bioscoop de Overheid steunt in haar taak
door de vertooning van journaal- en propaganda
films, voor de vertooning van zulke films 20%
van de ontvangsten aan vermakelijkheidsbelasting
te laten betalen, daargelaten, dat het in het alge
meen een miskenning is van de cultureele taak der
bioscoop, om haar werk door het opleggen van een
zoo zwaren last, die ver uitgaat boven de lasten,
welke op andere bedrijven rusten, te bemoeilijken.
Er is dan ook reden tot vertrouwen, dat, zoodra
dit eenigszins mogelijk is, aan onze gegronde be
zwaren tegemoet zal worden gekomen.
Met voldoening moge hier voorts worden ge
memoreerd, dat, dank zij den steun van de autori
teiten, op verschillend gebied faciliteiten voor het
bedrijf konden worden verkregen. Zoo konden
bijvoorbeeld de moeilijkheden met de brand-
stoffenvoorziening en het electriciteitsverbruik
worden overwonnen.
In het bijzonder zij hier vermeld, dat de strijd,
welke Buma en den Nederlandschen Bioscoop Bond
verdeeld houdt betreffende de betaling van muziek-
auteursrecht voor geluidsfilms, andermaal met succes
bekroond werd door een voor ons gunstig arrest
van den Hoogen Raad. Voor wat de muziekauteurs-
rechten voor orchesten alsmede voor gramofoon-
platen aangaat is tusschen den Nederlandschen
Bioscoopbond en Buma op 18 Januari 1941 na
ampele besprekingen een accoord tot stand ge
komen.
Het voorgaande beknopte overzicht wijst er
reeds op, dat de werkzaamheden van het Bonds
bureau in 1941 omvangrijk en geenszins eenvoudig
zijn geweest. De correspondentie, het notuleeren
van zittingen, de vervulling van secretariaten, de
samenstelling van rapporten, adviezen en uitspraken,
het voeren van vele besprekingen, het verstrekken
van inlichtingen, alsmede een uitgebreide admini
stratie vergen een voortdurende studie, een groote
ijver en toewijding van allen, die op dit bureau
werkzaam zijn.
Het aantal door het Bondsbureau verzonden
brieven en telegrammen bedroeg 9037,tegen £793
in 1940 en 7078 in 1939. Het is het grootste
aantal, dat sedert het bestaan van den Bond door
het Bureau verzonden werd. Het aantal ontvangen
brieven en stukken bedroeg 14977, tegen 601 I in
1940 en 4404 in 1939. Voorts werden 60.000
gestencilde brieven verzonden, tegen 45.000 in
1940 en bijna 13.500 in 1939.
Van de 245 circulaires, welke hiervoor noodig
waren (vorig jaar I 92), werden 76 verzonden aan
alle leden, 55 aan de leden-exploitanten, 23 aan de
leden-filmverhuurders en 9 I aan afdeelingsbesturen,
leden-filmfabrikanten, vertrouwensmannen, etc.
De administratieve werkzaamheden ondergingen
eenige uitbreiding, doordat van Bondswege de
recettecontrole ter hand werd genomen en de
werkzaamheden, verbonden aan het roode-kaarten-
instituut van de inmiddels opgeheven Bedrijfsafdee-
ling Filmverhuurders, door het Bondsbureau werden
voortgezet.