BESLISSINGEN LEDENRAAD De Ledenraad heeft in zijn vergadering van 18 Juni 1946 eenige hooger beroepen behandeld, ingesteld ex art. 13 van het Algemeen Bedrijfs reglement, door: de Gebrs. A. en K. J. Kaptein te Middelharnis van de beslissing van het Hoofdbestuur dd. 6 Mei 1946, waarbij aan genoemde heeren toestemming tot het gaan exploiteeren van een nieuwe perma nente bioscoop te Middelharnis werd geweigerd. Beschikkende op dit hooger beroep heeft de Ledenraad besloten, de beslissing van het Hoofd bestuur te vernietigen en alsnog de gevraagde toestemming te verkenen, zulks onder bepaalde voorwaarden; den heer B. H. Braam te Grouw van de beslis sing van het Hoofdbestuur dd. 2 Mei 1946, waar bij aan genoemden heer toestemming tot het gaan exploiteeren van een nieuwe permanente bioscoop te Grouw werd geweigerd; den heer A. C. van Zwam te Grave van de be slissing van het Hoofdbestuur dd. 10 April 1946, waarbij aan genoemden heer toestemming tot het gaan exploiteeren van een nieuwe permanente bioscoop te Grave werd geweigerd; den heer T. Oortman te Smilde van de beslis sing van het Hoofdbestuur dd. 23 Maart 1946, waarbij aan genoemden heer toestemming tot het gaan exploiteeren van een nieuwe permanente bioscoop te Smilde werd geweigerd; de N.V. Gofilex te Leiden van de beslissing van het Hoofdbestuur dd. 8 Februari 1946, waarbij aan den heer E. J. Weier te Rotterdam, toestem ming is verleend voor de exploitatie van een per manente bioscoop in de zaal van de Wed. J. H. Wijers te Groesbeek. Beschikkende op deze vier hooger beroepen heeft de Ledenraad besloten deze ongegrond te verklaren en de beslissingen van het Hoofdbe stuur te bevestigen. ALGEMEEN BEDRIJFSREGLEMENT Het Hoofdbestuur heeft in zijn laatstelijk ge houden vergaderingen besloten toestemming, als bedoeld in artikel 8 van het Algemeen Bedrijfs reglement, te verkenen aan: den heer D. J. Schouten te Joure, tot het gaan exploiteeren van een nieuwe permanente bioscoop in het Tolhuis aldaar, zulks onder bepaalde voor waarden; den heer A. Benno te Haarlem, tot het gaan exploiteeren van de nieuwe permanente bioscoop f\ „De Zwaan" te Noordwijkerhout. Het Hoofdbestuur heeft in zijn laatstelijk ge houden vergaderingen afwijzend beschikt op aanvragen om toestemming, als bedoeld in art. 8 van het Algemeen Bedrijfsreglement, ingediend door: de heeren N. Reiff en H. Smelt, tot het gaan exploiteeren van een nieuwe permanente bioscoop in gebouw „Hellendoorns Bloei" te Hellendoorn; de N.V. City Film te *s-Gravenhage, tot het gaan exploiteeren van den bedrijfstak, omschreven in artikel 2 Cd. (het verhuren aan bioscopen van buitenlandsche journaalfilms). van Geen Bezwaar stipt na te leven, ten aanzien van de na leving hiervan vanwege het Hoofdbestuur te verlangen een streng toezicht en gereede bestraffing bij overtreding, maar tevens vanaf heden met de uit den Bond getreden filialen van eenige Amerikaansche filmproductie-ondernemingen of met haar vertegenwoordigers in geenerlei zakelijke relatie te treden of verbintenissen aan te gaan op het gebied van het film- en bioscoopbedrijf of eenig aanverwant bedrijf, waaronder mede te verstaan het bezoeken van tradeshows dezer onderneming- (en), het ingaan cp aanbiedingen in welken vorm ook of het aanknoopen van onderhandelingen; dat uit hoofde van deze eenstemmigheid in den kring der bioscoopexploitanten en het belang van deze kwestie voor het geheele Nederlandsche film- en bioscoopbedrijf, de Ledenraad van oordeel is een bedrijfsbesluit in denzelfden geest te moeten nemen; Gezien: het bepaalde sub 3, 6, 14, 15 en 31 der Statuten, benevens sub 4 A van het Bedrijfsreglement op de Lijst van Geen Bezwaar; Besluit: a. om in overeenstemming met de besluiten van de buiten gewone ledenvergaderingen van alle Provinciale en Plaat selijke Afdeelingen van Exploitanten, de tot dusverre door het Hoofdbestuur van den Bond gevolgde gedragslijn met betrekking tot de actie der Amerikaansche filmproductie ondernemingen zonder voorbehoud goed te keuren en dit college iederen steun toe te zeggen, welke het verder bij de uitvoering van zijn taak in deze mocht noodig hebben; b. dat de leden van den Nederlandschen Bioscoop-Bond ge houden zijn niet alleen het bepaalde sub art. 4 A van het Bedrijfsreglement op de Lijst van Geen Bezwaar stipt te blijven naleven waarbij de Ledenraad van het Hoofd bestuur verlangt een streng toezicht en gereede bestraffing bij eenige overtreding te dier zake doch tevens dat genoemde leden vanaf heden verplicht zijn zich geheel er van te onthouden om hetzij zelf, hetzij door tusschenper- sonen direct of indirect op welke wijze ook, met genoemde ondernemingen, te weten: Motion Picture Export Asso- ciation, Fox Film, Metro-Goldwyn-Mayer, Paramount Films, R.K.O.Radio Films en Warner Brothers, haar trusts of vertegenwoordigers in zakelijke relatie te treden of deze aan te houden, verbintenissen daarmede aan te gaan op het gebied van het film- en bioscoopbedrijf of eenig daaraan aanverwant bedrijf; hieronder wordt mede ver staan het bezoeken van bedrijfsvoorstellingen, uitgaande van deze ondernemingen of haar vertegenwoordigers, het aanknoopen van onderhandelingen of het ingaan op aan biedingen van dezen in welken vorm ook, behoudens het bepaalde sub art. 4 B.a. van voornoemd Bedrijfsreglement. c. dit besluit ter kennis te brengen van het Hoofdbestuur en dit college te machtigen daaraan de publiciteit te geven, welke het noodig oordeelt en te verlangen, dat dit college het initiatief neemt tot alle maatregelen, welke dienstig zijn om de belangen van het Nederlandsche film- en bioscoop bedrijf in deze te bevorderen en de organisatie daarvan te versterken.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1946 | | pagina 8