Het is daarom een wijze daad geweest van den Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschap pen, da-t hij de onderscheidene activiteiten op het gebied van het filmwezen heeft gecoördineerd door haar te bundelen in een commissie, waarin zij wellicht op een wat nuttiger wijze dan voor heen tot haar recht kunnen komen en het gestelde doel beter kunnen dienen. Haar instelling is alleen al hierom van belang, maar voornamelijk betee- kent zij een principieelen omkeer in de tot dan toe gevolgde gedragslijn der overheid ten opzichte van het filmwezen. De organisatie hiervan zal zij ongetwijfeld willen aanpassen aan de grondslagen van de herorganisatie onzer nationale gemeen schap, welke zij bezig is te leggen, zij het, dat zij zich daarbij vooralsnog niet verzekerd weet van het votum der kiezers. De Ministerieele Commissie kan ten deele even eens als een uitvloeisel van illegale bezettings activiteit worden beschouwd. Het plan om haar samen te stellen is namelijk ontwikkeld in een rapport, dat in 1944 aan vertrouwensmannen der Regeering werd uitgebracht en dat in hoofdzaak stamt uit vroegere Liga-kringen. De vorm, waarin de Minister de uitvoering dezer plannen heeft ge goten, is niet geheel overeenkomstig de wijze, waarop de samenstellers zich zulks hadden voor gesteld, doch zij sluit zich daar voor een groot deel wel bij aan en is, zooals vanzelf spreekt, wat meer aangepast bij de na-oorlogsche ondervinding. De taak van de Commissie zal zijn, overleg te plegen over en advies te geven met betrekking tot de wijze, waarop de algemeene belangen betref fende het filmwezen het beste tot hun recht wor den gebracht. - Het ligt in de bedoeling van het Ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen de Com missie adviezen te vragen omtrent maatregelen, wetsvoorstellen e.d., welke van die zijde zijn voor bereid; ook zullen van de Commissie voorstellen voor dergelijke regelingen kunnen uitgaan. Voorts zal de Commissie tot taak hebben na te gaan, welke andere dan wettelijke maatregelen getroffen dienen te worden ter bevordering van de ontwikkeling en de coördinatie van het Neder- landsche filmwezen en in het bijzonder van de kunstzinnige en cultureele aspecten daarvan ten einde te geraken tot een Nederlandsche filmcul tuur. Ook zal de Commissie zich bezig houden met liet bespreken van rapporten en plannen, die bii' het Ministerie van Onderwijs, Kunsten en Weten schappen aanhangig zijn gemaakt. Een van de belangrijkste taken van de Com missie zal zijn, na te gaan, op welke wijze de ver vaardiging van Nederlandsche films het beste kan worden bevorderd, welke outillage hiervoor noo- dig is en hoe deze dient te worden beheerd, op welke wijze het roulement van Nederland sche films het best kan worden verzorgd en welke verdere maatregelen dienen te worden getroffen ter bevordering van de vervaardiging van Nederlandsche films en de opleiding van de daarvoor vereischte krachten. Op het gebied van de wetgeving zal een der voornaamste taken der Commissie zijn, het geven van adviezen aan den Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen met betrekking tot een wettelijke regeling op het gebied van de orga nisatie van het filmwezen en daarmede samenhan gende vraagstukken als het in het leven roeper. van een filmraad en het verleenen van publiek rechtelijke bevoegdheden aan organisaties op het gebied van het filmwezen. Met betrekking tot de mogelijke voorbereiding van een wetsontwerp betreffende de organisatie DANKBETUIGING VAN H. K. H. PRINSES JULIANA In mindering op de totale opbrengst van de vertooningen met de film „Vrij en Onverveerd" is dezer dagen andermaal een bedrag van 75.000.overhandigd aan den Secretaris-Ge neraal van Nederlands Volksherstel, zoodat tot heden 150.000.is afgedragen. H. K. H. Prinses Juliana heeft naar aanleiding hiervan de Voorzitster van den Algemeenen Raad van Nederlands Volksherstel verzocht haar bij zonderen dank aan den Nederlandschen Bioscoop Bond te willen overbrengen. Naar Nederlands Volksherstel ons mededeelt, worden de totale bedragen, welke in de noodpro- vincies Zeeland, Noord-Brabant, Limburg en Gelderland zijn ontvangen voor het hulpverlee- ningswerk in die provincies ter beschikking gesteld. De opbrengst uit de niet geteisterde provincies zal voor 25 beschikbaar worden gesteld voor plaatselijk hulpverleenings-werk en voor het overige worden gestort in het fonds „noodgebie- den", waaruit financieele hulp aan de geteisterde gebieden wordt verstrekt.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1946 | | pagina 5