films te voorzien. Langdurige en ernstige bespre kingen met de regeeringsautoriteiten waren noo- dig. Het stemde spreker tot dankbaarheid, dat de Regeering, na tal van klemmende vertoogen van het Hoofdbestuur, overtuigd is geworden van het feit, dat het bedrijf zich bij dezen gang van zaken nimmer zou neerleggen en dat bij een goed func- tionneerenden Bioscoop-Bond en een behoorlijk contact met de overheid dit besluit volkomen over bodig was. In verschillende afdeelings-vergaderin- gen heeft spreker de gelegenheid gehad een uit voerige uiteenzetting te geven van het door het Hoofdbestuur ontworpen complex van maatrege len, dat noodig was om de intenties van de Regee ring ten aanzien van de verhouding overheid-bio- scoopbedrijf te nivelleeren. Wij zullen niet berekenen de schade, welke deze gang van zaken ons bedrijf heeft berok kend. Het is hier een kwestie van de cost die voor de baet uitging. Als baet beschouwde spreker in dit geval de vrijheid, welke wij na vijf jaren van terreur voor ons bedrijf hebben opgeëischt. Eerst na drie maanden rijpte bij de overheid het inzicht, dat de sluiting van een groot aantal zaken in feite het gevolg was van het georganiseerde optreden van het bedrijf. Spreker wilde er niet aan denken, wat er gebeurd zou zijn, indien wij dezen strijd had den verloren. In dit verband bracht spreker dank aan het geheele bedrijf voor de discipline en volg zaamheid, welke aan den dag zijn gelegd, speciaal aan de Bedrijfsafdeeling Filmverhuurders, die zelfs na 5 jaren van sluiting zicsrh nu nog groote verlie zen getroostte om den Bond te steunen in dezen ge rechtvaardigden strijd om het behoud van zijn zelf standigheid. Hiermede heeft de Bond zijn bestaans recht voor de komende periode verworven en be vestigd. Dit zal onder geen beding worden prijs gegeven. De tweede linie, waarop strijd moest worden gevoerd, liep door de Bureaux van het Mi litair Gezag. Met de leiding van het MG onder hielden wij in het algemeen goede betrekkingen. Er waren evenwel functionarissen, die blijkbaar een verkeerd inzicht hadden in de taak van het MG en zeker in de gedragingen van ons bedrijf tijdens de bezetting. Zij streefden naar een beheer over het geheele bioscoopbedrijf, welk beheer, bij de vor mingscursussen van het MG in Brussel in 1944 meermalen ter sprake is geweest. Men koos hier voor eenige z.g. test cases uit en het heeft het Hoofdbestuur veel hoofdbrekens gekost om dit beheer opgeheven te krijgen. In dit verband bracht spreker ter sprake het moeilijke vraagstu van de zuivering. Niet voor komen kon worden, dat voor het bedrijf speciale zuiveringsbesluiten verschenen. Dank zij onze voorlichting aan het Ministerie van Onder wijs, Kunsten en Wetenschappen is het oordeel van den Minister over de houding van ons bedrijf tijdens de bezetting mild geweest. Spreker deelde mede, dat er nog besprekingen gaande zijn, teneinde in de z.g. Filmcommissie ver tegenwoordigers van het bedrijf opgenomen te doen krijgen. Ondanks de agitatie van bepaalde zijden tegen het Hoofdbestuur, heeft de Filmcommissie geen aanleiding kunnen vinden dit college wegens zijn gedragingen tijdens de bezetting te discrimi- neeren. Een uitzondering is evenwel gemaakt voor den Voorzitter. Hoewel spreker uiteraard niet kon treden in een beoordeeling van de Commissie, was hij er van overtuigd, dat niemand twij felt aan het goede Nederlandschap van den Voorzitter en nog minder aan zijn goede bedoelingen. Wij weten allen maar al te zeer, hoe hij vanaf zijn benoeming en in het bijzonder tijdens de bezetting en sedert het moment van de bevrij ding gezwoegd heeft voor de belangen van het be drijf. De heer Miedema wenschte nadrukkelijk te verklaren, dat in de beslissing van de Filmcommis sie tot uitdrukking is gebracht, dat het optreden van den heer Roem als Voorzitter van den Nederland- schen Bioscoop-Bond geen aanleiding had ge- gegeven tot het nemen van maatregelen. Het heele Hoofdbestuur betreurt dan ook het besluit tegen den Voorzitter. Op voorstel van den heer Miedema werd vervol gens vanuit de vergadering een telegram met be tuigingen van sympathie en waardeering aan den heer Roem gezonden. Ondanks de wettelijke zuivering, aldus ging de heer Miedema voort, heeft het Hoofdbestuur zijn eigen organisatorische normen voor de beoordee ling van hen, die volgens onze begrippen ons ver zet en het onderling vertrouwen tijdens de bezet ting hebben bemoeilijkt door hun politieke gedra gingen. Aan de Duitsche ondernemingen wensch te spreker in het geheel geen woorden te verspillen. Voor al deze personen en zaken kan er geen plaats meer zijn in den Neder- landschen Bioscoop-Bond. Evenmin kon spreker zaken tolereeren, die met gebruikmaking van de omstandigheden tijdens de bezetting waren ge opend, terwijl het geheele bonafide bedrijf heeft weten te wachten op expansie. Wij hebben de be zetting niet voor niets gehad, en wij zullen de elementen, die ons nu belagen en ons uitmaken voor collaborateurs, duidelijk maken, hoe ons ge drag en ons standpunt is geweest en wat wij onder collaboratie verstaan. De heer Miedema verklaar de, dat de Bond te zijner tijd het juiste antwoord zal geven op de aantijgingen, die van bepaalde zijde aan zijn adres gericht zijn. Spreker verklaarde, dat voor het Hoofdbestuur slechts heeft gegolden, dat een gewaarschuwd man voor twee telt.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1945 | | pagina 9