„Om de vrijheid van het witte doek"
„Wel Amerikaansche films, maar
niet uitsluitend
Het Algemeen Handelsblad schrijft in een artikel
d.d. 10 April, na uitvoerig de ontwikkeling van
het conflict uiteengezet te hebben:
„Het is een merkwaardig en belangrijk facet van
den strijd, dat hoewel dit misschien in den be
ginne niet zoo in het oog sprong hier een lans
wordt gebroken voor de filmproductie van de klei
nere landen. Door het wegblijven van een monopo
listische hoeveelheid Amerikaansche films, krijgen
de Fransche, Engelsche, Deensche, Zweedsche,
Russische en Zwitsersche films in ons land een
kans, die zij op de met Amerikaansche films over
stroomde markt voor den oorlog nimmer ontmoette.
De resultaten zijn reeds merkbaar: men herinnere
zich slechts het succes van ,,De Regenboog" of de
Deensche film „de Roode Aarde". In aantocht is
de Zwitsersche film „De laatste kans" en een
Fransche productie als „L'éternel retour".
Het is dan ook niet verwonderlijk, dat het con
flict met de Amerikaansche maatschappijen en de
pogingen van den Nederlandschen Bioscoop-Bond
baas in eigen huis te blijven, de belangstelling heeft
in andere kleine landen, die deels reeds zijn ge
zwicht, deels nog in een dergelijken strijd als te
onzent, zijn gewikkeld.
Er is reeds eenmaal een poging tot bemiddeling
gedaan. Merkwaardig genoeg en typisch voor de
pogingen van de zijde der Amerikaansche maat
schappijen dit conflict op een ander plan te brengen
dan het zuiver zakelijke via de Amerikaansche
Ambassade en het departement van O. K. en W.
De maatschappijen verklaarden zich bereid op de
zelfde voorwaarden, als die gesteld door den Bond,
films te leveren, echter zonder weer lid te worden
van den Bond.
Dit op het oog redelijk voorstel verborg klaar
blijkelijk de bedoeling, een tijdlang de markt te
voorzien van Amerikaansche films, het publiek en
daardoor de bioscoopexploitanten aan deze produc
ten te wennen en te binden en zoodoende een
greep te krijgen op de exploitanten, buiten den Bond
om, die dan den weg zou effenen voor elke conditie,
die de maatschappijen zouden wenschen te stellen.
Het voorstel werd derhalve verworpen. Een daar
opvolgend bezoek van den vertegenwoordiger van
de Export Association, Henry Kahn, kon evenmin
tot overeenstemming leiden.
De strijd is dus thans min of meer op een dood
punt aangeland, met de Bioscoop-Bond voor-
loopig aan de winnende hand. Het valt echter
te verwachten, dat de Export Association zich ver
der niet onbetuigd zal laten. Wellicht zal de strijd
opnieuw en nog heviger ontbranden. Het ware dan
echter te hopen, dat politieke argumenten en beïn
vloedingen, die het zakelijke element te boven gaan,
achterwege zullen blijven. Zij plaatsen den strijd op
een internationaal en diplomatiek plan, waarop hij
niet thuishoort."
YUeJUUVJ,Mxul van hei ïlaaAden
„Een stukje vrijheidsstrijd"
Na de oorzaak van het conflict uiteengezet te
hebben, schrijft het blad op 10 April:
Reeds in het vorig najaar is deze strijd ontbrand
en intusschen zijn enkele bemiddelingspogingen
ondernomen van Amerikaansche zijde, maar de
Bond houdt vast aan zijn eenmaal ingenomen
standpunt, omdat het hier gaat om het vrijheids-
beginsel. Het is hier een symptoom van het onaf
hankelijkheidsstreven van het Nederlandsche be
drijfsleven tegenover monopolistische expansie
pogingen. Ook 't buitenland volgt dezen strijd met
groote belangstelling, want niet overal is men zoo
sterk georganiseerd als hier te lande. Elders zijn
de filmhuren veel hooger, soms tot 80 van de
recette, tengevolge waarvan de exploitatie-moge-
lijkheden van de bioscopen verdwijnen en de be
drijven geleidelijk in de macht der filmmaatschap
pijen geraken.
De Nederlandsche Bioscoopbond heeft de strijd
bijl opgenomen en zal volhouden. Want het blijkt
wel, dat men van Amerikaansche zijde niet berust
in den huidigen toestand, waarbij de filmproductie
der kleinere landen zulk een gelukkige kans gebo
den werd. Men heeft het zelfs al eens geprobeerd
de kwestie uit het zakelijk raam te lichten. Terwijl
de Engelsche maatschappijen volledig met den
Bond samenwerken, was het toch de Engelsche
filmmagnaat Sam Harris, die, sprekende voor de
Engelsche en Amerikaansche film, in een open
brief in het Engelsche filmblad „The Cimena",
den Nederlanders gezien dit conflict „on
dankbaarheid verweet jegens de bevrijders". Een
„fraai"! wapen in dit conflict!"
Het „Nieuwsblad van het Noorden" besluit dan
met:
„Het gaat tegen het streven van de Amerikaan
sche filmindustrie om zich ook in Nederland een
INFORMATIEBUREAU TE LONDEN.
De Economische Afdeeling van Hr. Ms. Am
bassade te Londen heeft in het Gebouw van de
K.L.M., Sloanestreet 202-204, S.W. 1, tel. Sloane
0331 extension 5, een informatiebureau geopend,
dat ten dienste staat onder meer van de Neder
landsche zakenlieden, welke Londen bezoeken; zij
kunnen zich tot dit Bureau wenden ter verkrijging
van alle gewenschte informaties.
14