misschien te verklaren valt, dat alle rangen, stan
den, gezindheden, secten en partijen, de „upper
ten" zoo goed als de „men in the street" er met
groote graagte aan deelnemen.
Met de rijvorming nu is het kwaad reedsge
boren. Het keurige gelid waarover hierboven ge
sproken wordt, kan verbroken worden door den
stormloop en de aanwezigheid van een geestesge
steldheid die hiermede annex gaat, constateeren
wij vóór, tijdens en na de voorstelling die rijvor
ming uitlokte. Want een publiek dat de bioscoop
luidruchtig in- en uitloopt, wel te verstaan luid
ruchtig op een bepaalde wijze, kan moeilijk tot stil
zwijgen komen, wanneer het de vurig verbeide
vrucht krijgt te proeven. Men praat, lacht, schertst,
of liever nog: maakt kabaal, zet den boel op stelten
en vandaliseert. Nu zal de mate waarin
men van zijn vitaliteit doet blijken natuur
lijk altijd eenigermate afhangen van landstreek,
grootte van de plaats, stadswijk en „standing" van
een theater. Verder zal ook het vertoonde pro
gramma het publiek meer of minder beïnvloeden.
Het beleven van een drama zal minder aanleiding
geven tot rumoer dan het zien naar een rolprent
van luchtig gehalte. Rumoer op zichzelf is ook
in het geheel niet van den booze! Het zou al te
sikkeneurig zijn den bewonderaars van George
Formby voortaan het lachen te verbieden. Voorts
kunnen de reacties van het publiek, ook al zijn deze
misplaatst, aanvaard worden indien zij niet uit
sluitend tot ergernis stemmen. Zoo wil het wel
eens voorkomen, dat het publiek bij het zien van
een film een ongekunstelde, naïeve opgetogenheid
.verraadt, hetgeen dikwijls amusanter is dan de
film zelf. En tenslotte zal het publiek goedkoop
sentiment zooals dit zich op het witte doek kan
uitleven in dom gegrinnik, glycerinetranen of een
al te irriteerende kus vaak naar waarde weten te
schatten. Het rumoer dat hierover ontstaat, is zeker
niét misplaatst. Maar wel misplaatst is het rumoer
dat er alleen is om zijn aanwezigheid kenbaar te
maken. Of het rumoer dat door yoetgetrappel
veroorzaakt wordt, zoodra een in marchtempo ge
moduleerde of gesyncopeerde melodie in de zaal
weerklinkt: Voetgetrappel waarmede ook de muzi
kale begeleiding van menige film krachtdadig wordi
ondersteund. Rumoer verder, teweeg gebracht
door het ontijdig betreden of verlaten van het
bioscooptheater. Niemand zal er over denken zijn
opwachting te komen maken in schouwburg of
concertzaal wanneer op- of uitvoering reeds een
aanVang hebben genomen. Bovendien wordt men
niet binnen gelaten, zoolang een acte of deel van
een muziekstuk niet zijn afgeloopen. In de bio
scoop echter heerschen andere gewoonten. Lang
nog nadat de hoofdfilm reeds is aangevangen,
hooren wij verlate schimmen schuifelend hun weg
zoeken door het veilige donker, waarbij steeds een
rij ruggen als een barricade oprijst en het projec
tiescherm verduistert.
De remedie tegen al deze slechte aanwensels en
gebruiken? Het gedrang voor het bioscoop-theater
bij het koopen van plaatskaarten is een tijdelijk
verschijnsel, waarin alleen de tijd verandering zal
brengen. De aankondiging van sommige exploi
tanten, dat dengenen die vóór een bepaald uur in
de rij gaan staan geen plaatskaarten worden ver
kocht, is geen afdoende maatregel om het kwaad
te bezweren. Tegen rijvorming bestaat dus voor-
loopig geen remedie. Maar wel bestaat remedie
tegen bandelooze atmosfeer in de bioscoopzaal.
Eensdeels door toepassing van straffe „discipli
naire" maatregelen. Een ervan kan het verzoek zijn
aan het publiek om niet door de zaal te loopen
tijdens het variéténummer een lofwaardig initia
tief door verschillende exploitanten reeds genomen
en waarom eigenlijk ook niet tijdens de hoofd
film? Als tweede maatregel van dien aard zou men
het rookverbod kunnen noemen. Deze maatregel
wordt zelfs tegenwoordig meer en meer toegepast,
en terecht, want de bioscoop is als zoo
danig volstrekt niet minderwaaridg ten aanzien
van schouwburg en concertzaal, waar het
rooken nooit werd toegestaan. Doch de groot
ste opvoedkundige waarde die het publiek beza
digdheid zal leeren bij het toonen van zijn emoties,
moet toch worden toegekend aan het programma
zelf: aan de wijze waarop het is samengesteld èn
aan de atmosfeer waarmede het .omgeven is. Hier
over in een volgend artikel.
R. F. BORDEWIJK.
BESLISSING LEDENRAAD
De Ledenraad heeft in zijn vergadering van
18 Juni 1946 een hooger beroep behandeld, inge
steld ex art. 13 van het Algemeen Bedrijfsregle-
ment, door:
de NV. Bouw- en Handelmaatschappij „Het
Binnenhof VII" te 's-Gravenhage, van de beslis
sing van het Hoofdbestuur dd. 16 Maart 1946,
waarbij aan genoemde NV. toestemming is ge
weigerd tot het gaan exploiteeren van een nieuwe
permanente bioscoop te Rotterdam.
Beschikkende op dit hooger beroep heeft de
Ledenraad besloten dit ongegrond te verklaren
én de beslissing van het Hoofdbestuur te beves
tigen.
AANMELDING DONATEURSCHAP
Voor het donateurschap van den Bond heeft
zich aangemeld:
Netrov NV. te Amsterdam (Film Shipping De
partment).
Eventueele bezwaren tegen de toelating gelieve
men binnen acht dagen na ontvangst van deze
publicatie schriftelijk bij het Bondsbureau in te
dienen.