boden hebben? Wie zegt: dat kan mij niet gebeu
ren, dien antwoord ik, dat hij er niets van af weet
en dat de practijk hem wel anders zal leeren.
Wie zijn arbeid in de keuring ernstig opneemt,
zal zich later vaak afvragen: Hebben we dat wel
goed gedaan? Was onze beslissing wel de juiste?
We zullen meer dan eens moeten toegeven, dat
een film, die wij boven 14 jaar geplaatst hebben,
eigenlijk ook wel voor alle leeftijden, had kunnen
toegelaten worden, terwijl wij een volgenden keer
gevoelen, dat zoo'n 14-jaars film misschien toch
wel beter voor volwassenen kon voorbehouden
zijn. Een goede filmkeurder moet zich dit steeds
goed indachtig zijn en er is dan ook geen sprake
van daf: wij, zooals sommige buitenstaanders licht
vaardig beweren, eigenwijze, in hoogheid gezeten
dames en heeren zijn, die meenen alleen te weten,
wat het Nederlandsche volk wel en niet mag zien.
Wij zijn er ons volmaakt van bewust, dat onze
beslissingen niet steeds de eenig juiste zijn en dat
men alle recht heeft zoo nu en dan met ons van
opinie te verschillen. Maar wij zijn nu eenmaal
door de regeering met dezen keuringsarbeid be
last en we doen dat naar eer en geweten op zoo
goed mogelijke manier. Meer mag men van ons
niet verlangen, terwijl 't natuurlijk ook lang niet
vast staat, dat hij die ons bekritiseert, het wel bij
het rechte eind heeft.
Valt de overgroote meerderheid onzer beslis
singen (zeker wel 95%) met eenparigheid van
stemmen, soms is er in een commissie een meer
derheid en een minderheid. Zoo'n minderheid van
2 leden van de 5 heeft het recht om herkeuring
te verlangen. Van dit recht moet een zeer spaar
zaam gebruik gemaakt worden, evenals onderge-
teekende, die hetzelfde recht heeft, dit slechts zeer
zelden gedaan heeft en doen moet. In de eerste
plaats moet de twijfel aan de juistheid van ons
afwijkend inzicht, waarover ik zoo juist gesproken
heb. ons daarvan in den regel afhouden. En an
derzijds dienen wij te bedenken, dat zoo'n her
keuring ons land niet onbelangrijke kosten en ons
bureau en de belanghebbenden groote moeite en
ongemak kan berokkenen. Van dit recht moet dan
ook slechts bij heel enkele, sterk principiëele ge
vallen gebruik gemaakt worden. We moeten veel
liever trachten het in de keuringscommissies met
elkaar eens te worden en in den regel ons verlies
kunnen nemen en ons bij een beslissing neerleg
gen, ook al zijn wij het er niet geheel mee eens.
Zulke herkeuringen, op verzoek van een minder
heid of van den voorzitter der commissie kwamen
voorheen dan ook zelden voor. Laat het zoo
blijven.
Ik zeide reeds, dat het hoogst gewenscht is
elkaar steeds vriendelijk en welwillend te behan
delen. Dit moet echter niet zoo ver gaan, dat wij
tegen de eigen overtuiging in anders gaan stem-
menm, om een medelid een genoegen te doen.
Anderzijds moeten wij open staan voor de argu
menten en bezwaren van onze medeleden. Daar
dient de beraadslaging voor. Anders kunnen we
die wel achterwege laten en dadelijk na 't bezich
tigen der films gaan stemmen, zonder een woord
te zeggen. In het verleden zijn die beraadslagingen
van groot nut geweest. We hebben stuk voor stuk
de wijsheid niet in pacht en du choc des opinions
jaillit la vérité.
Verbod van een film moet tot de zeer zeldzame
uitzonderingen behooren en dat was in het ver
leden inderdaad het geval. De keuring werkt pre
ventief. Met het oog op de moeiten en de kosten
aan den import en de keuring verbonden, sturen
de importeurs ons geen films toe, waarvan zij bij
orvaring weten, dat ze bij ons geen schijn van
kans hebben. Wie wel eens klaaat over het ge
halte der hier te lande vertoonde films, moet maar
eens in het buitenland, bijv. in België en Frankrijk,
gaan kijken. Dan zal hij zien. dat allerlei min
derwaardige films, die, daar in massa vertoond
worden bier niet eens ter keuring v/orden inge
bonden. Wij zijn met dit resultaat zeer ingenomen.
Én wie op grond van het geringe aantal verboden
films meent te mogen constateeren, dat onze keu
ring maar heel slap werkt, dien wijzen wiji op de
preventieve werking van ons instituut, welke ons
een groot aantal afkeuringen bespaart.
Hoe minder wij behoeven te verbieden, hoe lie
ver het ons is. Zijn film-fans, lieden die zoodanig
aan de film verslaafd zijn, dat zij alles even mooi
en goed vinden, bij ons niet op hun plaats, ander
zijds kunnen wij ook geen filmhaters en geen ver-
bods-maniakken in ons midden gebruikenWi,
moeten graag iets toelaten en het slechts met bloe
dend hart verbieden. Streng zijn wij slechts, waar
het de jeugd betreft. Dat zijn wij altijd geweest
en dat zullen we m.i, moeten blijven.
Zooals ik reeds opmerkte, mogen we nooit een
film verbieden, omdat wij het met de er in ver
kondigde of verdedigde opvattingen niet eens zijn.
Men mag hier vrijuit propaganda maken voor
iedere wettig toegelaten overtuiging of richting,
roolang die'propaganda gevoerd wordt met be
hoorlijke middelen, die niet in strijd zijn met de
in ons land. algemeen gehuldigde begrippen van
fatsoen en nationale veiligheid of wel met de
goede zeden en de openbare orde. Of de keurende
leden die propaganda toejuichen of betreuren is
bij onze keuring geen factor. Een Protestantsch
lid stemt niet tegen een film ter verheerlijking van
het Katholicisme en omgekeerd. Een socialist mag
zich niet verklaren tegen een film, waarin het pri
vaat-bezit der productiemiddelen verdedigd wordt.
Men mag hier vrijuit propaganda maken voor den
vrede en voor een sterke bewapening, voor de
geheelonthouding en voor een matigen borrel,
voor de anti-vivisectie en voor het nemen van
experimenten op levende dieren, voor het begra-
11