waarschijnlijk reeds in het volgend nummer van het Bondsorgaan de eischen voor het toelatings examen gepubliceerd zullen kunnen worden, ter wijl dan tevens een uitvoerig overzicht kan wor den gegeven van de leerstof, de werkwijze en het doel van dezen opleidingscursus. Reeds staat vast. dat de cursus in den vorm van een stichting zal optreden. Vele problemen doen zich echter nog voor. zooals voornamelijk de brandweervoorschrif ten. Hiervoor bestaan geen gelijkluidende voor schriften voor het geheele land. In de Bioscoopwet van 14 Mei 1926 wordt de regeling hiervan over gelaten aan het gemeentebestuur ter plaatse. De Technische Commissie streeft er nu naar ook op dit gebied een uniforme regeling tot stand te brengen. Ook elders wordt dit ten volle begrepen. Onlangs is door de Rijksinspectie voor het brand weerwezen een Commissie van brandweer-deskun digen ingesteld, waarin de Technische Commissie vertegenwoordigd wordt door den heer Ing. Trijs- senaar, terwijl als deskundige uit het bedrijf de heer F. v. d. Heyden. chef-operateur van een der Nederlandsche theater-concerns, in deze com missie zitting heeft. BEHANDELING FILM-COPIEËN Met ingang van 1 December 1945 heeft het Hoofdbestuur van den Bond door bemiddeling van de firma Lazard Willing te Amsterdam een verzekering afgesloten op alle door de leden filmverhuurders in omloop gebrachte of in omloop te brengen positieve filmcopieën, zoowel zwart wit als gekleurd en het bijbehoorend reclame materiaal, r Dit is den leden-exploitanten per circulaire d.d, 14 December 1945 medegedeeld. In deze circulaire werd den leden mede in hun eigen belang aangeraden de gehuurde films met de grootste zorg te blijven behandelen. Thans, een half jaar na het afsluiten van deze verzekering, blijkt, dat deze circulaire nog maar matig resultaat heeft afgeworpen. Het is te betreuren, dat een aantal exploitanten dermate met copieën omspringt, waardoor schade ontstaat, waarvan anderen de dupe zijn. Zulks uit een oogpunt, zoowel van bedrijfs- als van publiek belang. ALGEMEEN BEDRIJFSREGLEMENT Het Hoofdbestuur heeft in zijn laatstelijk gehou den vergaderingen besloten toeestemming te ver- leenen, als bedoeld in art. 8 van het Algemeen Bedrijfsreglement, aan: de N.V. Astra Film Mij. te Arnhem, tot het gaan expliteeren van een permanente bioscoop in den Stadsschouwburg te Arnhem, zulks onder be paalde voorwaarden; de Firma Erven H. J. Caubo te Venlo, tot het gaan exploiteeren van een permanente bioscoop (noodexploitatie) in het gemeentelijk concertge bouw „De Prins van Oranje" te Venlo, zulks on der bepaalde voorwaarden; de Firma Nieuwe Bioscoop te Oisterwijk, tot het gaan exploiteeren van een permanente bioscoop in de Apollo-zaal te Kaatsheuvel, zulks onder bepaal de voorwaarden; den heer D, J. Schouten te Joure, tot het over nemen en voortzetten van de bioscoopexploitatie in het Volksgebouw te St. Anna Parochie, welke ex ploitatie voorheen werd gevoerd door den heer C. Welte; de heeren A. A. P. M. Aarts en A. Aarts- Brouwers te Reyen, tot het gaan exploiteeren van een nieuwe permanente bioscoop te Reyen (gem. Gilze-Reyen), zulks onder bepaalde voorwaarden; den heer G. H. Riepma te Haarlem, tot het gaan exploiteeren van een permanente bioscoop in het Moviac Theater te Haarlem; den heer F. Franken te Tilburg, tot het over nemen en voortzetten van de bioscoopexploitatie in de Cinema Royal te Tilburg, zulks onder bepaalde voorwaarden; den heer M. A. V. Vermin te Maastricht, tot het gaan exploiteeren van een reisbioscoop in het rayon ten Zuiden van de lijn Weert-Roermond, met in begrip van de genoemde plaatsen; de N.V. Gofilex te Leiden, tot het vestigen en exploiteeren van een nieuw te bouwen permanente bioscoop te Mill, met dien verstande, dat voor- loopig wordt geëxploiteerd in het bestaande nood gebouw van den heer Mart Hermsen aldaar, zulks onder bepaalde voorwaarden; de Nederlandsche Werkgemeenschap voor Film productie te Haarlem, tot het vestigen van een film productiezaak in den zin van art. 1 sub C van het Algemeen Bedrijfsreglement. Ingevolge deze beslissingen hebben zich voor- het lidmaatschap van den Bond aangemeld: de heeren A. A. P. M. Aarts en A. Aarts- Brouwers. G. H. Riepma, alsmede de Nederland sche Werkgemeenschap voor Filmproductie. Het Hoofdbestuur heeft in zijn laatstelijk gehou den vergaderingen afwijzend beschikt op aanvragen om toestemming, als bedoeld in art. 8 van het Alge meen Bedrijfsreglement, ingediend door: 19

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1946 | | pagina 20