schen samenhang, de wetten van oorzaak en ge volg in het licht stelt, de hoofdzaken van het bij komstige scheidtkortom: die verklaart, be toogt en concludeert! Deze beschouwing over de rol, die de film- documentaire kan spelen, is niet nieuw. Maar zij is jammer genoeg nog steeds aan de belang stelling van het groote publiek voorbijgegaan. Dat wij zelf in Joris Ivens een filmer hebben gehad, die baanbrekend werk op dit terrein verrichtte, was slechts aan een kleine groep geïnteresseerde tijdgenooten bekend. En de waardeering binnen onze grenzen bleek van dien aard, dat deze pio nier al spoedig naar het buitenland vertrok. Een merkwaardige tegenstelling leverden in dit opzicht de verhoudingen in Engeland. Men kent daar sinds jaar en dag een van overheidswege gesteun de filmgemeenschap, die zich uitsluitend ten doel stelt, het maatschappelijk leven in al zijn vormen (bij wijze van spreken) met de film te „doorlich ten". De Engelsche burger (zoo redeneert men daar) moet de wereld-rondom met andere oogen leeren zien dan die van de oppervlakkige waar neming. Hij moet de schoone logica van haar we zen, samenhang en organisatie doorgronden, ten einde aldus een ruimeren blik te krijgen op de maatschappij, waarvan hij deel uitmaakteen opvoeding tot den waarachtigen „civis Brittanni- cus". die karakteristiek is voor het democratische Engeland. Hoe worden schepen gebouwd? Wat beteekent het boek in onze samenleving? Hoe functionneert het mijnwezen? Wat gebeurt er met onze brieven?het zijn alle vragen waarvoor de gemiddelde mensch doof en blind pleegt te zijn, hoezeer zij de kern van ons leven mogen raken. Welnu ongeveer een jaar of acht geleden wer den enkele van deze Engelsche „overheidsfilms" in ons land vertoondhelaas, alweer voor zeer kleinen kring en konden wij zien, hoe men in Engeland deze gewichtige kwestie ter hand neemt. Er waren films als „Shipyard" en „Cover to Cover", die zich respectievelijk met den scheeps bouw en het boek bezig hielden en verder een mijnen-film ,,Coal-face", terwijl in „Night-mail" de activiteit van de post werd behandeld. Vooral de laatste film bleek van een bewogenheid en dra matische kracht, die niemand achter een dergelijk laten we maar zeggen: „prozaïsch" onder werp zou hebben gezocht. Met verbazing stelde men vast, welk een geheel eigen bekoring van het aldus op heeterdaad betrapte leven uitgaat. Waar lijk, wie zich de film niet anders kan voor stellen dan als 'de zorgvuldig gearrangeerde illusie van spel en regie, die heeft ^een vermoeden van de schoonheid en de suoaestieve kracht der argelooze, toevallige handeling. Sta mij toe, aldus de heer Jordaan, hier nog met een enkel woord terug te komen op het do cumentaire filmjournaal „The march of Time" (De loop der tijden"), dat ik bij een vorige gele genheid reeds vluchtig aanstipte. Het verhoudt zich tot de gewone „newsreel" ongeveer als het tijdschrift-artikel tot het krantenbericht. In plaats van de bekende zinlooze opeenvolging van ge mengd nieuws, tracht het maandelijks een samen vatting te geven van een der vele brandende vraagstukken, die onzen tijd beheerschen een beredeneerd en verhelderend overzicht van het probleem-in-quaestie door een logische groepee ring der beeldseries, die oorzaken, invloeden en consequenties in het licht stellen geheel volgens de normen, die wij zooeven voor de documentaire vaststelden. Daartoe worden nu eerst de filmar chieven doorzocht en de historische gegevens op Een opname uit de film „Friesland 1945", die ons wel heel suggestief aan de verschrikkingen van de bezetting herinnert.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1945 | | pagina 9