Novembermorgen, in het toenmalige hol van den
leeuw: Asta, Den Haag, met de juffrouw van de
Duitsche filmkeuring in „haar dooie eentje" in
een leege zaal en het balcon afgestampt met vrien
den en bekenden, die zich stil moesten houden;
de eerste filmrol ontbrak).
Een volgende stap op den weg naar een natuur
getrouwe weergave is de stereofilm. Met rood-
groene brillen op den neus heeft het bioscoop-pu
bliek hier al eens een voorproefje van gehad. Een
dergelijk systeem is niet te combineeren met kleu
renfilm. Wel kan dit bij toepassing van gepola
riseerd licht en een speciaal scherm. Maar dan
moet men polarisatiebrillen van 20.per stuk
in de zaal uitdeelen.
Ik heb me laten vertellen, dat Russische physici
vóór den oorlog reeds een projectie-systeem- met
lijnraster hadden ontwikkeld voor stereofilm, ook
met behoud der kleuren, en waarbij het publiek
geen verdere hulpmiddelen noodig had. Een vier
tal bioscopen in Rusland waren al voor dit systeem
ingericht. Dat het in principe mogelijk moet zijn
bewijst wel het glas-bier-in-stereo wat U in de
tunnels der groote stations voorgehouden wordt.
(Loop er den volgenden keer eens langs met één
oog dichtgeknepen). Het woord is aan de optici.
En dan, last not least, valt i-n de toekomst ook
de filmische toepassing der stereofonie te voor
zien. Als de filmheld, al argumenteerende, van
links naar rechts in het beeld wandelt, moet het
geluid meewandelen. Dit kan, en is ook al eens
gedaan, met twee geluid-kanalen, één. correspon-
deerend met het linker- en één met het rechteroor.
Op het moment, dat wij dit schrijven, is het eerste
stereofonische radioconcert van Hilversum op
24 Maart aangekondigd. Mocht het systeem bij
de radio ingang vinden, dan kan de film onmo
gelijk achter blijven.
Van zijn kant beziet de bioscoop-exploitant deze
ontwikkelingsgang noodzakelijkerwijze ook van
een zakelijk standpunt. Iedere technische verbete
ring brengt zijn kosten met zich mede. Het pro
gramma moet aangevuld worden met variété;
groote theaters bezitten een orgel. De zaal-acou-
stiek moet al deze geluidbronnen naast de film-
luidspreker tot hun recht doen komen; en wel
voor alle bezoekers.
De verlichting moet aan bepaalde eischen vol
doen; temperatuur en vochtigheid in de zaal moe
ten binnen bepaalde grenzen gehouden worden;
alles, opdat het publiek de voorstelling op een
aangename en comfortabele wijze kan bijwonen.
Dit alles moet zooveel mogelijk automatisch ge
beuren; en dit beteekent toepassing van tempe
ratuur en vochtigheidsregelaars, welke toch allen
technische toepassingen zijn van door de physici
ontwikkelde meetmethoden voor temperatuur en
vochtigheid.
Het is voorwaar geen klein programma van
eischen, welke gesteld worden aan den architect,
die tot'taak krijgt een bioscoop te ontwerpen; of
te verbouwen. De logische consequentie hiervan
is, dat de architect als alles-coördineerende figuur
het ontwerp maakt en overziet; doch bij de uit
werking der detailgebieden advies inwint bij ter
zake meer gespecialiseerde deskundigen, als raad
gevende ingenieurs of -bureaux.
Ten aanzien van verwarming en air-conditio-
ning is dit een zeer normale gang van zaken. De
acoustische adviseur kan den architect van te
voren den meest verkieslijken plafondvorm aan
geven en uitrekenen waar en hoeveel acoustisch
absorbeerend materiaal moet worden.aangebracht.
Ik hoop er met het bovenstaande in geslaagd
te zijn duidelijk te maken, hoezeer het moderne
up-to-date bioscoopbedrijf een technisch bedrijf
is, aan de ontwikkeling waarvan vooral de tech
nische physicus een groot aandeel heeft gehad.
Het ligt in de bedoeling van de redactie van dit
blad om in enkele volgende artikelen diverse aan
gestipte problemen door deskundigen nog eens
nader te laten toelichten.
Projectie-cabine van een
'onzer moderne bioscopen.